Gezondheidszorg in Shehba

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

De mensen die door de Turkse invasie in 2018 uit hun thuisland Afrin zijn verdreven, hebben hun eigen gezondheidszorgsysteem opgezet in de aangrenzende Shehba-regio in het noorden van Syrië. De gezondheidscommissie van het zelfbestuur in het kanton Afrin-Shehba is georganiseerd in gemeenten en raden en heeft twee klinieken. In het Avrîn-ziekenhuis verlenen 217 medewerkers gezondheidszorg aan de bevolking, en in de kliniek in Tell Rifat werken 78 mensen. Daarnaast zijn er drie gezondheidsklinieken in Babinis, Um Hoş en Taanê en drie tandheelkundige klinieken in Tell Rifat, Babinis en Ehrez.

Dr. Azad Reşo, covoorzitter van de Gezondheidscommissie in het kanton Afrin-Shehba, sprak met ANF Nieuwdagentschap over het zelfbesturende systeem: “Shehba was een moeilijk terrein voor de mensen die uit Afrin ontheemd waren. Door de voorgaande oorlog was negentig procent van de regio verwoest. Er was bijna geen functionerende infrastructuur meer. Gezondheidszorgvoorzieningen bestonden niet. De artsen en het verplegend personeel uit Afrin begonnen hun werk in tenten. Mensen waren massaal uit Afrin gevlucht en aanvankelijk waren er geen accommodatiemogelijkheden. Een gezond leven was niet mogelijk, waardoor ziekten zich snel verspreidden. Als eerste stap opende het zelfbestuur het Avrîn-ziekenhuis. Het was uiteraard geen professionele kliniek, maar slechts een gebouw voor de verzorging van urgente gevallen. In de loop van de tijd werden er gespecialiseerde afdelingen voor vrouwen- en kinderziekten, interne geneeskunde, huidziekten en meer opgericht. Natuurlijk was dat niet genoeg. In verschillende districten zijn extra gezondheidsstations opgezet. Vanwege de voortdurende aanvallen op Shehba kon niet aan de bestaande behoeften worden voldaan, dus werd een kliniek geopend in Tell Rifat. Ondanks dat de regio voortdurend wordt aangevallen en onder embargo staat, is de gezondheidszorg nog geen dag opgeschort. Door het embargo bereikt er nauwelijks medisch materiaal de regio, maar we werken nog steeds op volle sterkte. Onze klinieken en gezondheidscentra bieden zeer goede spoedeisende zorg, maar het aanbod moet veel professioneler. Voor alle ziekten hebben we behandelingen nodig. Het hele aanbod is gratis, maar het ontbreekt ons aan de nodige infrastructuur.”

Dr. Azad Reşo vervolgde: de gezondheidscommissie zorgt voor voorlichting en voorzorgsmaatregelen, zodat ziekten überhaupt niet uitbreken. Eén focus van het werk ligt op het opleiden van gezondheidspersoneel. Volgens Reşo zijn het grootste probleem de aanvallen van de Turkse staat: “De aanvallen leiden onvermijdelijk tot economische problemen, die uiteraard ook gevolgen hebben voor de gezondheidszorg. Binnen het Gezondheidscomité is een Comité voor Humanitaire Hulp opgericht om de behandelingskosten in moeilijke gevallen te dekken. Het regeringsembargo in Damascus heeft een ernstige crisis veroorzaakt. Er zijn nauwelijks medicijnen. Onze klinieken worden ook aangevallen door de Turkse staat. De reparatie is niet eenvoudig. Hulporganisaties blijven naar de regio komen om zieken te behandelen, maar voor de zieken levert dat weinig goeds op. Zij hebben daartoe de mogelijkheid, maar er wordt niet in de behoefte aan medicatie voorzien. De Wereldgezondheidsorganisatie is hier nog niet verschenen. De Rode Halve Maan is hier al een paar keer geweest, maar deze bezoeken gaan niet verder dan observaties en het verzamelen van statistieken. Heyva Sor heeft op veel gebieden ondersteuning geboden, maar de middelen zijn niet voldoende. Onderwijs is noodzakelijk voor een gezonde samenleving. Een zieke samenleving kan niet goed denken en handelen. Daarom is gezondheidszorg zo belangrijk.”

Bron: ANF