HDP weigert mondeling verweer te voeren voor het Turkse Grondwettelijk Hof

  • Turkije

In de sluitingszaak tegen de Democratische Volkspartij (HDP) zullen de HDP-voorzitters Pervin Buldan en Mithat Sancar geen mondelinge verdediging geven voor het Turkse Grondwettelijk Hof, maakte de juridische commissie van de partij in Ankara donderdag bekend.

De reden voor de beslissing was dat de rechtbank meerdere verzoeken van de HDP om de procedure op te schorten tot na de presidents- en parlementsverkiezingen op 14 mei, ongegrond had afgewezen. “Hiermee maakt het Grondwettelijk Hof zich schuldig aan flagrante inmenging in vrije en eerlijke verkiezingen”, aldus het partijbestuur.

Sinds juni 2021 loopt de procedure om de HDP te verbieden bij de hoogste rechtbank van Turkije. De partij wordt onder meer beschuldigd van terrorisme en separatisme. De HDP spreekt daarentegen van een politiek gemotiveerd proces. Sinds januari heeft de juridische commissie drie verschillende verzoeken ingediend voor uitstel van het proces en uitstel van de datum voor de eerste mondelinge hoorzitting, die was vastgesteld op aanstaande dinsdag.

De partij voerde onder meer aan dat de partijleiders ten tijde van de geplande hoorzitting midden in een verkiezingscampagne zouden zitten en dat het land en zijn bevolking sinds de aardbeving in februari in een desolate situatie verkeerden. Het Grondwettelijk Hof wees echter alle aanvragen zonder opgaaf van redenen af, aldus de commissie.

“Het lijkt onmogelijk om de mondelinge verdediging te voeren in dit proces, dat een aanzienlijke impact zal hebben op de geschiedenis van de democratie en het recht in Turkije, binnen de huidige intensieve werkperiode”, zei de juridische commissie van de HDP, eraan toevoegend dat daarom de beslissing werd genomen om op 11 april de zitting niet bij te wonen.

Turkije: Lange traditie van partijverboden