Bloedbad van Halanj: keerpunt in de strategie van de Turkse bezettingsstaat

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

De UAV’s van de Turkse bezettingsstaat hebben de afgelopen jaren geleid tot het verlies van honderden onschuldige levens in Noord- en Oost-Syrië. Het bloedbad van Halanj in de buurt van de stad Kobani markeerde een keerpunt in de strategie van de Turkse bezettingsstaat om de wil van de mensen in die regio te ondermijnen.

Het bloedbad van Halanj, waarbij het Turkse bezettingsleger de voorhoedespelers en pioniers van de Rojava Revolutie viseerde, verschilt niet van de ISIS/Daesh huurlingen van Turkije in Shengal en Kobani, en de slachtingen van Koerdische vrouwen op  9 januari 2013 en 23 december 2022 in Parijs.

Om 18:30 uur op 23 juni 2020 werd het dorp Halanj in de buurt van de stad Kobani, in het kanton Eufraat, in het noorden en oosten van Syrië, aangevallen door een Turkse drone die een burgerhuis als doelwit had.

Als gevolg van de aanval werden drie vrouwen, waaronder de huiseigenaar Amina Wesie, en twee vrouwen die een leidende rol speelden in organisatorisch werk, in de 19 Juli Revolutie in het kanton Kobani gemarteld, als Zahra Berkle en Hoboun Mala Khalil, leden van de Kongra Staatscoördinatie.

De aanval werd beantwoord met lokaal ongenoegen en veel respons. De rol van Rusland als garant voor het staakt-het-vuren in de regio, dat maanden eerder was ingesteld, deed twijfels rijzen over de betrokkenheid van Rusland bij de aanval.

De aanval van de Turkse bezettingsmacht heeft een nieuwe wending genomen, namelijk het doelbewust aanvallen van Koerdische vrouwen. Dit is een nieuwe methode van de Turkse bezetting in het kader van hun beleid om Koerdische vrouwen uit te roeien en te terroriseren.