Kalkan: De guerrilla is klaar om haar rol in het 40ste jaar van de strijd effectiever te vervullen

We vieren het 39e jaar van het revolutionaire verzet van de guerrilla op 15 augustus 1984, dat het historische beginpunt van de weg naar vrijheid symboliseert. De Koerden zijn dus hun 40e jaar van vrijheid en verzet ingegaan en vieren dit via verschillende evenementen in hun thuisland en in het buitenland. De guerrilla’s vieren dit verzet door succesvolle acties in heel Koerdistan, met name in [de Zuid-Koerdische gebieden van] Zap, Avaşîn en Metîna.

Bij deze gelegenheid wil ik eerst en vooral alle kameraden van de partij, ons volk en internationale vrienden feliciteren, vooral Rêber Apo [Abdullah Öcalan]. Ik wil in het bijzonder hulde brengen aan de heldhaftige houding en het verzet van de guerrillastrijders HPG en YJA-Star, die zich verzetten tegen de bezetting en de genocide en het fascisme niet laten passeren. Hiermee wil ik ook respectvol alle martelaren van het Koerdische heldhaftige verzet herdenken in de persoon van de kameraden Agit en Zîlan. In het 40ste jaar wens ik succes aan allen die de strijd voor vrijheid en democratie voeren.

Het is ongetwijfeld nuttig om kort de politieke omstandigheden samen te vatten waaronder het revolutionaire verzet van 15 augustus plaatsvond, om de resultaten en effecten ervan te kunnen evalueren.

Het is algemeen bekend dat de wereld aan het eind van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig in een complete impasse verkeerde door de tegenstellingen en conflicten tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Beide partijen ontwikkelden allerlei militaire activiteiten, waaronder nucleaire bewapening, om hun tegenstander te verslaan. Terwijl de toenmalige Amerikaanse regering de overhand probeerde te krijgen met haar “Star Wars”-plan, maakte de Sovjet-Unie, die zichzelf “socialistisch” noemde en gefaald had in haar Afghaanse onderneming, een reeks veranderingen en zoektochten door, die uiteindelijk werkelijkheid werden onder het leiderschap van Gorbatsjov.

De meest invloedrijke gebeurtenis in het Midden-Oosten was ongetwijfeld het Arabisch-Israëlische conflict en het Palestijnse verzet. Iran en Irak hadden de onderlinge spanningen en conflicten tijdelijk gedeeltelijk opgeschort met het Verdrag van Algiers van 1875. Turkije daarentegen beleefde een crisis op alle gebieden, vooral de economische en politieke crisis, en het staatssysteem dat op 29 oktober 1923 werd opgericht functioneerde niet meer. Het Algerijnse Verdrag van 1975 had ook een zware impact op de Koerden en de verslagen KDP en haar leider Barzani accepteerden deze situatie door ‘Ashbetal’ [capitulatie] te verklaren, zich op te heffen en Koerdistan te verlaten.

Onder deze omstandigheden vonden twee belangrijke gebeurtenissen plaats die van invloed waren op Koerdistan en het Midden-Oosten. Ten eerste richtte de leider van het Koerdische volk, Abdullah Öcalan, die sinds 1973 een partij probeerde op te richten en een nieuw Koerdisch verzet te beginnen, eind 1978 de PKK op en ontwikkelde een strijdproces dat Turkije diep trof met het verzet in [de Noord-Koerdische steden] Hilvan en Siverek. Ten tweede slaagde de overwegend islamitische Iraanse alliantie erin de Sjah omver te werpen in februari 1979. De Iraanse Revolutie, die geleidelijk aan worstelde met haar eigen tegenstrijdigheid, begon haar wind door het hele Midden-Oosten te laten waaien.

De NAVO en de regionale reactionaire machten aarzelden niet om een nieuw offensief te ontwikkelen tegen deze twee nieuwe ontwikkelingen en de effectiviteit van het Palestijnse verzet. De Turkse generale staf, die gelieerd is aan de NAVO, vormde een fascistische junta onder leiding van Kenan Evren door een militaire staatsgreep te plegen op 12 september 1980 en nam de hele staat in beslag. Op 20 september 1980 verklaarde de Iraakse regering, onder de geheime leiding van de VS, de oorlog aan Iran om terug te winnen wat het had verloren in het Verdrag van 1975. De Irak-Iran oorlog was dus een poging om de revolutionaire wind die uit Iran waaide te verstoren, en de fascistisch-militaire staatsgreep van 12 september en het daaruit voortvloeiende regime waren pogingen om het nieuwe vrijheidsverzet dat uit Koerdistan opkwam de kop in te drukken.

In dit kader voerde de Kenan Evren junta een intense fascistisch-genocidale aanval uit om de democratische krachten van Turkije te neutraliseren en vooral om het zich ontwikkelende Koerdische verzet van de Apoïstische groep te verpletteren. Door alles wat Koerdisch was te verbieden, ging de junta in de richting van een virtuele herbezetting van Koerdistan en de totale vernietiging van het patriottische Koerdische bestaan. Honderden PKK militanten en tienduizenden Koerdische patriotten werden gearresteerd en gevangen gezet. Door de gevangenen een onmenselijk martelsysteem op te leggen, wilde men in de persoon van de gevangenen het bestaan van de Koerden en hun besef van vrijheid vernietigen.

De PKK-kaderleden en -sympathisanten, die onder de zwaarste onderdrukking en marteling in de geschiedenis stonden, begonnen zich te verzetten. Dit verzet werd aangevoerd door Mazlum Dogan op 21 maart 1982 en werd voortgezet door Ferhat Kurtay, Kemal Pir en Hayri Durmuş. De laatste twee kameraden begonnen, samen met vele anderen die zich bij hen aansloten, op 14 juli van datzelfde jaar een hongerstaking en slaagden erin om het fascistische systeem van de Turkse staat ideologisch te verslaan. Zo onthulden ze de nieuwe beslissende kracht van het verzet voor vrijheid en lieten ze duidelijk zien dat het mogelijk is om onder alle gegeven omstandigheden weerstand te bieden. Deze situatie creëerde een zeer sterke ideologische en psychologische superioriteit voor de Koerdische Vrijheidsbeweging geleid door Rêber Apo en werd een oproep tot verzet voor de militanten daarbuiten.

Het guerrillaverzet begon met de acties in [de door Turkije bezette Noord-Koerdische steden] Eruh en Şemdinli op 15 augustus 1984. Het werd geleid door de onsterfelijke commandant Mahsum Korkmaz. Deze guerrilla-actie was een succesvol antwoord op de oproep vanuit de gevangenissen. De PKK guerrilla’s, die zichzelf ideologisch en militair hadden getraind en voorbereid in het Libanees-Palestijnse veld, profiteerden van de politieke en praktische omgeving die was gecreëerd door de Iraanse revolutie die de Sjah omverwierp en de Irak-Iran oorlog die begon op 20 september, en slaagden erin om vanaf 15 augustus 1984 een nieuw Koerdisch verzet te lanceren.

Ongetwijfeld begon en voerde de guerrillabeweging PKK de moeilijke strijd tegen het Turkse leger, dat aangesloten was bij de NAVO, vooral op basis van haar eigen kracht, bewustzijn en geloof. Ze profiteerde ook van het feit dat de oorlog tussen Iran en Irak de grenzen van de Turkse Republiek met Irak en Iran gedeeltelijk oncontroleerbaar maakte en dat deze oorlog het gezamenlijke systeem van hegemonie over de Koerden, dat was ingesteld door het Verdrag van Lausanne, onbruikbaar maakte. Rêber Apo was de belangrijkste kracht die deze ontwikkelingen creëerde en ontwikkelde. Hij evalueerde de politieke en militaire ontwikkelingen voortdurend correct en adequaat en toonde het vermogen om de partijkaders te hergroeperen en hen met grote inspanning in het buitenland te trainen en voor te bereiden. Zo wilde het fascistisch-militaire regime van 12 september Rêber Apo en de PKK verslaan. Het probeerde dit te doen in de persoon van de gevangenen door hen martelingen op te leggen, maar het regime leed een historische ideologische nederlaag in zijn eigen gevangenis en kon de ontwikkeling van het revolutionaire verzet van de guerrilla op 15 augustus niet voorkomen en ging het proces van historische ineenstorting in.

Het revolutionaire verzet van de guerrilla op 15 augustus toonde en bewees geleidelijk dat het fascistisch-genocidale Turkse leger kan worden bestreden. Dit verzet bewees dat de Koerden een guerrillaoorlog kunnen voeren tegen het fascistisch-genocidale Turkse leger, ook al is het het op één na grootste leger van de NAVO. In 1984 nam de regering van Evren-Özal, die machteloos stond tegenover de nieuwe guerrillaoorlog, deze situatie mee naar NAVO-conferenties. Dit veranderde het karakter van de oorlog zodanig dat de NAVO vanaf 1985 de last van de oorlog tegen de Koerden op zich nam. Toch bereikten ze nooit hun doel, de guerrilla te verpletteren en te vernietigen. De veranderingen in de Turkse staat door zowel de Kenan Evren junta als de daaropvolgende regeringen, vooral de AKP-MHP fascistische alliantie, hebben altijd dezelfde route gevolgd.

Het revolutionaire verzet van de guerrilla op 15 augustus veranderde de PKK met succes in een strategische en tactische actiemacht. Het bevestigde opnieuw de historische kracht van het Koerdische volk en de heldhaftige strijdlust van het Koerdische volk. Het toonde iedereen wat bereikt kan worden wanneer de moed, de opoffering en de kracht van de Koerdische jeugd en vrouwen worden uitgerust met de filosofische en mentale kracht van Rêber Apo en het gevoel van bewustzijn en vrijheid dat hij heeft gecreëerd. In veel gebieden van Noord Koerdistan, vooral in Botan, maar ook in Rojava en daarbuiten, verwelkomden Koerdische jongeren en vrouwen, het hele volk het revolutionaire verzet van de guerrilla op 15 augustus met enthousiasme. Iedereen begon zijn eigen verzetsfront te versterken ter ondersteuning van de guerrilla en legde de basis voor een nieuwe nationale verstandhouding; in het concept van een democratische natie. Toen, en nu nog steeds, verzette alleen het leiderschap van de KDP [regerende partij van de Barzani-clan in Iraaks-Koerdistan, -red] zich tegen deze ontwikkeling, sloot zich aan bij het Turkse leger en lanceerde militaire aanvallen tegen de PKK guerrilla.

Het nieuwe Koerdische bevrijdingsverzet, dat zich ontwikkelde op basis van het 15 augustus verzet, had een diepgaande invloed op de hele regio van het Midden-Oosten en zorgde voor snelle veranderingen in de politieke en militaire relaties en allianties. Ten eerste, door de oplossing van de Koerdische kwestie op te leggen aan de hele regio, leidde het ertoe dat de bestaande staten nieuwe politieke houdingen ontwikkelden. Naast het Arabisch-Israëlisch conflict, dat tot dan toe bijna het enige echt grote probleem en conflict in de regio was, werd de Koerdische kwestie aan de politiek van de hele regio opgelegd als het nieuwe en meest omvattende probleem. Geleidelijk aan begonnen andere tegenstellingen en conflicten op de achtergrond te raken. De Koerdische kwestie is het probleem geworden dat alle politieke en militaire relaties in de regio bepaalt. Zozeer zelfs dat de oorlog tussen Irak en Iran, waarin de partijen niet tot een overeenkomst konden en kwamen, in de lente van 1988 werd beëindigd zodat “de PKK geen voordeel zou halen uit het politiek-praktische klimaat dat door die oorlog werd gecreëerd”.

Het verzet van de guerrilla op 15 augustus had wereldwijde gevolgen die eigenlijk duidelijker en betekenisvoller zijn. De kringen die de mogelijkheid van een Koerdisch verzet tegen de staatsgreep van 12 september inschatten, waren eigenlijk een beetje verrast toen zo’n stap werd uitgesteld. In feite reageerden ze op de Eruh en Şemdinli acties van 15 augustus 1984 door te zeggen, “Het verwachte Koerdische verzet is begonnen”. Sommige Europese staten, die tot dan zogenaamd gekant waren tegen de staatsgreep van 12 september en bij de Raad van Europa hun beklag deden tegen de Kenan Evren junta om economische en politieke voordelen te krijgen van Turkije, trokken onmiddellijk hun eisen en protesten in na 15 augustus en begonnen de genocidale aanvallen van de Turkse staat op de Koerden te steunen. Hun nepdemocratie werd toen al ontmaskerd.

Ongetwijfeld ging de steun van de NAVO-staten aan de Turkse Republiek verder dan dit. Bijvoorbeeld, de moord op Olof Palme op 28 februari 1986 was in feite een samenzwering tegen de PKK en het Koerdische vrijheidsverzet. Daarna werd het proces van Düsseldorf, het langstlopende proces in Europa, georganiseerd en uitgevoerd in Duitsland. Als gevolg van deze samenzweringen werd de strijd van het Koerdische volk voor bestaan en vrijheid gecriminaliseerd, waardoor de steun van de volkeren voor de Koerden werd geblokkeerd, terwijl men probeerde de steun van de staten voor de fascistisch-genocidale Turkse Republiek te verdoezelen.

Natuurlijk was het niet mogelijk om de steun van de volkeren van Europa en de wereld, de onderdrukte vrouwen en jongeren te krijgen door slechts op één stap te vertrouwen. Zo’n situatie van voortdurende steun kon alleen ontstaan door een proces van ontwikkeling van verzet. Het volgende kan hier gezegd worden: De Koerden stelden zich voor aan de volkeren, vrouwen en jongeren van de wereld op een revolutionaire en democratische basis dankzij het revolutionaire verzet van 15 augustus en de voortdurende guerrillaoorlog, en ze bereikten de meest betekenisvolle relaties en steun op deze basis.

Tot slot is het ook nodig en nuttig om de volgende punten te onderstrepen. Het juiste libertaire bewustzijn, de organisatie, het zelfvertrouwen, de wilskracht en al het soortgelijke in de Koerdische samenleving is bereikt dankzij het revolutionaire verzet van 15 augustus en de ononderbroken guerrillaoorlog. Daarom wordt het de “Dag van de Koerdische Wederopstanding” genoemd. In elk opzicht drukt het de wedergeboorte en het herbestaan van de Koerden uit. Al 39 jaar zijn alle libertaire ontwikkelingen in Koerdistan gebaseerd op het 15 augustus guerrillaverzet. Vooral de bewustwording van vrijheid bij Koerdische vrouwen, hun organisatie en de moedige ontwikkeling van de revolutie van vrouwenemancipatie zijn het belangrijkste en meest effectieve resultaat en de onoverwinnelijke kracht van het guerrillaverzet.

We zouden ons het volgende moeten afvragen: Hoe zou de situatie van de Koerden eruit zien als er niet zo’n guerrillaverzet en strijd was geweest? Welke andere vorm van strijd zou zo’n Koerdisch ontwaken en impact op de mensheid teweeggebracht kunnen hebben? Men kan over deze vragen discussiëren zoveel men wil. Uiteindelijk kan het enige eenduidige antwoord ‘guerrillaverzet’ zijn. Omdat geen enkele andere strijdmethode het Turkse kolonialisme en de genocide tegen de Koerden kan treffen en verzwakken, en het Koerdische volk, dat al honderd jaar onderworpen is aan allerlei onmenselijke aanvallen, kan doen ontwaken en opvoeden, en hen georganiseerd en wilskrachtig kan maken. Alleen guerrilla kan deze dingen bereiken. In feite is dit wat er gebeurd is.

Op dit punt moet de Koerdische vrijheidsguerrilla, ook al is haar naam ‘guerrilla’, niet verward worden met guerrillapraktijken in andere landen. De Koerdische vrijheidsguerrilla is gebaseerd op het leiderschap van Rêbertî [Abdullah Öcalan] en de partij. Het is zeer bewust en trouw, met het hoogste niveau van moed en opoffering. Met andere woorden, het handelt met een volledige houding van opoffering. Het is bewezen dat het niet mogelijk is om te vechten en te winnen tegen de kolonialistisch-genocidale mentaliteit en politiek in Koerdistan met de maatregelen van de guerrillabewegingen in andere landen. Daarom zijn de principes en maatregelen van de Koerdische vrijheidsguerrilla uniek en in veel opzichten anders dan die van guerrilla’s elders. Dit is zo omdat de zogenaamde Koerdische kwestie uniek is in de wereld.

39 jaar ononderbroken guerrillaverzet, dat een beslissende rol heeft gespeeld in alle libertaire ontwikkelingen in Koerdistan en de democratisering in Turkije, gaat vanaf 15 augustus zijn veertigste jaar van verzet en overwinning in. Het is duidelijk dat de historische rol die het 39 jaar heeft gespeeld ook in het veertigste jaar zal blijven spelen en de oorzaak zal blijven van emancipatoire ontwikkelingen. Omdat de nieuwe fascistische AKP-MHP regering haar aanvallen uitgebreider en heviger maakt, kan alleen de guerrilla een dergelijke aanval weerstaan en kan alleen de guerrilla de weg vrijmaken voor allerlei democratische ontwikkelingen door de fascistisch-genocidale mentaliteit en politiek ter verantwoording te roepen.

In haar veertigste jaar is de Koerdische vrijheidsguerrilla klaar om zo’n rol veel effectiever en succesvoller te vervullen. Vandaag de dag slaat de guerrilla in de bergen van Koerdistan, vooral in Zap, Avaşîn, Metîna en Xakurkê, dodelijke slagen tegen de fascistische AKP-MHP. Gisteren was het deze guerrilla die de kracht toonde om stand te houden tegen de aanvallen van Islamitische Staat [IS], vooral in Şengal, Maxmur en Kobanê, en deze te verslaan. Nu verzet het zich zegevierend om de aanvallen van de IS partner AKP-MHP te breken en het fascisme te laten instorten. Het verzet van de guerrilla op 15 augustus heeft aangetoond dat de guerrilla onoverwinnelijk is.

Ik wil nogmaals alle libertaire en democratische krachten feliciteren ter gelegenheid van 15 augustus en hen veel succes wensen in hun strijd. Ik wil ook hulde brengen aan het heldhaftige verzet van alle HPG en YJA-Star guerrilla’s die strijden in de apoïstische zelfopofferende lijn.