Turkse luchtaanvallen op Rojava duren voort

  • Rojava/Noord-en Oost-Syrië

De Turkse luchtmacht valt sinds 19 november Noord- en Oost-Syrië aan. Tot nu toe zijn er tientallen doden gevallen, onder wie minstens 13 burgers. Gedurende de afgelopen nacht vielen Turkse straaljagers Kafr Antun en Malikiya aan in het Shera-district van Afrin. Daarnaast werden de dorpen Belûniyê, Minix, Sheik Isa, Hirbil en Semoqa in het kanton Shehba aangevallen. Tegelijkertijd troffen 476 artilleriegranaten de regio. Volgens informatie tot nu toe raakten vier soldaten van het regime gewond bij de aanvallen nabij het dorp Belûniyê.

In de ochtend werden de dorpen Medûnê en Radar in het kanton Shehba aangevallen. De regio verder naar het oosten rond Manbij was ook het doelwit van beschietingen. De dorpen Al-Gat (ook Jat) en Hoşeriyê kwamen onder vuur te liggen. Twee uur eerder troffen granaten de dorpen Mohsenli en Cerada. Tegelijkertijd werden de dorpen Derdara en Qibur Qerajne bij Til Temir beschoten door houwitsers en mortieren.

Volgens rapporten tot dusver zijn in Syrië 13 burgers en zes strijders van de Syrische Democratische Krachten (SDF) en de Afrin Bevrijdingstroepen (HRE), opgericht na de Turkse bezetting van Afrin in 2018, gedood. Onder de dodelijke slachtoffers is een journalist, ANHA-correspondent Isam Abdullah, die verslag deed van de aanslagen in Dêrik. Een andere journalist, Mihemed Ceradê van de Koerdische zender Stêrk TV, raakte gewond tijdens verslaggeving in Kobanê. Turkije richtte zich op civiele infrastructuur, waaronder een onderstation, een Corona-kliniek en een tarwedepot. Onder de doelen bevonden zich ook bases van het Syrische leger, en naar verluidt werden meer dan twintig soldaten gedood.