Kalkan: Er is sprake van een medeplichtige houding tegen Abdullah Öcalan

In onderstaand interview, oorspronkelijk gepubliceerd door ANF Nieuwsagentschap, sprak Duran Kalkan, lid van de Uitvoerende Raad van de KCK, over de rol van het CPT in de isolatie en marteling van de Koerdische volksleider Abdullah Ocalan, de strijd voor zijn fysieke vrijheid en hoe dit verband houdt met de algemene strijd voor de vrijheid van Koerdistan. Kalkan sprak ook over de protesten in gevangenissen in Turkije en Koerdistan.

De campagne voor de vrijheid van de leider van het Koerdische volk, Abdullah Ocalan, veroorzaakt druk op de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de isolatie van de gevangenis op het eiland Imrali. De afgelopen dagen verklaarde het “Europees Comité ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing” (CPT) dat het niet bevoegd is om zonder toestemming van de Turkse staat informatie vrij te geven over de omstandigheden op het gevangeniseiland. Wat kunt u hierop zeggen?

Allereerst groet ik het historische Imrali-verzet en Rêber Apo [Abdullah Ocalan] met respect. In het kader van de wereldwijde campagne voor zijn fysieke vrijheid en de democratische oplossing van de Koerdische kwestie, zijn er acties gevoerd tegen het Imralische systeem van marteling, isolatie en genocide. Er zijn massale acties op alle gebieden. De meest opmerkelijke ontwikkeling was de brief die externe kringen stuurden naar het CPT als een soort waarschuwing. Veel intellectuelen, vakbondsleden, kunstenaars en politici verenigden zich om deze waarschuwing af te geven; dit is belangrijk. Het was een waarschuwing.

Toch blijft het isolatiesysteem ongewijzigd. Er werden enkele verklaringen vrijgegeven in verband hiermee. In sommige opzichten was het CPT-rapport een bekentenis en het was echt onbegrijpelijk. Volgens de verklaringen van het CPT is de boodschap dat het CPT slechts een uitvoerend orgaan is onder de Raad van Europa, onder de staten. Ze zeiden “we rapporteren aan hen (Turkije). We maken alleen rapporten openbaar als de staten daarvoor toestemming geven. Als ze dat niet doen, doen we het niet.” Ze bekenden dat ze niet eens enige macht en autoriteit hebben.

In dit kader is het CPT gereduceerd tot een instelling, een ondergeschikte, van de AKP-MHP regering. Ze kunnen niet eens een rapport openbaar maken. Daarom is het zinloos om dit instituut het ‘Comité ter voorkoming van foltering’ te noemen. De staten zijn de daders van foltering. Het CPT is toch zeker niet opgericht om folteraars in de samenleving te voorkomen omdat de macht in handen is van de staten, niet van de samenleving. Een instelling die de rol speelt van een officier van deze staten en hun administraties, kan de folteringen van deze staten niet voorkomen. Het enige waartoe ze in staat zijn, is het verbergen van de gepleegde misdaden.

In die zin zou het gepaster zijn om het CPT ‘Comité om foltering te verbergen’ te noemen. Verschillende advocaten, met name het Asrin Advoczatenkantoor, hebben verklaringen uitgegeven waarin ze uitleggen dat het CPT wel degelijk de bevoegdheid heeft om rapporten openbaar te maken. Ze hebben ook uitgelegd dat het CPT inderdaad veel macht heeft, maar dat ze ervoor kiezen om die niet te gebruiken in de zaak Imrali, de zaak Rêber Apo en de Koerden. Het CPT heeft de kant van de uitvoerende macht gekozen, het heeft de kant van de macht gekozen. Daarom handelt het in het voordeel van marteling.

Wat de advocaten en juristen beweren is logischer. Als we kijken naar de titel van deze commissie, is het alleen maar logisch dat ze de bevoegdheid heeft om informatie vrij te geven over de martelingen in gevangenissen. Het CPT heeft in het verleden haar macht in verschillende zaken gebruikt. Toch weigeren ze deze bevoegdheid te gebruiken om de foltering van Imrali te voorkomen omdat dit in het voordeel van Rêber Apo zou kunnen zijn. Het CPT zei dat “het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de informatie zou vrijgeven, maar dat hebben ze niet gedaan”. Dit kan waar zijn, want het EHRM nam een beslissing voor het nieuwe proces van Rêber Apo een tiental jaar geleden, maar het heeft zijn beslissing niet uitgevoerd of opgevolgd. Het is nu vijfentwintig jaar geleden en het EHRM heeft niets gedaan. Het EHRM staat onder bevel van de politiek en ontvangt instructies. Deze situatie heeft niets te maken met wetten, deze instellingen staan onder controle van de staten.

Wat is de relatie tussen het CPT en het EHRM? Zou het EHRM anders hebben gehandeld als het CPT het initiatief had genomen? Er is hier eigenlijk sprake van samenspanning. De Raad van Europa, de Turkse regering, het EHRM, het CPT, alle lidstaten van de NAVO en de Europese Unie en zelfs de VN zijn in feite medeplichtig aan deze samenzwering. Dit strekt zich uit tot verschillende relevante instellingen. De uitvoerende organen ontwerpen een beleid rond deze verzonnen disciplinaire straffen.

Ze verhinderden dat Rêber Apo opnieuw berecht kon worden na de detentieperiode van vijfentwintig jaar, zodat hij zijn fysieke vrijheid niet terugkrijgt. Ze verhinderden en vernietigden de beslissing van het EHRM om hem opnieuw te berechten. Er is hier sprake van medeplichtigheid, een gemeenschappelijke mening. Als dit niet het geval was, zou de minister van Justitie van Tayyip Erdoğan niet zo roekeloos hebben gesproken. Hij zou niet in staat zijn geweest om zo’n beledigende houding aan te nemen en de hele mensheid, de hele wereld te bespotten. Heel schaamteloos zei hij dat er “geen isolement is in Imrali, alles werkt perfect.” Dit is omdat hij weet dat hij onaantastbaar is en dat hij niet zal worden tegengewerkt. Dat is de enige manier om zijn opmerkingen te beoordelen.

Onlangs hebben ze weer een van hun verzonnen disciplinaire straffen uitgevaardigd; weer drie maanden. Onze advocaten onthullen dat dit beleid wordt gevoerd om ontmoetingen met Rêber Apo te voorkomen. Ja, dit kan één aspect zijn, maar dit is niet het hele plaatje. We vestigen altijd de aandacht op iets: de Turkse staat doet dit niet alleen om ontmoetingen te voorkomen, maar ook om de beslissing van het EHRM voor een nieuw proces te voorkomen. Het moet bekend zijn dat de Turkse staat dit doet om de uitoefening van het recht op een nieuw proces na vijfentwintig jaar te voorkomen. Het CPT, het EHRM, de Raad van Europa, de instellingen van de Turkse Republiek kwamen samen, ze bedachten hoe ze deze mogelijkheid van een nieuw proces konden dwarsbomen en ze vonden disciplinaire sancties als dekmantel. Turkije neemt hierin het voortouw. De Turkse staat zegt dat dit “de beslissing is van onze juridische instellingen, de rechtbanken daar”. Ze proberen Rêber Apo af te schilderen als een ongedisciplineerde gevangene, om te zeggen dat een nieuw proces niet nodig is. Het is duidelijk dat elk nieuw proces een evaluatie van de houding van de persoon in de gevangenis zal analyseren. Ze portretteren Rêber Apo in het meest negatieve licht. De Europese wet is de wet van de formaliteit. Het hoeft niet te presteren volgens de principes die het wil beschermen. Het enige wat het doet is hokjes aankruisen; het houdt zich niet bezig met de kern van de zaak. Dus verhinderden ze het nieuwe proces van Rêber Apo.

Ik heb zelf zes jaar in de gevangenis gezeten. Ik ben geen advocaat, maar ik heb die jaren niet alleen maar rondgehangen. Ik heb het Europese rechtssysteem een beetje bestudeerd. In Europa is een levenslange gevangenisstraf vijftien jaar. De zwaarste straf wordt altijd na vijfentwintig jaar opnieuw behandeld. De Europese wet is van toepassing op Imrali, net als de Turkse wet, maar het Imrali systeem is een systeem dat werd georganiseerd door de Raad van Europa en het CPT. Rêber Apo zei: “Toen ik aankwam, werd ik begroet door het CPT.” Daarom was, volgens de Europese wet, een nieuw proces absoluut noodzakelijk in het vijfentwintigste jaar van gevangenschap. Ze verzonnen deze disciplinaire straffen om een nieuw proces te voorkomen en dat deden ze ook. Dit moeten we zien.

Als deze instellingen functioneren zoals ze beweren, zou het niet uitmaken dat de Turkse Republiek beweert dat een nieuw proces niet nodig is. Zij verhinderden het nieuwe proces onder een juridisch voorwendsel. Wat zei Rêber Apo in het korte telefoongesprek met zijn broer op 25 maart 2021? Hij zei, ‘waarom komen mijn advocaten niet?’ Hij zei, ‘jullie zijn allemaal schuldig in deze situatie.’ Nu zijn we allemaal medeplichtig. Welke misdaad hebben we begaan? We hebben de misdaad begaan dat we de situatie niet begrijpen. Toen hij met zijn broer sprak, zei Rêber Apo: “Waarom spreek ik met jou en niet met mijn advocaten?” Hij wilde met zijn advocaten spreken, omdat hij de situatie kende. Hij was zich bewust van het bedrog van de Turkse Republiek. Hij zou het initiatief nemen, via zijn advocaten, om een juridische strijd te voeren tegen deze samenzwering. Door te verhinderen dat Rêber Apo zijn advocaten zou zien, door die fascistische, Koerdenhatende rechtbanken verzonnen disciplinaire straffen te laten uitdelen, pasten ze een dekmantel toe voor hun eigen wetten. Op deze manier hebben ze de juridische strijd van Rêber Apo verhinderd en gefrustreerd. Dit moet gezien worden.

In die zin zijn zowel zij die dit complot hebben beraamd als zij die het niet hebben kunnen verhinderen, schuldig. Als zij de strijd van Rêber Apo hebben verhinderd, dan is dat omdat onze strijd ontoereikend was. Onze strijd was niet voldoende om deze listen en complotten te doorbreken. Met andere woorden, we kunnen ons niet van onze schuld bevrijden. Dit is hoe we de situatie moeten evalueren, en dat geldt voor ons allemaal. Omdat we deze listen niet op tijd zagen en er niet aan gewerkt hebben om ze te verstoren. Wat we deden was niet genoeg. Ja, er is een zekere strijd, er zijn acties, we zetten stappen, maar dat is niet genoeg. Dus eerst moeten we deze situatie evalueren. We moeten onze tekortkomingen zien. We moeten zien waar we staan in Rêber Apo’s definitie van schuld. We moeten een zelfkritische benadering volgen om de situatie te begrijpen en uit deze ontoereikende positie te geraken.

Ja, er zijn nu protesten, de strijd gaat door. We groeten de betogers overal. Zowel in het buitenland als in de vier delen van Koerdistan staan de mensen op; vrouwen staan op, onze moeders staan op. De vraag naar de fysieke vrijheid van Rêber Apo verspreidt zich over de hele wereld. Dit zijn ontwikkelingen. Maar dit is niet genoeg om de spelen te breken of om serieuze resultaten te boeken, want de oppositie speelt vals, ze spelen schaamteloos vals. En dan willen ze onze huidige situatie normaliseren. Deze keer zullen we zeggen “we raken er niet aan gewend”.

Er wordt weer gesproken over het verzet in de gevangenissen. We horen dat de gevangenissen zich verzetten en we steunen hen. Het verzet in de gevangenissen neemt een correctere houding aan omdat ze zeggen “we zullen hier niet aan wennen, we zullen geen partner zijn in deze misdaad”. De gevangenissen verwerpen de stimulansen van de staat omdat ze begrijpen dat dit oneerlijk is en dat dit een spel is. De gevangenissen vragen zich af waarom ze anders behandeld worden dan Rêber Apo. Ze begrijpen dat deze stimulansen slechts een manier zijn om de revolutionairen af te leiden. Ze begrijpen dat de staat erop uit is om hen weg te lokken van Rêber Apo, om hem meer te isoleren. Deze mensen hebben zich aangesloten bij Rêber Apo, ze zullen zijn pad volgen. Ze zeiden dat ze “alle banden met de staat verbreken”. Ik weet niet hoeveel ze doen, hoe bewust ze zijn, maar dit is de nieuwe gedragslijn, en het past beter bij de realiteit. Wat zegt Rêber Apo? Hij zegt: “kijk naar Imrali en zie de realiteit van de Koerden. Iedereen die een vrije Koerd wil zijn, zal begrijpen hoe hij zou moeten zijn als hij naar Imrali kijkt. De kameraden in de gevangenissen werken eraan om hun banden met de staat te verbreken en zeiden dat ze volgens de normen van Rêber Apo zullen leven; zij die zeggen dat ze de gevangenissen steunen, zouden dezelfde houding moeten aannemen tegen de staat.

We moeten onze huidige acties evalueren. We moeten echt onze tekortkomingen zien en ze oplossen. We bevinden ons in een kritieke fase die we serieus moeten nemen. Op deze manier is het noodzakelijk om elk jaar de situatie van het nieuwe proces van de Rêber Apo te evalueren. Om dit nieuwe proces te voorkomen, vaardigen ze voortdurend disciplinaire straffen uit, ze zullen altijd verzonnen straffen uitvaardigen. Ze hebben dit als principe genomen en zullen dit blijven doen. Als deze situatie niet wordt overwonnen, zullen ze proberen iedereen geleidelijk te laten wennen aan de afwezigheid van Rêber APo. Ze zullen op deze manier blijven rekken. We moeten hier een einde aan maken. We zijn op dit punt aangekomen. We kunnen niet tevreden zijn met de huidige ontoereikende situatie. We moeten onze campagne voor de fysieke vrijheid van Rêber Apo ontwikkelen en verspreiden. We moeten onze acties verrijken, diversifiëren, versterken en uitbreiden. We moeten de hel laten ontbranden. We bevinden ons nu op een scharniermoment. Het is duidelijk geworden dat zachte methodes niet werken.

Dit is hoe we de huidige situatie evalueren: zo kan het niet doorgaan. Als we met dit soort acties geen resultaten boeken, dan zullen we andere mogelijke manieren vinden. Het is niet genoeg om anderen de schuld te geven dat ze niet werken, we zullen hen laten werken. We zullen onze daadkracht vergroten. Iedereen moet dit inzien. We moeten onszelf, onze beweging, onze mensen en onze internationale vrienden als geheel evalueren. Er worden verklaringen afgelegd door advocaten en academici in het buitenland over de situatie van Rêber Apo; ze zeggen dat de huidige status een misdaad is. Dit is zelfs niet betwistbaar. Alles moet hiertegen gedaan worden. Iedereen moet zichzelf in staat stellen om alles te doen, waar hij zich ook bevindt. We zouden in zo’n situatie moeten zijn.

We hebben het eindpunt bereikt. Met woorden alleen zal er niets gebeuren. Actie is nodig, actie die resultaat oplevert is nodig. Ik nodig iedereen uit om de situatie zo te beoordelen. We zullen handelen op elke manier die nodig is.

Bron: ANF