Druzische filmmaker legt vernieling en plundering vast in Suweida

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

In Suweida, een stad in het zuiden van Syrië, zijn de aanvallen op de Druzen toegenomen. Op bevel en met toestemming van Ahmed al-Sharaa (Al-Jolani), de president van de Syrische overgangsregering, hebben radicale jihadistische groepen die gelieerd zijn aan Hayat Tahrir al-Sham (HTS) en het Syrische ministerie van Defensie, samen met gewapende huurlingen die opereren onder de naam van “bedoeïenenstammen”, op 13 juli een aanval op de stad gelanceerd. Nadat de jihadistische groepen het stadscentrum waren binnengedrongen, werden honderden burgers afgeslacht.

Na het bloedbad in de stad lanceerden de militaire raad van Suweida en de Druzische bevolking een vastberaden verzet tegen de gewapende huurlingen. Tegelijkertijd voerde Israël luchtaanvallen uit op militaire posities die verbonden waren met het Syrische Ministerie van Defensie. Als gevolg van deze luchtaanvallen en het lokale verzet werden de gewapende huurlingen van het Syrische Ministerie van Defensie gedwongen zich terug te trekken uit de stad.

Toen het centrum van Suweida eenmaal ontruimd was van deze groepen, onthulden opnames van een Druzische filmmaker de volledige omvang van de verwoesting. De getuigenissen in de video legden zowel de omvang van de verwoesting als de ernst van de dreiging voor de Druzische gemeenschap bloot.

In de beelden die op 18 juli in de namiddag werden opgenomen, vertelt de Druzische regisseur: “De schendingen die plaatsvonden… de aanvallen van achteren op de marktplaats… De takfiri’s en terroristische groepen arriveerden en namen posities in op de bazaar. De winkels… de vernielingen… het vuur…”

De filmmaker voegde eraan toe: “De General Security Forces, die beweren een regerende macht en een beschermer van het volk te zijn, hebben massale vernielingen achtergelaten. Deze verwoesting langs de hoofdas had ook gevolgen voor de bestaansmiddelen van de mensen. Er waren hier veel slachtoffers, martelaren en jonge levens die verloren gingen. De winkels die ze in brand staken, Xeraid, El Alem, de markten die ze vernielden en in brand staken, waren doordrenkt met het bloed van onze martelaren. Hun lichamen lagen overal.”

Op het moment dat dit rapport werd voorbereid, werden salafistische organisaties zoals Hayat Tahrir al-Sham (HTS), het Syrische Nationale Leger (SNA) en Al-Qaeda, samen met Arabische en bedoeïenenstammen, bewapend en ingezet in Suweida vanuit verschillende delen van Syrië.

Ondertussen werden zware gevechten gemeld tussen strijders die aangesloten zijn bij de Militaire Raad van Suweida en radicale groeperingen in dorpen rond de stad. Er werd opgemerkt dat de huurlingen gelijktijdig grootschalige aanvallen uitvoerden en zich intensief voorbereidden om de stad binnen te dringen.