Ankara’s drone-oorlog: internationaal onopgemerkt en onbetwist

  • Rojava/Noord-en Oost-Syrië

De drone-oorlog van Ankara in de Noordoost-Syrische autonome regio vindt internationaal onopgemerkt en onbetwist plaats. Het Rojava-informatiecentrum documenteerde vorig jaar 130 drone-aanvallen, waarbij 87 doden en 151 gewonden vielen.

Volgens een rapport van het Rojava Informatiecentrum (RIC) voerde Turkije in 2022 130 drone-aanvallen uit in het noordoosten van Syrië – een stijging van 46 procent ten opzichte van 2021. In totaal kwamen 87 mensen om het leven en raakten 151 mensen gewond. Het aantal burgerslachtoffers bedraagt ​​respectievelijk 25 en 79.

Een kwart van alle aanvallen was gericht op auto’s en meer dan de helft van de aanvallen vond plaats in de regio Cizirê, met name op de weg Dirbêsiyê-Tirbespiyê (al-Qahtaniyya), die langs de grens met Turkije loopt. De stad Qamishlo werd acht keer aangevallen, Tel Rifat in Shehba veertien keer en Kobane zes keer.

“De bereidheid van Turkije om toe te slaan in dichtbevolkte burgergebieden en zich ook te richten op burgerpersoneel van het Autonome Bestuur betekent dat er veel burgerslachtoffers vallen, waaronder kinderen”, merkt de RIC op in zijn rapport.

In de zomer, na een Turks-Iraans-Russische ontmoeting, namen drone-aanvallen toe. Het hoogste aantal aanvallen werd afgelopen november geregistreerd, toen Turkije een grootschalige luchtoperatie (“klauwzwaard”) lanceerde gericht op belangrijke olie- en gasinfrastructuur in de Cizirê-regio. Op 20 november 2022 bombardeerde de Turkse luchtmacht van Shehba tot Dêrik tientallen doelen in de Autonome Regio Noord- en Oost-Syrië, met zowel straaljagers als drones.

De strijd tegen IS is verstoord

Volgens de RIC heeft de Turkse drone-oorlog een nadelig effect op de strijd van de Syrische Democratische Krachten (SDF) tegen de “Islamitische Staat”. Dat werd ook bevestigd door de in het rapport geciteerde Amerikaanse kolonel Myles Caggins, voormalig woordvoerder van de internationale coalitie tegen IS.

De RIC stelt ook dat de aanvallen van Turkije de bevolking beroven van stabiele bronnen van gas en brandstof en wegen op een toch al worstelende economie. Door zich te richten op leden van het ontluikende democratische project in de regio, wil Turkije ook het noordoosten van Syrië politiek destabiliseren.

Het rapport concludeert dat de internationale veroordeling van de agressie van Turkije tekort schiet. Incidentele verklaringen van de VS veroordelen geweld over de hele linie zonder Ankara als de boosdoener te noemen. Dit zou Turkije aanmoedigen om verdere aanvallen uit te voeren. De dreiging van een grondinvasie is internationaal afgewezen, maar Ankara’s “drone-oorlogsvoering blijft grotendeels onopgemerkt en onbetwist”, aldus de RIC.