Guerrilla-verzet frustreert de speciale oorlog van de Turkse staat

  • Zuid-Koerdistan

De speciale oorlog, gevoerd via propaganda en psychologische manipulatie, is een integraal onderdeel van de Turkse invasiepoging in de Medya-verdedigingszones die beschermd worden door de guerrilla’s. De Turkse staat doet er alles aan om zichzelf succesvol te verkopen. Met name wordt hiervoor een media-apparaat gebruikt dat volledig onder controle staat van het regime. Echter, de realiteit aan het front vertelt een ander verhaal. Het voortdurende verzet aan het Zap-front is een uitstekend voorbeeld van de realiteit op het slagveld.

De guerrillastrijd heeft een Koerdische wederopstanding ingeluid

Een blik op de geschiedenis is genoeg om de continuïteit van de Turkse oorlogspropaganda bloot te leggen. Al aan het begin van de gewapende strijd op 15 augustus 1984 kondigde de Turkse staat aan: “We zullen ze allemaal binnen 72 uur uitroeien.” Maar nu zijn er al 40 jaar verstreken, en de guerrillastrijd heeft een Koerdische wederopstanding ingeluid. De staat beweert keer op keer talloze guerrillastrijders gedood te hebben, een aantal zo hoog dat de PKK in veel gevallen eigenlijk niet meer zou moeten bestaan. Sinds 2015 voert het Turkse leger elk jaar grootschalige operaties uit tegen de Medya-verdedigingszones en Noord-Koerdistan, waarbij ze telkens beweren dat ze de guerrilla’s nu eindelijk vernietigd hebben. Bij deze operaties gebruikt de Turkse staat geavanceerde technologie en verboden wapens zoals chemische oorlogsagentia. Vooral in de laatste drie jaar is het gebruik van chemische wapens zoals tactische kernbommen toegenomen. Ondanks al deze inspanningen is het de Turkse staat tot nu toe niet gelukt om haar doel te bereiken.

Zij die beweerden de guerrilla’s binnen enkele uren uit te roeien, zitten nu al drie jaar vast in de Zap-regio en lijden zware verliezen. Daarom spelen naast de eerder genoemde factoren ook inlichtingen, psychologische oorlogsvoering en samenwerking met de collaborateurs van de KDP (regeringspartij in de Koerdische Regio van Irak) een beslissende rol in de oorlogsvoering. De Turkse staat probeert haar eigen verliezen te verbergen door niet alleen Turkse soldaten, maar ook huurlingen uit Syrië en andere landen te gebruiken.

De staat verbloemt haar verliezen

De staatspropaganda staat in schril contrast met de documenten van de guerrilla’s, die regelmatig over hun acties rapporteren, deze met video’s documenteren en openlijk hun slachtoffers melden. Weinig gewapende groeperingen voeren hun strijd op zo’n transparante manier. In de meeste video’s is duidelijk te zien hoe minstens één Turkse soldaat wordt gedood. Deze opnames betreffen alleen acties die zijn vastgelegd op video, terwijl talloze andere acties plaatsvinden tegen het Turkse invasieleger. Vorig jaar publiceerden de guerrilla’s zelfs de identiteitskaarten van soldaten van wie de lichamen onder hun controle waren gekomen. Ondanks het overweldigende bewijs zijn er uiterst zeldzame rapporten van door de Turkse staat gedode soldaten. Dit roept de vraag op waar de lichamen van de duizenden gedode Turkse soldaten blijven en wie de overledenen zijn als ze geen Turkse soldaten zijn.

Om de moraal van de samenleving en het leger hoog te houden, doet de Turkse staat alsof er nauwelijks slachtoffers aan haar zijde zijn. Zoals gedocumenteerd door de guerrilla’s gooit het Turkse leger herhaaldelijk de lichamen van haar eigen soldaten in ravijnen of verbrandt ze. Voor de Turkse staat hebben de levens van haar soldaten weinig waarde, wat sterk contrasteert met het officieel gecultiveerde martelaarschap. De overblijfselen van gesneuvelde soldaten worden nog minder geëerd. Als er al meldingen zijn van gesneuvelde soldaten, worden ze afgeschilderd als slachtoffers van vallen in ravijnen, blikseminslagen of vergelijkbare ongevallen. Desondanks is het overduidelijke tegenstrijdigheid tussen de bewering dat de guerrilla’s zijn uitgeroeid en de inzet van tienduizenden soldaten in de gevechtszones voor iedereen duidelijk. Dit geldt met name voor Noord-Koerdistan. Als de guerrilla’s daar inderdaad volledig uitgeroeid waren, waarom vinden er dan zoveel militaire operaties plaats in deze gebieden? Als er geen guerrilla’s zijn, tegen wie worden deze operaties dan uitgevoerd, en wie worden er gebombardeerd in de bergen?

De realiteit van de oorlog wordt getoond in de beelden van de guerrilla’s. Terwijl de guerrilla’s in de bergen toeslaan, voeren autonome groepen zoals de “Kinderen van Vuur” acties uit tegen fascisten, de Turkse politie, autoriteiten en bedrijven van het regime. Dergelijke acties vinden dagelijks plaats. De Turkse media melden herhaaldelijk ongelukken of branden die toevallig zijn uitgebroken, terwijl de “Kinderen van Vuur” de verantwoordelijkheid voor hun acties opeisen. Dit toont aan dat het Turkse leger Koerdische kinderen niet kan laten buigen.

In de bergen staat een zeer uitgerust leger dat de nieuwste technologie gebruikt en zware bombardementen op de bergen uitvoert tegenover een guerrillamacht die technisch inferieur is maar tactisch zeer mobiel en superieur is in terrein en tunnels. De guerrillavideo’s weerspiegelen duidelijk deze realiteit en laten zien dat zelfs onder de zwaarste aanvallen de guerrilla’s in staat zijn om in de Medya-verdedigingszones in de aanval te gaan. De professionele strijd van de guerrilla suggereert dat succes in het verzet heel goed mogelijk is.

Auteur: Egîd Sîrwan