Grassroots Liberation Movement- Kenya stuurt solidariteit met het Koerdische volk

De Grassroots Liberation Movement- Kenia heeft een verklaring afgegeven van solidariteit met het Koerdische volk en de Koerdische bevrijdingsbeweging.

De verklaring luidde: “De Keniaanse massa van mensen uit de arbeidersklasse, boeren en alle vormen van sociaal bestaan is verontwaardigd over de aanhoudende aanvallen waarvan getuige is geweest in de verschillende delen van de Koerdische gebieden door NAVO-troepen: in Noord-Syrië, Oost-Syrië en al- Hol-detentiekampen waar ISIS-vrouwen en -kinderen zijn gestationeerd. We hebben het systematische geweld gevolgd dat recentelijk door de Turkse strijdkrachten tegen de Koerdische burgers en de bevrijdingsbeweging is gericht op de Koerdische burgers en de bevrijdingsbeweging en beschouwen ze als een van de vele pogingen van de reactionaire krachten tegen revolutionaire bewegingen en onafhankelijke samenlevingen. De luchtaanvallen op de Koerdische bases moeten worden veroordeeld en gezien zoals ze zijn: terroristische operaties.”

De verklaring voegde eraan toe: “De Grassroots Liberation Movement, in alliantie met sociale bewegingen en progressieve krachten in Kenia, is op dit moment solidair met het Koerdische volk en de noodzaak om hun revolutie met alle mogelijke middelen te verdedigen. We blijven onze onvoorwaardelijke, totale steun aan onze Koerdische kameraden, vrienden, broeders en zusters, die op dit moment onze solidariteit meer dan ooit nodig hebben. We groeten en brengen revolutionaire eerbetoon aan alle martelaren die zijn gevallen in de loop van de strijd voor vrijheid.”

De verklaring vervolgde: “De betekenis van de Koerdische verzetsbeweging staat sterk, onwankelbaar en altijd relevant voor het opbouwen van een inspiratie voor een krachtige verzetsbasis tegen het mondiale kapitalisme. Zelfs wanneer ze de schuld hebben verschoven naar de PKK, de Turkse strijdkrachten, met de hulp van de NAVO, en de internationale samenzwering, blijven kinderen, vrouwen, werkende mensen en burgers aanvallen. Verschillende doden, gewonden en vernietiging van infrastructuur blijven naar verluidt waar. Wat op zijn beurt de natuurlijke processen van de Koerdische gemeenschap en de wereld zal afleiden. Degenen die tot oorlog leiden, beelden lafheid uit.

We grijpen daarom dit geschikte, veeleisende en beslissende moment aan om de aanpak die door de Turkse strijdkrachten wordt gebruikt, categorisch en duidelijk te veroordelen. We stellen bovendien dat de recente gebeurtenissen een weerspiegeling zijn van angst, desorganisatie en een defaitistische houding van de Turks-NAVO-strijdkrachten. We dringen erop aan en bevelen aan dat ze in plaats daarvan middelen zouden besteden aan het ontwikkelen en opnieuw opbouwen van hun afbrokkelende sociale infrastructuur. Geen enkele natiestaatwet zal het Koerdische volk, dat onophoudelijk strijd voor zelfbeschikking, vernietigen of assimileren.

We dringen er bij alle progressieve krachten, de bewuste mensen uit onze samenlevingen, internationale organen, politieke partijen en sociale bewegingen op aan om solidair te zijn en de onmenselijke daden van de Turkse staat tegen de Koerden te veroordelen. Het is op zulke momenten dat we duidelijke scheidslijnen trekken tussen de reactionaire krachten en progressieve eenheden.”