Bomen ter nagedachtenis van slachtoffers van bloedbad Digor vernield

  • Noord-Koerdistan

De bomen die in een openluchtmuseum zijn geplant ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het bloedbad van Digor, zijn vernield.

Op 14 augustus 1993 kwamen 17 mensen, waaronder kinderen en ouderen, om het leven en raakten meer dan 200 gewond in het Digor-district van de provincie Kars toen Turkse soldaten het vuur openden op burgers die een protestmars zouden organiseren tegen het opleggen van de ‘dorpswacht’-systeem, huiszoekingen en martelingen.

Op de 29e herdenking van het bloedbad kondigde voormalig plaatsvervanger en schrijver Mahmut Alinak de opening aan van een openluchtmuseum op de plaats van de massaslachting: “Dit museum wordt een heilige plaats waar we elk jaar de doden zullen herdenken.  De geschiedenis vergeet niet. Wij ook niet.”

Alınak ging maandag naar de plek om de bomen die ze in het openluchtmuseum hadden geplant water te geven, en trof ontwortelde bomen aan. Door afbeeldingen op sociale media te publiceren, veroordeelde Alınak de daders die hij beloofde ter verantwoording te roepen. “Racistische wilden tolereren ons verdriet zelfs niet”, schreef hij.