Gevangenen uit Noord-Koerdistan in Iraanse gevangenis in hongerstaking

  • Iran

Drie gevangenen uit Noord-Koerdistan die in Iran gevangen zitten, zijn sinds begin november in hongerstaking. Ze protesteren tegen hun “onrechtmatige veroordeling” en hun voortdurende detentie in het land, volgens een brief aan hun families. Om te onderstrepen hoe serieus ze zijn met hun hongerstaking, hebben de mannen blijkbaar hun mond dichtgenaaid. Ze sterven liever in hongerstaking dan jarenlang achter Iraanse gevangenismuren te verdwijnen vanwege ongegronde beschuldigingen.

De drie gevangenen zijn de Koerdische lokale politicus Mehmet Birdal uit Agirî (tr. Ağrı) en de twee vrachtwagenchauffeurs Faruk Cansever en Mahmut Kandemir. Ze worden allemaal vastgehouden in de Maku-gevangenis in Oost-Koerdistan – een penitentiaire inrichting die voornamelijk wordt gebruikt om politieke gevangenen vast te houden. Mehmet Birdal werd in januari overgebracht naar de faciliteit nadat hij in Ûrmiye was vastgehouden. De plaatsvervanger van de Democratische Volkspartij (HDP) in de provinciale raad van Agirî werd in augustus door een Iraanse revolutionaire rechtbank tot 16 jaar gevangenisstraf veroordeeld na ongeveer een jaar hechtenis. Naast “lidmaatschap” van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), werd de vader van drie kinderen en vooraanstaande activist van Koerdische gevangenensolidariteit ook schuldig bevonden aan “ondermijning van de nationale veiligheid” en “financiering van aanvallen op Iran”.

Faruk Cansever en Mahmut Kandemir zeiden dat ze elk tot zes maanden gevangenisstraf waren veroordeeld. De enige reden voor hun veroordeling waren chirurgische hechtingen die in hun vrachtwagens of voertuiglading zaten. Naast de gevangenisstraffen kregen de twee beroepschauffeurs ook draconische boetes – Kandemir zou naar verluidt het equivalent van ongeveer 850.000 euro moeten betalen, Cansever kreeg een boete van ongeveer 185.000 euro. “Omdat we allebei niet in staat zijn om het geëiste bedrag te betalen, wordt de boete omgezet in gevangenisstraf. Dit betekent dat we nooit meer levend uit de gevangenis mogen komen”, schrijven Cansever en Kandemir.

In hun brief klagen de mannen over tal van mensenrechtenschendingen, zoals grove oneerlijke rechtszaken die slechts enkele minuten duurden. Toen ze werden gearresteerd en vastgehouden, werden ze niet in begrijpelijke taal geïnformeerd over de beschuldigingen tegen hen en was er geen tolk aanwezig bij het latere proces. Een van de getroffenen had een corrupte advocaat te pakken gekregen, de ander zou niet in de gelegenheid zijn geweest zich juridisch te laten verdedigen. Zowel Cansever en Kandemir als Birdal hebben ook nadrukkelijk kritiek op het feit dat de Turkse diplomatieke missie in Iran zou weigeren de gevangenen te steunen. Ze benadrukken dat het gebrek aan consulaire steun een belangrijke factor was in hun veroordelingen en leggen uit: “We zitten in de gevangenis omdat Iran geld probeert af te persen, en Turkije kijkt alleen maar toe.”

Mehmet Birdal, Faruk Cansever en Mahmut Kandemir zijn sinds 1 november in hongerstaking. Op de tweede dag van hun protest werden ze van elkaar geïsoleerd en overgebracht naar individuele cellen. “De autoriteiten van het Iraanse regime willen voorkomen dat we vanuit de gevangenis om hulp vragen”, staat in de brief van de gevangenen. Twee van hen, Birdal en Kandemir, zijn al erg zwak en bleek en kunnen zich nauwelijks bewegen. “Onze eisen zijn daarom: de onwettige vonnissen tegen ons teniet doen en de onmiddellijke deportatie naar Turkije, waarvan wij burgers zijn. We roepen het democratische publiek in Koerdistan op voor steun. Zolang onze oproepen niet worden gehoord, zullen we de hongerstaking niet beëindigen.”