- Zuid-Koerdistan
In een exclusief interview met Medya Haber TV heeft Duran Kalkan, leider van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), het beleid van de Turkse regering ten opzichte van Irak, Iran en Noord- en Oost-Syrië beoordeeld en Turkije ervan beschuldigd onrust in de regio te orkestreren voor eigen gewin.
Kalkan waarschuwde de Iraakse regering en beweerde dat Turkije, gesteund door de regerende Koerdische Democratische Partij (KDP) in de Koerdische regio van Irak, instabiliteit in Irak wil creëren en Kirkuk (Kerkûk) wil overnemen. Hij zei dat de Turkse Nationale Inlichtingendienst (MİT) zich actief aan het organiseren is in verschillende delen van Irak en probeert de controle over Kirkuk over te nemen door middel van militaire interventies.
“In feite is MİT, de inlichtingendienst, overal georganiseerd. Het is georganiseerd in heel Zuid-Koerdistan en Irak”, zei hij, eraan toevoegend: “Het was vandaag in het nieuws, het heeft een nieuwe basis opgericht in Duhok. Het heeft meer dan 100 basissen in Irak. Het is een bezetting, dit zijn bezettingsaanvallen. Ze willen Kirkuk innemen.”
Kalkan beschuldigde Turkije ervan problemen te veroorzaken, niet alleen in Irak maar in de hele regio, en noemde de recente bomaanslag, opgeëist door ISIS, in de Iraanse stad Kerman als een operatie georganiseerd door Turkse inlichtingendiensten. Hij suggereerde dat Turkije Iran manipuleerde en uitlokte om actie te ondernemen tegen de PKK.
“Ze hebben een bloedbad aangericht via ISIS. De laatste informatie is dat de aanvallers uit Turkije kwamen en jarenlang in Turkije verbleven. Ze reisden van Mosul naar Turkije. Het zijn MİT-agenten”, zei Kalkan.
Kalkan onderstreepte de complexiteit van de situatie en zei dat het doel was om Iran over te halen om de krachten te bundelen tegen de PKK. Hij uitte zijn scepsis over het succes van dergelijke inspanningen en benadrukte dat elk land zijn eigen belangen heeft.
Met betrekking tot de recente Turkse aanvallen op Noord- en Oost-Syrië, ook bekend als Rojava, verklaarde Kalkan dat deze werden ingegeven door de angst voor de democratische ontwikkeling van het door Koerden geleide zelfbestuur en de eenheid van de verschillende etnische groepen in de regio. Hij beweerde dat de agressie van Turkije voortkomt uit de angst om verantwoording te moeten afleggen voor historische wreedheden.
Kalkan richtte zich tot slot tot de mensen van Rojava, spoorde hen aan om stand te houden tegen de aanvallen en herhaalde dat hun enige optie was om vrij te blijven leven in de regio.
“Het doel van al deze aanvallen en bedreigingen is om hen bang te maken, af te schrikken en te doen vertrekken. Niemand zal vertrekken, wat er ook gebeurt. We zullen vrij in deze landen leven. Er is geen andere manier. Er is geen andere plaats”, zei hij.