Herdenking van Hrant Dink gekenmerkt door woede tegen fascisme

  • Turkije

De Armeense journalist Hrant Dink werd herdacht voor het gebouw van de krant Agos, waar hij op 19 januari 2007 werd vermoord door Ogün Samast, een huurmoordenaar van de Turkse staat. Tijdens de herdenkin, 17 jaar na de moord werd een spandoek met de foto van Dink en het opschrift “De moord is 17 jaar oud” aan het oude krantengebouw gehangen. Bij de herdenking werden granaatappels, anjers en Agos-kranten achtergelaten op de stoep waar Dink werd doodgeschoten. De familie, vrienden en parlementsleden van Dink, evenals vertegenwoordigers van politieke partijen en niet-gouvernementele organisaties, journalisten en schrijvers woonden de herdenking bij.

Voor de herdenking sloot de politie het gebied af voor verkeer en blokkeerde de herdenkingsplaats. Degenen die de herdenking wilden bijwonen, werden na fouillering door de politie het gebied binnengebracht.

De herdenking begon met het scanderen van de leuzen “We zijn allemaal Hrant, we zijn allemaal Armeniërs”, “Ondanks het fascisme ben je mijn broer Hrant”, “Wie de moordenaars beschermt, is medeplichtig aan de moord”, “Lang leve de broederschap der volkeren”, “Laat hen die ‘doden’ zeggen, berecht worden”.

Allereerst werd de brief over Hrant Dink van Çiğdem Mater, die gevangen zit in de gesloten Bakırköy vrouwengevangenis vanwege haar veroordeling voor het Gezi-proces, voorgelezen door Besna Tosun, de dochter van Fehmi Tosun, die in gevangenschap verdween.

De tekst van de herdenking werd voorgelezen door journalist-schrijfster Oya Baydar, die zei: “Broeders, zusters en vrienden, Hrant’s dierbare vrienden en familie, vreedzame en gewetensvolle mensen die hier vandaag niet aanwezig kunnen zijn, maar wier hart met ons klopt. 17 jaar geleden, hier, voor deze deur, in de onvergetelijke woorden van lieve Rakel Dink, ‘vermoordde de duisternis die van een baby een moordenaar maakte, het geweten van Turkije. Ja, Hrant was zowel de drager van de problemen en pijnen van dit land als het geweten van de onderdrukte volkeren.”

“Ik zal niet met jullie praten over deze gruwelijke moord die tegen ons allemaal is gepleegd en de gerechtelijke komedie waar we 17 jaar lang naar hebben moeten kijken”, zei Oyda Baydar: “Ik wil jullie vertellen over Hrant en hem herdenken. Er zijn speciale mensen. Ze verzamelen de waarden van hun land en volk in zichzelf. Hrant was zo iemand. Als ik hem hier herdenk, denk dan niet dat ik een lofrede over Hrant uitspreek. De eerste keer dat ik hem leerde kennen was in 2002, toen we samenkwamen om het Vredesinitiatief op te richten. In de dagen dat hij van beide kanten onder vuur lag, schreeuwde hij hier midden in Taksim in de taal van de vrede tegen de racistische, nationalistische onverdraagzaamheid die volkeren tegen elkaar opzette toen hij naar Parijs ging en daar op een steen op het plein ging staan en zei ‘er is geen genocide’.”

Oyda Baydar onderstreepte dat Dink de taal van de vrede nooit heeft opgegeven, ook al was hij het doelwit, en verklaarde het volgende:

“Ik herinner me uw antwoord aan degenen die u aanvielen door te zeggen ‘we hebben ogen op dit land’. We hebben ogen op dit land omdat onze wortels hier liggen. Maar maak je geen zorgen, niet om dit land te nemen en te verlaten, maar om dit land tot op de bodem uit te zoeken’. Jij was een van de meest bijzondere en waardevolle gezichten van dit land. Nu lig je in dit land waar je wortels diep zitten. De plaatsen van alle mensen van het land zijn verweven in de diepten van ons land. Daarom komen we hier vandaag elk jaar samen, ondanks degenen die ons proberen te scheiden en vijanden van elkaar te maken, en roepen we ‘ondanks het fascisme ben je mijn broer Hrant’. We zijn allemaal Armeniërs. Om de herinnering levend te houden en niet te laten vergeten, maar vooral omdat we jouw wil aanvaarden, jouw verlangen om als gelijke en vrije mensen samen te leven op dit land.

Jij was ons geweten, Ahparig. Alles en iedereen kan gedood worden, maar het geweten kan niet gedood worden. Daarom word je elk jaar op 19 januari voor ons allemaal herboren. 19 januari is de dag van geweten en broederschap in dit land. Het zou als zodanig gevierd moeten worden. Groet hen die dezelfde waarden delen als jij. Groet hen die deze waarden moedig beloven, desnoods ten koste van hun leven. Groet hen die de prijs in kerkers betaalden voor het verdedigen van deze waarden. Ik groet hen allen met uw naam in de symbolische figuren van Selahattin Demirtaş, Osman Kavala, Gültan Kışanak. Wij zijn hier, Ahparig.”

De herdenking eindigde met de leuzen “Deze zaak zal niet eindigen totdat wij zeggen dat het voorbij is” en “Lang leve de broederschap van de volkeren”.