HDP roept op tot internationale actie om Turkse aanvallen op Noordoost-Syrië te stoppen

De Europese Vertegenwoordiging van de Democratische Volkspartij (HDP) publiceerde een samenvatting over de achtergronden van Turkse luchtaanvallen en bombardementen in Noordoost-Syrië, terwijl de AKP-MHP-coalitie een onderzoek naar de aanslag in Istanbul verhindert:

“De aanvallen van de regering-Erdoğan op de Koerden in Noord- en Oost-Syrië en Noord-Irak, die op velerlei gronden het internationaal en humanitair recht schenden, zijn sinds de late uurtjes van 19 november ononderbroken doorgegaan.

De Turkse regering heeft deze aanvallen gerechtvaardigd door het gruwelijke bombardement op 13 november in de wijk Taksim in Istanbul als voorwendsel te gebruiken. De Koerdische organisaties die de Turkse regering direct de schuld gaf (de PKK en YPG) ontkenden wel elke betrokkenheid bij de aanslag en betuigden hun medeleven met de slachtoffers. Er zijn veel vraagtekens bij de aanslag op Taksim en er is geen reden om te geloven in de officiële verklaringen van de Turkse minister van Binnenlandse Zaken, die verschillende inconsistenties en tegenstrijdigheden bevatten. Op 23 november diende de HDP een parlementaire motie in om een ​​parlementaire commissie in te stellen om de bomaanslag op Taksim te onderzoeken. Regeringsgezinde partijen AKP en MHP, die de meerderheid in het parlement hebben, verwierpen deze motie. Dit is duidelijk om te voorkomen dat het publiek achter de waarheid van de aanslag komt. Er is ook nieuws dat drie broers van de vrouw die de bom plaatste stierven terwijl ze vochten als ISIS-leden. Bovendien is haar oudere broer een commandant van het Vrije Syrische Leger, dat wordt gesponsord en ondersteund door Turkije. De internationale gemeenschap moet zich concentreren op de duisternis rond de aanslag op Taksim, want als we achter de waarheid achter deze aanval komen, kunnen we misschien stoppen met pogingen om het politieke klimaat te vergiftigen voor de verkiezingen.

De regering wil niet dat iemand weet wat er werkelijk in Taksim is gebeurd en wie de aanslag werkelijk heeft gepleegd, zodat hij zijn anti-Koerdische oorlogsplan ongestoord kan voortzetten. Turkse luchtaanvallen en bombardementen gaan ononderbroken door en volgens de meest recente toespraak van Erdoğan is er ook een grondoffensief gepland. Mediaberichten uit de regio geven aan dat het tot nu toe vooral service- en infrastructuurvoorzieningen in de regio zijn die worden aangevallen. Ook zijn belangrijke civiele voorzieningen zoals scholen, ziekenhuizen en olieregio’s aangevallen. Volgens het Autonoom Bestuur van Noord- en Oost-Syrië (AANES) zijn tot nu toe veel burgers omgekomen bij de aanslagen.

Verantwoordelijke internationale organisaties zoals de VN, de EU en de NAVO moeten hun rol spelen en van Turkije dringend eisen deze aanvallen te stoppen. Verklaringen van de regering of sommige internationale instellingen die beweren dat Turkije deze aanvallen uitvoert als zelfverdediging zijn op zijn minst overhaaste conclusies, en hoogstwaarschijnlijk niet waar, tenzij de waarheid achter de Taksim-aanval volledig wordt onthuld. Verklaringen van de Turkse minister van Binnenlandse Zaken hebben de situatie tot nu toe verdoezeld in plaats van verduidelijkt.

De Koerden en hun autonoom bestuur in Syrië vormen geen bedreiging voor de veiligheid, noch voor Turkije, noch voor de regio. Maar Turkije en zijn gevolmachtigde troepen, voornamelijk islamitische militanten en huurlingen, vormen duidelijk een bedreiging voor de veiligheid van de Koerden in Syrië. De strijd van de Koerden tegen ISIS, die bepaalde delen van Syrië en Irak heeft helpen stabiliseren, zorgde ook voor veiligheid tegen ISIS wereldwijd. De oorlog tegen ISIS gaat door, en deze aanvallen door Turkije maken die oorlog gewoon nog moeilijker, waardoor ISIS-leden frisse lucht krijgen.

Het is ons duidelijk dat Erdoğan en zijn ultranationalistische bondgenoten zich inzetten voor het voltooien van de missie die ISIS in 2014 niet heeft volbracht tegen de Koerden die een zware strijd hebben gevoerd in naam van de hele mensheid in het Midden-Oosten.”