Ik blijf me verbazen hoe snel mensen elkaar in de haren vliegen. Ach ja, wat zal ik ervan zeggen? We hebben een groot talent om dingen flink te verkloten. Voor onszelf. En voor elkaar.
Stelling: “Ieder mens is in meer of mindere mate contactgestoord.” Om te beginnen heb ik ‘t dan over mezelf. Zoveel is duidelijk. Die hebben we afgetikt. Als je nou gaat roepen: ‘Maar ik niet!’, dan slaat dat juist ook op jou, vrees ik. Dan is bij jou het mentale waakvlammetje zéker uitgedoofd. Nou ja, dat kan ik niet weten. Misschien ga je al jaren fantastisch, en zit ik er totaal naast. Okay okay, in dat geval: Petje af! Afijn, voor de meesten onder ons is daarin toch wel enige herkenning. En gelukkig maar.
Want ‘Family is a fuck up’. Relaties zijn doorgaans knap fucked, en opvoeding sucks. En conflicten verderop in onze menselijke betrekkingen zijn daarop te herleiden. Die stamppot van rijp en rot is de blauwdruk voor het leven. Kan het niet hard maken, weet ik, maar toch…
Het idee dat je jezelf kan uitvinden vind ik zó sneu: in ons reizen de trauma’s van alle generaties voor ons met ons mee. Dat zit in ons, dat zit onder de huid. Wanneer staan we aan het roer van ons leven? En hoe zo ‘Nurture or Nature‘? Dat zijn toch twee kanten van hetzelfde?
In het DNA van de moderne hobbykip zitten de aantoonbare littekens en breuklijnen, aangericht door de slachting onder de dino’s direct na de inslag van een enorme meteoriet, 65 miljoen jaar terug. Dat heeft hun genen-pool zwaar overhoop getrokken. De meest geslaagde top-predators van toen moesten het opeens afleggen, en werd het pad geëffend voor de ‘kneusjes’ onder hen.
Niet alleen bij kippen, ook in onszelf spelen dat soort dingen: De afdruk van perioden van grote honger en epidemieën die het leven van de burgers in de 18de eeuw teisterden, is in het genetische materiaal van de mensen van nu terug te vinden ( De ‘epigenetica van miasmen’. Daar kom ik straks nog even op terug)
Zo dragen wij het verleden in ons mee. Als een stempel, als een gangmaker – Ons gedeelde verleden, in al haar pracht, en in al haar lelijkheid. Wij zijn zwanger van onszelf. Gevangen in een tijdloos nu. Opgehoest en uitgekotst door een opstuwend, ongrijpbaar verleden. Aangespoeld als gestrande zeehondjes.
Is de mens de kroon op het leven? Waarom is dan 2 % van ons erfelijk materiaal bijeengesprokkeld DNA, weggesnoept van de Neanderthalers, een parallel aan ons geëvolueerde diergroep? (Copy Paste… What the fuck! Hatseflats! Klaar!)
Waarom je zuster pakken, als je ook aanpalende varianten in the tree of life kan bezwangeren? En vice versa.
Was dat ook deel van Gods alziende voorzienigheid? God als master-gynaecoloog, met de Koran als Zijn almanak. Of heeft De Almachtige, als meesterstrateeg, zich niet altijd netjes gehouden aan z’n eigen uitgestippelde plan? Heeft Hij hier en daar een vluggertje gemaakt? Had ie soms ook even een wegtrekkertje? Misschien mag je niet zo denken, maar toch… Dan vallen er voor mij wel wat stukjes op hun plek, en wordt het allemaal toch een verhaal met een heel menselijk randje.
Maar goed, even serieus, ik ben er niet zo van –Van dat er een vooropgezet plan zit onder dit alles. Daar moet ik eerlijk over zijn, ik zie ‘m even niet. Te veel laat zich gewoon lezen als een zich ontrollend proces met talloze kruisende en zich splitsende wegen volgens een random ordening.
In dat random proces is er ook ruimte voor de ontwikkeling van wezens die hun random gevormde behoeftes inbedden in random gevormde levens-strategieën rond het idee van een non-random, diepere zingeving. Dat berust dan op een soort van ‘voorbestemd zijn’, ingegeven door een hogere macht, met diep morele ondertonen. Afijn…
De mens is een tamelijk schaars behaarde diersoort, een super kwetsbare, sociale diersoort. We blinken erin uit om ons eigen kwetsbare, individuele leven te zien in het licht van een ‘hogere’ roeping, een goddelijke influistering.
Hoewel er voor die goddelijke aansturing geen enkele aanwijzing is te vinden, is het omgekeerde wel zichtbaar: Hoe meer mensen zich uitleveren aan die ‘door god gestuurde’ gedachten, des te beter zijn zij in staat om zich te buiten te gaan aan ‘bovenmenselijke’ gruwelijkheden.
Zo evolueerde de mens zich van verhalenverteller tot praatjesmaker en handelaar in gebakken lucht. En ontbrak het ‘de verteller’ daarbij toch aan zeggingskracht om z’n punt te maken, dan was daar altijd nog het zwaard, als laatste ‘redmiddel’. Dit groeide uit tot een woud van vrolijke en minder vrolijke verhaaltjes om onszelf en elkaar op te trakteren.
Ook voor het doorgeven van die praatjes geldt dat zij onderhevig zijn aan de schiftende werking van de ‘survival of the fittest’. Godsdiensten – als ‘selfish memes’ – zou je ook kunnen opvatten als zich reproducerende ‘levensvormen’, met een eigen – bij elkaar gesprokkeld – DNA.
Nog even dit: Interessant punt is dat in de biologie van de mens het DNA niet het enige erfelijke materiaal is dat op de volgende generatie wordt overgedragen. Natuurlijk is daar ook het mitochondriaal mRNA, dat 100% langs de vrouwelijke lijn – dus buiten het DNA om – wordt gekopieerd en doorgegeven. Maar het uitlezen van dit DNA en mRNA verloopt over schakels die zelf de eerder doorleefde omgevingsinvloeden in zich hebben opgeslagen, en dat hebben doorgegeven.
Deze schakels zijn dus geen neutrale doorgeefluikjes. Ze zijn zelf geprogrammeerd en gemodificeerd door ervaringen. Ervaringen opgedaan in voorgaande generaties. Vervolgens modificeren zij de expressie van het DNA en het mRNA.
(Die expressie noemen we de ‘epigenese’)
Zo blijken nazaten van voorouders die extreme hongersnood hebben doorstaan, vele generaties later, een verhoogde gevoeligheid voor obesitas te ontwikkelen, zonder dat dit is terug te voeren tot variaties in het DNA zelf. Het is dus zo dat hetzelfde uitgelezen DNA in een familiegeschiedenis met trauma en terreur in die gevallen tot een andere expressie komt. Er is een soort overerfbare ‘herinnering’.
Dat bedoelde ik met ‘de epigenese van de miasma’s’. Daar is nu uit grondige studie hard bewijs voor. (‘miasma’, niet in de oorspronkelijke betekenis in het oud-Grieks van letterlijk ‘vervuiling’, maar als de genetische imprint van traumatische periodes)
Tot slot nog even terug bij de mens als loot aan the tree of life: in tegenstelling tot echte bomen, bomen met echte takken, die zich alleen maar uh kunnen vertakken, zie je dat de takken van the tree of life, ( in de evolutionaire biologie!) heel soms weer met elkaar fuseren – in the random walk of life. Denk even aan het ‘magische’ moment dat de tak van de familie van de Archaea en de tak van de familie van de Bacteria zich weer samenvoegden tot een nieuwe tak: de Eukaryoten – de familie waar wijzelf deel van zijn.
Ook de fusie van de oorspronkelijke mens en de Neanderthalers is, biologisch gezien, wel te volgen. Maar dat is totaal niet te verenigen met het Bijbelse verhaal, en ook niet terug te vinden in de andere Abrahamitische teksten.
Zo rest een oprecht beleefde Islam, in mijn ogen, maar twee mogelijke reacties op dit alles: of al deze kennis totaal ontkennen, of deze bewijslast vervloeken. In beide gevallen een tamelijk sneue aangelegenheid.
Mochten de Korangeleerden toch in staat blijken deze biologische ‘cross over’ weer recht te breien (zo van: “Alles wat God doet is goed gedaan…”) – En ik zie ze daar prima toe in staat. – dan vrees ik dat hun ‘alles verklarende’ uitleg ook meteen totaal nietszeggend zal zijn.
Hoe dan ook zal het moorden en onderdrukken in naam van De Allerhoogste er niet onder lijden.
Dat dan weer niet.
Auteur : Paul Terlunen
P.S. Met the tree of life bedoel ik niet de mythologische ‘Levensboom’, zoals die in sommige religies weleens opduikt, als beeldspraak. The tree of life is een begrip, gedefinieerd in de evolutionaire biologie. Het betreft het vertakte systeem van alle in kaart gebrachte genetische verwantschappen. Dat staat los van de feitelijke verschijningsvormen van de betreffende soorten
(Zo kunnen diverse krabbensoorten en krabachtigen die, zo op het oog, totaal op elkaar lijken in uiterlijke kenmerken, in evolutionaire zin totaal niets met elkaar gemeen hebben. Zij staan dan in the tree of life mijlenver uit een.)
The Tree of life: