31 jaar gevangenschap: “Bouwen aan mentale forten van verzet”

  • Turkije

De politieke gevangene Nevzat Öztürk, die zondagavond werd vrijgelaten na 31 jaar, zes maanden en 15 dagen in de gevangenis, heeft zich niet laten breken door de repressie in het Turkse strafsysteem. Hij werd in 1992 in Istanbul gearresteerd en na 14 dagen marteling in politiebewaring veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf door een van de beruchte staatsveiligheidsrechtbanken wegens “het vernietigen van de eenheid en integriteit van de staat”. Hij bracht zijn gevangenisstraf door in vijf verschillende gevangenissen en werd zelfs na het verstrijken van de straf niet vrijgelaten op grond van zwakke beschuldigingen. De gevangenisdirectie weigerde bijvoorbeeld om hem op 3 juni vrij te laten op grond van het feit dat hij niet genoeg boeken uit de gevangenisbibliotheek had gelezen en geen zuinig gebruik had gemaakt van elektriciteit. Als gevolg daarvan werd hij pas op 11 oktober vrijgelaten. Öztürk was op 26-jarige leeftijd de gevangenis ingegaan en verliet de gevangenis op 57-jarige leeftijd met veel gezondheidsproblemen.

Öztürk, die naar verluidt in de gevangenis te weinig zou hebben gelezen, schreef in die tijd twee boeken, getiteld ‘De Geschiedenis van de Koerden en Koerdistan’ en ‘Politieke Filosofie.’ In een interview met het persbureau Mezopotamya deelde Öztürk zijn ervaringen van 31 jaar en zes maanden in de gevangenis.

Zijn verzet begon met theaterwerk

Öztürk beschreef gevangenissen als ‘vestingen van onderdrukking’ en meldde dat de gevangenen ‘mentale vestingwerken’ tegen hen oprichtten. Voor zijn arrestatie werkte Öztürk als chauffeur. Tegelijkertijd was hij politiek actief. Hij leerde de politieke strijd voor vrijheid kennen via zijn familie en richtte samen met vrienden een theatergroep op genaamd ‘Koma Demhat.’ Ze bezochten families en brachten de Koerdische vrijheidsstrijd naar voren in hun toneelstukken. Öztürk herinnerde zich: ‘We waren een onafhankelijke groep. We werkten aan de ontwikkeling van de Koerdische cultuur en het vertellen van het verhaal van de Koerdische identiteit. Later groeide onze groep en namen steeds meer mensen contact met ons op. Het Cultureel Centrum Mesopotamië (MKM) werd geopend, en onze groep maakte er deel van uit.’

Koerdische opstand in de jaren 1990

Het klimaat in de jaren 1990 werd gekenmerkt door ernstige onderdrukking, maar ook door een massale Koerdische opstand, waaruit een generatie voortkwam die zich praktisch volledig identificeerde met de strijd voor vrijheid. Vanwege de kracht van dit verzet escaleerde de staat zijn aanvallen verder. Öztürk beschreef de situatie destijds: ‘De aanvallen van de staat tegen de Koerden waren zeer omvattend. Terwijl de strijd met moraal en enthousiasme werd gevoerd, voerde de staat een speciale oorlogspolitiek in Koerdistan.’

‘Het nadeel in een voordeel veranderen’

Öztürk benadrukte dat gevangenissen niets goeds hebben, maar het is belangrijk om de situatie als gevangene om te draaien: ‘Als je een doel geeft aan je gevangenschap, kun je gevangenissen veranderen in plaatsen voor intellectuele ontwikkeling. Het sleutelwoord is om het nadeel in een voordeel te veranderen. We hebben vrienden die analfabeet waren toen ze de gevangenis ingingen en nu boeken schrijven. Dit geeft mensen hoop. Het is dus belangrijk hoe je de plek waar je bent en de omstandigheden gebruikt. In gevangenissen proberen ze voortdurend je wil te breken. Als je je daar niet van bewust bent en je niet dienovereenkomstig organiseert, wordt de gevangenis een doodval. Het is noodzakelijk om vanuit de gevangenis een mentale verbinding met de buitenwereld tot stand te brengen en een houding aan te nemen die je verenigt met de samenleving en haar strijd.’

‘Solidariteit in de gevangenis’

Öztürk beschreef zijn gevoelens toen hij in de gevangenis arriveerde: ‘Ik had de gevangenis voorgesteld als een donkere plek waar je elkaar niet kunt zien. Ik was verrast toen ik de gevangenis binnenkwam. De gevangenis was niet wat ik had verwacht. Ik voelde me alsof ik in het normale leven was. De menigte, het enthousiasme, de solidariteit, de manier waarop mijn kameraden me verwelkomden – ik had niet het gevoel dat ik in de gevangenis was. Een tijdlang besefte ik zelfs niet dat ik in de gevangenis was. In de gevangenis is er solidariteit. Het leven buiten is duidelijk een leven gebaseerd op voortdurend eigenbelang. De gevangenis is een plek waar degenen die strijden samenleven.’

‘Ze proberen je mentaal te breken’

Öztürk sprak echter ook over psychologische marteling in de gevangenis. Alle aspecten van het leven worden beïnvloed in de gevangenis, en zelfs de eenvoudigste routines worden een kwelling. Hij lichtte toe: ‘In de gevangenis is er een röntgenapparaat. Ze stellen het apparaat zo fijn af dat het voortdurend piept. Zelfs een knoop aan je broek piept. Hun doel is om ons te demoraliseren en ons aan een lichaamsonderzoek te onderwerpen. Het passeren van het röntgenapparaat wordt marteling. Dit is willekeurig van bewaker tot bewaker. Soms gebeurt er niets dergelijks. De laatste keer vroegen ze me om mijn tong uit te steken en te wiebelen omdat ik naar het ziekenhuis moest. Dat deed ik niet, en ze brachten me niet naar de behandeling. Voor het slapengaan wordt er geteld. Plotseling bestormen ze de cellen, doorzoeken alles en nemen wat ze willen. Ze proberen je mentaal te breken.’

‘Het volk verdient vrij te zijn’

Öztürk beschreef deze behandeling als gepland: ‘Hoewel mijn gezondheidsproblemen zeer ernstig waren, wist ik dat ze niet voor me zouden zorgen, dus zei ik dat het niet uitmaakte. In plaats daarvan koos ik ervoor om te weerstaan. We waren fysiek niet in staat om op te staan, maar we hielden onszelf mentaal levend. Zonder mijn moraal en overtuiging zou ik al zijn gestorven aan deze gezondheidsproblemen. De arts zei: ‘Je moet permanent onder medisch toezicht worden geplaatst.’ Daarentegen focuste ik me op mijn houding. Toen ik vrijkwam, kreeg ik het antwoord op die houding. Ons volk is toegewijd en heeft veel geleden. Nu verdient het vrijheid. We zullen de strijd uitbreiden als de kinderen van dit volk. Al het andere doet er niet toe.’

Bezoek aan de families van medegevangenen

Öztürk voegde toe dat zijn vrijlating voor hem een ‘bittere vreugde’ betekent: ‘Ik had het gevoel dat ik mijn vrienden in de vestingen van onderdrukking in de steek liet. Ieder van hen wordt onderworpen aan psychologische marteling. Ze krijgen niet wat ze nodig hebben. Wetten en voorschriften worden niet nageleefd. Ik heb gemengde gevoelens: aan de ene kant ben ik nu vrij, maar aan de andere kant is het nu het belangrijkste om te voldoen aan de verwachtingen van mijn vrienden in de gevangenis en hoe ze leven. Op zijn minst zou dat een troost voor hen moeten zijn. In dat verband wilde ik voornamelijk de families van de ouderen en zieken bezoeken. Ik heb een tas gekocht met het opschrift ‘Jin, Jiyan, Azadî’ als symbool en hen bezocht.’

‘Opkomen voor gevangenen is essentieel’

Öztürk riep op tot steun voor gevangenen en besloot: ‘Toen ik uit de gevangenis werd vrijgelaten, zeiden ze: ‘Jij bent onze eer.’ Het heeft niets speciaal met mij te maken. Dit betekent dat mensen buiten opkomen voor de strijd van de gevangenen.'”