Frederike Geerdink opgepakt uit Zuid-Koerdistan

  • Zuid-Koerdistan

Frederike Geerdink is opgepakt door de Iraakse politie en wordt de Koerdische regio van Irak uitgezet (KRI). De Nederlandse journaliste zei op Twitter: “Ik was bijna de grens met Noordoost-Syrië overgestoken toen de stemming plotseling omsloeg. Ik werd bij de politie in een auto gezet en naar Erbil Airport gebracht, waar ik nu ben. persona non grata, Erdoğan’s arm is lang.” “Het is heel triest dat de autoriteiten in de Koerdische regio van Irak zo bang zijn voor een vrouw met een pen”, zegt Geerdink. Dat geldt ook voor lokale journalisten, die vaker dan ooit worden gearresteerd. “Ik ben zo ongelooflijk trots dat mijn pen te scherp is voor de macht. Maar weet je wat, jullie allemaal die over Koerdistan en Turkije schrijven? Slijp je potloden, ze kunnen ons niet allemaal deporteren en verbieden’, tweette de journalist op Erbil Airport (Ku. Hewlêr).

De KDP-autoriteiten hebben Geerdink blijkbaar gevraagd een kaartje te kopen voor haar uitzetting. Geerdink weigerde en verklaarde dat ze in geen geval haar eigen deportatie zou financieren. Geerdink kreeg uiteindelijk steun van het Nederlandse consulaat.

Wie is Frederike Geerdink?

Frederike Geerdink woonde lange tijd in Turkije en werd in 2014 als eerste buitenlandse correspondent beschuldigd van terroristische propaganda. De aanklachten waren onder meer gebaseerd op de beschuldiging van het verspreiden van PKK-vriendelijke berichten via Twitter en andere digitale netwerken, evenals op foto’s van aanhangers van de Koerdische Arbeiderspartij.

Ook had Geerdink gesprekken gevoerd en de hand geschud met Cemil Bayık, medevoorzitter van de uitvoerende raad van KCK, in de Medya-verdedigingszones. Bij het gesprek werd een foto ervan gepubliceerd. Enkele weken voor de aanklacht werd de journaliste tijdens een inval door de antiterreurpolitie in haar appartement in Amed gearresteerd en voor verhoor meegenomen. Het openbaar ministerie eiste tot vijf jaar cel.

In april 2015 kwam er een verrassend einde aan de procedure tegen Geerdink. De officier van justitie verklaarde, in tegenstelling tot zijn collega die de aanklacht had voorbereid, dat hij in de dossiers geen enkel bewijs van vermeende “terroristische propaganda” kon vinden. Geerdink werd vrijgesproken, het vonnis werd een jaar geleden definitief bekrachtigd.