Erdoğan kondigt nieuw “grondoffensief” aan

  • Turkije

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft een nieuw “grondoffensief” aangekondigd tegen de autonome regio’s van Noord- en Oost-Syrië (AANES) en de regio Koerdistan van Irak (KRI). Het lijdt geen twijfel dat men zich niet beperkt tot luchtoperaties, zei Erdogan maandag volgens staatsmedia op de terugvlucht uit Qatar. Men is momenteel bezig niet te beslissen of, maar hoe groot het grondoffensief zal zijn. Het hoofd van het regime was niet specifieker.

In de nacht van zondag op zondag bombardeerde Turkije gebieden in de AANES en de KRI in een zogenaamde “Claw Sword”-operatie met talrijke luchtaanvallen. Alleen al in Syrië kwamen minstens 34 mensen om het leven en raakten tientallen anderen gewond. Volgens de Turkse leiding waren de aanslagen bedoeld als wraak voor de aanslag op de winkelstraat Istiklal in Istanboel zondag een week geleden. Ankara geeft de PKK en YPG de schuld van de aanval, waarbij zes doden en tientallen gewonden vielen. Beide organisaties verwerpen de beschuldigingen resoluut en gaan uit van een geënsceneerd voorwendsel voor een nieuwe invasie.

“Vergelding” tegen ziekenhuis met verwijzing naar VN-handvest?

Het was “tijd voor wraak”, de “terroristische aanvallers zullen ter verantwoording worden geroepen”, tweette het Turkse leger, toen gevechtsvliegtuigen hun bommen lieten vallen op Rojava en Zuid-Koerdistan – naar verluidt tegen “posities” van Koerdische “terroristen”. Officieel beroept Turkije zich voor zijn luchtaanvallen op artikel 51 van het VN-Handvest, dat het recht van een land op zelfverdediging regelt. Maar dat omvat niet het recht op vergelding.

In feite werden voornamelijk civiele nederzettingen en infrastructuur aangevallen. In de AANES waren verschillende nederzettingen voor ontheemden het doelwit: een opvangkamp voor mensen uit Afrin in Belûniyê bij Tel Rifat, en een nederzetting voor ontheemden in de gemeente Zirgan. In Kobanê werd een Covid-19-kliniek volledig verwoest en in het dorp Dehril Ereb bij Dirbêsiyê verwoestten Turkse bommen een tarwedepot. De Turkse staat heeft een bloedbad gepleegd in Dêrik: in het dorp Teqil Beqil werden voor het eerst de bewakers van een energiecentrale aangevallen. Toen de lokale bevolking hen te hulp snelde, werd dezelfde plaats opnieuw gebombardeerd. In totaal kwamen elf burgers, onder wie een journalist, om het leven en raakten zes andere mensen gewond.

Luchtruimvrijgave niet mogelijk zonder groen licht van de VS en Rusland

Turkije probeert al jaren met een agressief expansiebeleid en onder het mom van een “bufferzone” aan zijn zuidgrens een jihadistische gordel op te zetten en de Koerdische bevolking te verdrijven. Een hernieuwde aanvalsoorlog tegen Noord- en Oost-Syrië en de KRI werd zes maanden geleden aangekondigd, maar werd vervolgens uitgesteld wegens verzet van Washington en Moskou. Erdogan zei maandag dat noch met de VS, noch met Rusland vooraf is gesproken over de luchtaanvallen, en dat Turkije geen toestemming hoeft te krijgen. Dit kan echter niet het geval zijn, aangezien de bombardementen op de AANES en de KRI niet mogelijk zouden zijn geweest zonder de vrijgave van het luchtruim door de VS, de NAVO en Rusland. De terreur van de Turkse staat gebeurt met instemming van de grote westerse mogendheden.

‘Granaatvuur en raketaanvallen vanuit Noord-Syrië’

De Turkse regering meldde eerder meerdere granaatinslagen en raketaanvallen vanuit Syrië en gaf meteen de schuld aan de YPG. Volgens staatsinformatie zijn maandag in de buurt van Karkamış in de provincie Gaziantep (Ku. Dîlok) drie mensen gedood en zes gewond geraakt, zijn een school en een vrachtwagen geraakt.

Karkamış ligt vlakbij de grensovergang naar de Noord-Syrische grensplaats Jarablus, die in de Turkse bezettingszone ligt. De stad wordt sinds 24 augustus 2016 bezet door het Turkse leger en zijn jihadistische milities, nadat de terroristische militie “Islamitische Staat” (IS) haar zonder slag of stoot aan Turkije had overgedragen. De dichtstbijzijnde YPG-posities bij Karkamış zijn hemelsbreed meer dan 30 kilometer verwijderd.

Zes Turkse politieagenten en twee soldaten zijn zondag gewond geraakt bij een raketaanval vanuit Syrië in de stad Kilis. Kilis grenst aan Azaz, dat zes jaar geleden ook door Turkije werd bezet. De Syrische Democratische Krachten (SDF) hadden een reactie op de luchtaanvallen aangekondigd. Tot nu toe heeft de multi-etnische strijdalliantie echter geen commentaar gegeven op de raketaanvallen in Karkamış en Kilis.

Duitse federale regering wil “proportionele” bombardementen

De Duitse federale regering riep Ankara op om terughoudend te zijn tegenover de massale luchtaanvallen: “We roepen Turkije op om proportioneel te reageren en het internationale recht te respecteren”, zei de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Christofer Burger, maandag in Berlijn.

Respect voor het internationale recht betekent met name dat burgers te allen tijde moeten worden beschermd, aldus Burger. Hij noemde de berichten over burgerslachtoffers van Turkse aanslagen “buitengewoon zorgwekkend”. Turkije en alle andere betrokken partijen zouden nu “niets moeten doen dat de toch al gespannen situatie in Noord-Syrië en Irak verder zou verergeren”. Verwijzend naar artikel 51 van het VN-Handvest benadrukte Burger: “Het recht op zelfverdediging omvat geen recht op vergelding.”

De wetenschappelijke diensten van de Bondsdag hadden al herhaaldelijk vastgesteld dat dergelijke militaire acties van Turkije in Noord-Syrië, maar ook in Noord-Irak, in strijd waren met het internationaal recht en duidelijk in tegenspraak waren met het Turkse rechtvaardigingsverhaal. “De verkeerslichtregering geeft Turkije groen licht voor zijn aanvalsoorlog”, zei Khaled Davrisch, de Duitse vertegenwoordiger van AANES, tegen de krant “Junge Welt”, waarmee hij de vraag interpreteerde van het door de Groenen geleide ministerie van Buitenlandse Zaken voor bommen die voldoen aan internationaal recht.