- Turkije
Volgens officiële cijfers zijn sinds 6 februari meer dan 50.000 mensen omgekomen bij de reeks aardbevingen in het Turks-Syrische grensgebied. Het aantal ongemelde gevallen is veel hoger en nog steeds zijn niet alle doden geborgen. Honderdduizenden raakten gewond, volgens de Turkse regering zijn 20 miljoen mensen in het land getroffen.
De mensen in het aardbevingsgebied verlaten massaal hun woonplaats. De belangrijkste reden voor de emigratie is het gebrek aan steun van de Turkse staat. De slachtoffers van de aardbeving, die geen onderdak en geen voedsel hebben, worden gedwongen de regio te verlaten.
HDP-parlementslid Kemal Bülbül sprak met ANF Nieuwsagentschap in Semsûr (Tr. Adiyaman) over de massale uittocht. De alevitische politicus legde uit dat mensen de regio verlaten omdat hun huizen beschadigd of volledig verwoest zijn. Dat mag echter niet betekenen dat ze hun vaderland voor altijd moeten verlaten. Bülbül verwees naar de problemen in het aardbevingsgebied en zei :
“Er moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen tegen de zorgen van mensen. Maar deze maatregel mag niet betekenen dat ze hun vaderland verlaten en vertrekken. De staat plant het zo, maar de bevolking moet er aandacht aan besteden. Het is waar dat hier fundamentele problemen zijn, zoals huisvesting, voeding, communicatie, netheid, dierenvoeding en transport. Zo is er schade aan de tabak van de tabakstelers en de abrikozen van de abrikozentelers. Ook liggen er boerderijdieren begraven onder het puin. We moeten ook herstellen van de psychologische impact van de aardbeving en actie ondernemen voor het leven. Omdat er hier sprake is van een situatie die verder gaat dan de distributie van voedsel. Dat geldt ook voor migratie.”
‘Er liggen lichamen onder het puin’
Bülbül legde verder uit dat de HDP suggesties heeft voor degenen die moeten emigreren: “Je kunt uit voorzorg gaan, op voorwaarde dat je terugkeert. Maar ook hier moet de schade worden vastgesteld. De ingestorte gebouwen moeten worden onderzocht en de doden moeten worden geïdentificeerd. De overheid presenteert het puin als afval, maar er liggen nog lichamen onder het puin. Er zijn ook waardevolle voorwerpen in dit puin, apparaten, sieraden en persoonlijke memorabilia. Daar moet voor gezorgd worden. Daarom is het mogelijk om uit voorzorg naar de grote steden te gaan om urgente problemen op te lossen, maar alleen op voorwaarde dat mensen terugkeren.”
‘De regering kan de oppositie niet aan’
Bovendien worden er steeds meer pogingen gedaan om te profiteren van de emigratie, zei het HDP-parlementslid: “Vandaag bleek dat 500.000 mensen naar Mersin zijn gegaan. Er is ook een migratie naar steden als Istanbul, Ankara en Izmir. Maar worden de behoeften van mensen daar vervuld? Nee. De goedkoopste huur in Antalya is bijvoorbeeld 15.000 TL. Hoe kan een slachtoffer van een aardbeving wiens huis werd verwoest 15.000 TL betalen voor een appartement? We hebben mensen die hun huizen en hotels openen, maar dat zal niet voor altijd zo blijven. Omdat het toeristisch seizoen zal openen en deze kansen zullen verdwijnen. De staat moet al zijn mogelijkheden mobiliseren. Hij zegt dat hij 110 miljard TL heeft ingezameld, hoe is hij van plan dit geld te gebruiken? Het parlement is tot op de dag van vandaag niet opengegaan omdat de regering niet het gezicht heeft van de oppositie.”
“De echte catastrofe is de AKP”
Bülbül zei dat de echte catastrofe niet de aardbeving was, maar de AKP zelf: “Tijdens het bewind van de AKP waren er overstromingen, branden, aardbevingen, economische crises en oorlogen. Slechts een meteoriet heeft de aarde tot nu toe nog niet geraakt. Deze AKP is zelf een ramp. De AKP en hun mentaliteit moeten verdwijnen. Daarom mogen we ons vaderland niet verlaten. Als we weggingen, zouden we terug moeten gaan. Hier wordt een beleid van assimilatie en ontvolking gevoerd tegen de Koerdische en alevitische gemeenschappen. Laten we voor onze toekomst zorgen en onze solidariteit versterken. Ik wil de maatschappelijke organisaties bedanken die hier solidariteit hebben getoond en de slachtoffers van de aardbeving hebben geholpen, de gemeente Çınar voor het uitdelen van voedsel en de media voor het melden van de waarheid.”