Conferentie in Stockholm: ‘Jin, Jiyan, Azadî’

  • Zweden

De Gemeenschap van Vrije Vrouwen van Oost-Koerdistan (KJAR) organiseerde dit weekend een tweedaagse conferentie in Stockholm, Zweden, getiteld “Jin Jiyan Azadî” (Vrouw, Leven, Vrijheid).

De conferentie over vrouwenverzet in Iran en Rojhilat wordt bijgewoond door honderden vrouwen, waaronder leden van RJAK (Vrije Vrouwenbeweging Koerdistan), Iraanse communistische vrouwenbeweging, Iraans Feministisch Collectief ,Jinên Komala, Vriouwenvergadering Amara en vrouwelijke academici en kunstenaars.

De conferentie bespreekt de “Jin Jiyan Azadî” activiteiten en de huidige fase van de vrouwenstrijd.

De conferentie begon op zaterdag met een minuut stilte, gevolgd door een openingstoespraak van Meyrem Fethî, voorzitter van KJAR European Coordination. Meyrem Fethî merkte op dat het anderhalf jaar geleden is dat Jina Mahsa Amini werd vermoord door de Iraanse staat en dat de reacties en protesten onder leiding van vrouwen tegen de moord op de jonge Koerdische vrouw zich over de hele wereld hebben verspreid en een grote impact hebben gehad.

Meryem Fethî verklaarde dat de vervolging en onderdrukking van vrouwen, die al duizenden jaren voortduurt, werd verpletterd door de strijd van vrouwen: “Vorig jaar zag de hele wereld hoe vrouwen het systeem van de dominante mannelijke mentaliteit, die vrouwen onderwierp aan vervolging, aan het wankelen brachten. Na de moord op de Koerdische vrouw Jîna Amini door Iran, begon de ‘Jin Jiyan Azadî’ opstand en verzet. Dit verzet is nog steeds gaande. Over dit verzet zijn tot nu toe veel panels en conferenties georganiseerd. Het doel van deze conferentie is dat vrouwen hun eigen weg, standpunt en originele politiek onthullen op basis van dit verzet. Het doel is dat vrouwen dit met hun eigen wil bepalen. Het onderwerp van discussie is hoe vrouwen in Baluchistan succes hebben geboekt, wat de alternatieven zijn die door vrouwen zijn geuit, wat er gedaan moet worden om de resultaten en verworvenheden na het verzet van Koerdische en Iraanse vrouwen te beschermen. Ook zal worden besproken wat voor houding KJAR inneemt ten opzichte van vrijheid en vrede in Koerdistan, Iran en het Midden-Oosten. Deelnemers en sprekers zullen hun gedachten over dit onderwerp uiten. Samen zullen we zoeken naar antwoorden op deze vragen en onze eigen houding. Nogmaals, ik herdenk met respect alle martelaren en de vrouwen die werden afgeslacht door de indringers.”

Daarna hield de Zweedse kunstenares Stina Bonges een toespraak, die ze begon met een groet aan de strijd van Koerdische vrouwen. Ze herinnerde aan de twee bloedbaden tegen Koerdische vrouwen in Parijs en merkte op dat Sakine Cansız, een van de leidende kaders van de vrijheidsbeweging, die de martelaarsdood stierf in het eerste bloedbad in Parijs, het symbool was van de vrouwenstrijd. Bonges zei dat ze erg onder de indruk was toen ze hoorde over de moord op Sakine Cansız in Parijs en zei dat ze een lied over Sakine Cansız had gecomponeerd, waarin ze vertelde over het effect dat ze op haar had. Stina Bongens zong vervolgens het lied dat ze voor Sakine Cansız had gecomponeerd, wat momenten van ontroering veroorzaakte.

In het eerste deel van de conferentie vond een panel plaats met de titel “Strijd voor vrouwenrechten in de geschiedenis van Iran en Rojhilat Koerdistan”. Het panel werd gemodereerd door Shîwa Qelbazî en Dr Shahin Nawaî van Peter Lang Publishing House in Duitsland gaf een lezing over het verzet van vrouwen onder de heerschappij van de Sjah tijdens de Safavidische tijd. Dr Shahin Nawaî legde uit hoe vrouwen werden afgeschilderd in oude teksten en gaf informatie over de oprichting van de eerste vrouwengemeenschappen in Iran, Baluchistan en Rojhilat (Oost-Koerdistan) en de geschiedenis van feministische activiteiten. Shahin Nawaî sprak over de strijd van vrouwen tegen feodale systemen en de mentaliteit van geweld die de staatssystemen in de afgelopen 200 jaar hebben gecreëerd. Ze benadrukte dat vrouwenstrijd zich blijft ontwikkelen ondanks alle druk.

De belangrijkste onderwerpen van de sessie van vandaag zijn “Het effect van interne en externe dynamiek op de revolutie”, “Problemen van de continuïteit van de opstanden”, “Vrouwenrevolutie en samenleving”.

Tijdens de eerste sessie van de tweede dag werden presentaties gegeven door voormalig Afghaans parlementslid Belqis Roşen, academicus Rojin Mokriyani van University College Cork-Ireland, academicus Sara Kirmaniyan uit het Verenigd Koninkrijk en academicus Nêda Hoşeng uit Zweden.

Honderden Koerdische, Balochische, Afghaanse en Perzische vrouwen wonen op de tweede dag van de conferentie de conferentie bij.

Baloch activiste Fariba Barhanzehi hield een belangrijke toespraak tijdens de zaterdag sessies van de conferentie. Barhanzehi benadrukte het belang van de ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’ opstand en verklaarde dat deze opstand de aanzet gaf tot een intellectuele renaissance en sociale transformatie in heel Iran.

Belangrijke delen van Barhanzehi’s toespraak zijn als volgt:

“De ‘Vrouw, Leven, Vrijheid’ opstand bracht sociale segmenten samen en vormde een sociale alliantie onder leiding van vrouwen. Deze alliantie bracht Balochi, Koerdische, Turkse, Arabische, Lor, Hazar en Turkmeense gemeenschappen samen die hun bestaan in Iran gedurende de hele geschiedenis hebben proberen te behouden.

“Na de moord op Jina Amini door het Iraanse regime kwam het Balochi-volk luidkeels in opstand tegen het bloeddorstige regime. De opstand, die begon in Koerdische steden, was zo effectief in Zahidan dat het de grenzen opende. De Balochi’s van Pakistan begroetten de opstand van de Iraanse volkeren en organiseerden dagenlang demonstraties. Tientallen onschuldige burgers werden afgeslacht door de bewakers van het regime in de steden van Baluchistan. Het Baluch volk stond echter op tegen de onderdrukking en de moord op vrouwen door het regime, verhief zijn stem en zette zijn protesten voort. Vandaag vallen zowel Iran als Pakistan met zware wapens steden in Baluchistan aan. Vrouwen en kinderen worden afgeslacht. Balochis benadrukken de noodzaak om de alliantie van verzet te versterken en de heerschappij van racistische regimes te breken, zoals het geval was tijdens de ‘Jin Jiyan Azadi’ opstand.”

Bron: ANF