Kalkan: Latijns-Amerikaanse sociale krachten zijn onze natuurlijke bondgenoten

Eerste deel van een interview met  Duran Kalkan, Uitvoerend Raadslid van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) over de betrekkingen van Zuid-Amerikaanse regeringen met Turkije, de lessen van eerdere vredesprocessen, de rol van zelfverdediging, het alliantiebeleid in het algemeen en in Rojava in het bijzonder, het begrip van socialistische revolutie, de geopolitieke rol van China, het verzet in Palestina, het potentieel van democratisch confederalisme in het Midden-Oosten en de rol van Israël in de Koerdische kwestie. Het interview vond plaats op 24 september 2023. Het interview werd gepubliceerd door ANF Nieuwsagentschap en luidt als volgt:

De Venezolaanse president Maduro was in Turkije voor de beëdigingsceremonie van Erdoğan. Lula feliciteerde Erdoğan op sociale media met zijn herverkiezing. Cuba heeft sterke economische banden met Turkije. Geen van deze zelfbenoemde socialistische staten bekritiseert Erdoğan voor zijn anti-Koerdische beleid. Naast economische redenen en relaties zijn er ook stemmen die Turkije zien als een anti-Amerikaanse macht. Hoe beoordeelt u dit? Wat verwacht de PKK van de regeringen en sociale krachten in Zuid-Amerika?

Helaas is ‘statistisch socialisme’ gebaseerd op staatsbelangen en offert het ideologie op aan deze belangen in plaats van de basisprincipes van het socialisme: vrijheid, gelijkheid gebaseerd op diversiteit en delen. De Sovjet-Unie deed hetzelfde; onder de naam ‘verdediging van het socialistische vaderland’ verbond het alles aan de verdediging van de Sovjet-Unie-staat; deze opvatting faalde echter niet alleen om de Sovjet-Unie-staat te beschermen, maar werd ook een van de belangrijkste redenen voor de ineenstorting ervan. De betrekkingen van staten als Venezuela en Cuba met de Republiek Turkije moeten ook op deze basis worden bekeken. Als beweging geloven we dat ideologische principes niet mogen worden gekoppeld aan politieke belangen; integendeel, ideologie moet de politiek leiden. Wij geloven ook dat het niet mogelijk is om de basisprincipes van het socialisme op te bouwen en te ontwikkelen met behulp van de macht van de staat, die een politieke en militaire instelling is en dus rechtstreeks werkt als een instrument van onderdrukking en uitbuiting van de kapitaalmonopolies. Daarom stellen wij ons op het standpunt dat de beginselen van het socialisme niet moeten worden opgebouwd en ontwikkeld door middel van staatsheerschappij, maar door middel van democratische heerschappij, door middel van democratisch confederalisme, dat in de plaats komt van de “staat zonder staat”, zoals verwoord door K. Marx.

Wat betreft de bewering dat de staat Turkije en het fascistische AKP-MHP regime anti-Amerikaans zijn, is het onmogelijk om serieus bewijs te leveren om dit te verifiëren. Tayyip Erdoğan heeft de AKP opgericht en is aan de macht gekomen met de toestemming en steun van de Amerikaanse regering; zijn opkomst tot de huidige eenmansdictatuur is het resultaat van de gezamenlijke planning tijdens de Bush-Erdoğan vergadering van 5 november 2007. De MHP werd opgericht door Alparslan Türkeş, die in de VS een contraguerrillatraining kreeg. De Republiek Turkije is sinds 1952 lid van de NAVO en heeft bij alle NAVO-aanvallen in de voorhoede geparticipeerd, met name bij de oorlog tegen Noord-Korea. Het Turkse leger is na dat van de Verenigde Staten het grootste in de NAVO. Alle militaire staatsgrepen in Turkije werden uitgevoerd met steun van de NAVO. De militaire staatsgreep van 12 september 1980, die de huidige regering van Tayyip Erdoğan teweegbracht, was ook een NAVO-coup. Sinds juni 1985 heeft de Turkse staat de oorlog tegen de Koerdische guerrilla’s aan de NAVO voorgelegd op basis van de werking van artikel 5 van de NAVO en heeft tot op vandaag actieve militaire, economische en politieke steun van de NAVO ontvangen. In zekere zin is het de NAVO zelf die de huidige genocidale oorlog voert tegen het Koerdische guerrillaverzet en het volk als geheel. De recente onderhandelingen in het kader van het Zweedse NAVO-lidmaatschap en de organisatie “Coördinatie tegen terrorisme”, die binnen de NAVO is opgericht om de oorlog tegen de Koerdische guerrilla te coördineren, zijn ook voor dit doel bedoeld. Is het mogelijk dat een dergelijke staat anti-NAVO en anti-VS is?

We hoeven het niet eens te hebben over de genocidale massamoorden die de Turkse staat in de vorige eeuw in Koerdistan heeft uitgevoerd, zijn pogingen om de demografie van het land te veranderen, zijn activiteiten om het Koerdische volk, een van de oudste volkeren in de geschiedenis, te assimileren in de bredere Turkse cultuur door hun unieke taal en cultuur te verbieden. Iedereen kan dit ontdekken door de geschiedenis van de vorige eeuw te analyseren en de ontwikkelingen van vandaag te volgen. Waar we hier op willen wijzen is dat de staat Turkije niet alleen anti-Koerdisch is en genocide pleegt op Koerden; deze staat is ook anti-Armeens, Assyrisch-Syrisch en Grieks en pleegt al honderd jaar genocide op deze volkeren. Bijvoorbeeld, iedereen, inclusief de VS, bespreekt en neemt beslissingen over de Armeense genocide van 24 april 1915. Natuurlijk is het niet acceptabel voor socialisten om ervoor te kiezen deze feiten niet te onderzoeken en zich op basis hiervan geen meningen en houdingen te vormen.

We zien geen enkele staat als een strategische bondgenoot. Onze benadering van staten is op het niveau van tactische relaties. We zien de krachten buiten de macht en de staat, d.w.z. buiten de kapitalistische moderniteit, als strategische bondgenoten en we benaderen alle onderdrukte en uitgebuite sociale sectoren, vooral vrouwen, jongeren en arbeiders, op deze basis. Deze algemene benadering geldt ook voor de regeringen en samenlevingen van Zuid-Amerika. Het zou goed zijn als de Zuid-Amerikaanse regeringen de fascistisch-genocidale Turkse staat niet zouden steunen en de nationale democratische strijd van de Armeense, Assyrisch-Syrische en Griekse volkeren, met name de Koerden, zouden respecteren. Dan zal de Turkse staat niet sterk zijn en daarom zal de NAVO niet sterk zijn. Dit is een goede en nuttige zaak voor heel Zuid-Amerika.

Alle Zuid-Amerikaanse sociale krachten, met name vrouwen, jongeren en arbeiders, zijn onze ideologische en strategische vrienden en natuurlijke bondgenoten. Elke emancipatorische en democratische ontwikkeling die zij kunnen bereiken is onze ontwikkeling en succes. Het succes van het Koerdische volk en vrouwen is hun succes en kracht. Bijvoorbeeld, de Jin Jiyan Azadi [Vrouwen, Leven, Vrijheid, -red] revolutie die door de vrouwen van Koerdistan is opgewekt is zowel de revolutie van de vrouwen van Zuid-Amerika als de revolutie voor de vrijheid van de hele mensheid. Op deze basis beschouwen we de broederschap van volkeren en vrijheidsstrijd. De Cubaanse Revolutie en de gedachten van Fidel Castro en Ernesto Che Guevera hadden een grote invloed op het ontstaan van leider Apo [Abdullah Ocalan, -red]en onze geboorte en ontwikkeling als beweging. Het gedachtegoed en de praktijk van Che Guevera zijn altijd een bron van inspiratie voor ons geweest, vooral bij het begrijpen en ontwikkelen van guerrillaverzet. We hebben de Jeugdrevolutie van 1968 als uitgangspunt genomen. Vandaag de dag geven de niet-statelijke libertaire en democratische strijd van de volkeren van Zuid-Amerika en de ontwikkelingen die zij hebben bereikt ons op dezelfde manier kracht en opwinding. Wij geloven dat ook zij zo onder de indruk zijn van de strijd van het Koerdische volk tegen ISIS en de Turkse fascistische genocide, en dat zij dit begrip en deze strijd omarmen. Op deze basis wensen we succes aan al onze vrienden in Zuid-Amerika.

Er is interesse in wat jullie beweging geleerd heeft van de vredesprocessen in Zuid-Amerika. Veel bewegingen werden geliquideerd met de vredesprocessen. Hoe evalueren jullie jullie ervaring als de PKK? Wat zijn jullie conclusies waarmee rekening moet worden gehouden in de betrekkingen met staten?

Deze kwestie is ongetwijfeld heel belangrijk voor onze praktische houding en ons vermogen om te overleven en vooruitgang te boeken. Onze ervaring, onze relatie met de staat en het zoeken naar een politieke oplossing was een heel nieuwe onderneming voor ons. Tegelijkertijd stuitten we daarbij op de aanval van de internationale samenzwering en ervoer we een paradigmaverschuiving. Met andere woorden, we moesten dit proces met twee verschillende paradigma’s uitvoeren. In het bijzonder hadden we een zekere moeite om de praktische stijl en toon van het nieuwe paradigma te begrijpen en te implementeren, wat weerspiegeld werd in onze onderhandelingen met de staat. Als basislessen van het proces dat we hebben doorgemaakt sinds het eerste staakt-het-vuren dat door leider Apo op 17 maart 1993 werd afgekondigd, kunnen we het volgende zeggen:

Ten eerste moeten we heel goed weten dat de staten leugenaars en bedriegers zijn, dat ze zulke processen tactisch benaderen, altijd denken om er voordeel uit te halen en de andere kant te liquideren, en dat ze zulke processen in het geheim gebruiken als een militair en organisatorisch voorbereidingsproces op basis van hun eigen macht. In dit opzicht zijn we naïef en altijd goedbedoeld en kunnen we de andere kant beoordelen zoals we onszelf beoordelen. Natuurlijk is dit een zeer ernstige en schadelijke fout. Het is een feit dat we sinds 1993 voornamelijk te maken hebben gehad met vier uitgebreide aanvallen van de Turkse staat en de NAVO-VS daarachter. Ze reageerden op het staakt-het-vurenproces dat we op 17 maart 1993 begonnen met een totale vernietigingsaanval tussen juni 1993 en augustus 1998. Op 9 oktober 1998 reageerden ze op het wapenstilstand proces dat we begonnen op 1 september 1998 met een internationale samenzweringsaanval georganiseerd en uitgevoerd door de VS en het İmralı systeem van marteling, isolatie en genocide. Vanaf 2 augustus 1999 reageerden ze verder met politieke genocideoperaties en totale aanvallen tussen 14 april 2009 en 2012. Vanaf het voorjaar van 2013 reageerden ze op het staakt-het-vurenproces dat we ontwikkelden, het zogenaamde “Oplossingsproces”, met de aanval van het “Plan voor Ineenstorting” waarmee ze op 24 juli 2015 begonnen. Met andere woorden, terwijl wij probeerden om geschikte gronden te creëren voor politieke onderhandelingen en het zoeken naar oplossingen, stuitten wij voortdurend op de Turkse staat die geheime plannen ontwikkelde en zich voorbereidde op de vernietigingsaanval. Het is belangrijk dat deze stand van zaken wordt erkend en dat er rekening mee wordt gehouden.

Ten tweede moeten we ons natuurlijk zelf heel serieus inspannen om een basis te creëren voor betrekkingen en onderhandelingen. We kunnen een eenzijdig staakt-het-vuren afkondigen, we maken zeer intensieve propaganda in positieve zin; kortom, we proberen gerust te stellen. Dit proces kan soms langdurig en intensief zijn. Uiteindelijk kunnen we onze eigen propaganda zelf gaan geloven en kan onze massabasis overmatig beïnvloed raken. Dit kan leiden tot een verschuiving in begrip, tot ongevoeligheid, tot onvoorzichtigheid – kortom, tot onvoorzichtigheid. Natuurlijk maakt de andere kant uiteindelijk volledig gebruik van deze situatie in haar voordeel. We moeten ons bewust zijn van deze situatie en deze activiteiten zorgvuldig uitvoeren, waarbij we de inhoud en toon zeer goed moeten aanpassen. We mogen nooit de realiteit van de staat en zijn doel om ons te ontbinden vergeten.

Ten derde kunnen staten deze processen soms heel kort houden en ervoor kiezen om meteen hun ware bedoelingen te laten zien door in het offensief te gaan, terwijl ze ze soms relatief lang kunnen houden. Tenminste, zo komt het op ons over. De staat kan bijvoorbeeld het proces opstarten en dan geen echte stappen zetten, ons laten wachten in afwachting van hun volgende stap, in angstige afwachting van een antwoord dat ons lot zal bepalen. Hoe langer het proces duurt, hoe dieper de staat van waan en achteloosheid kan worden waar we het in het tweede punt over hadden. Zozeer zelfs dat er een misplaatste benadering kan ontstaan, alsof we willen zeggen ‘dit is nu klaar’. Vanuit ons eigen gezichtspunt kunnen we een eenzijdige kijk ontwikkelen die altijd positief kijkt en daardoor de echte zorgen bagatelliseert waarmee we geconfronteerd worden. Met andere woorden, staten kunnen dit als basis gebruiken om revolutionaire en democratische krachten mee te slepen in een proces dat we verzachting en versoepeling kunnen noemen, en kunnen bewust en planmatig in deze richting werken. Als gevolg hiervan kunnen ernstige moeilijkheden worden ondervonden wanneer men geconfronteerd wordt met een geplande en voorbereide aanval. Ook met deze situatie moet rekening worden gehouden.

Tot slot moeten de ideologische, strategische en tactische aspecten van dergelijke betrekkingen en onderhandelingen correct worden aangepast. Op basis van ons nieuwe paradigma benaderen we deze betrekkingen en onderhandelingen op basis van de politieke formule ‘staat plus democratie’. We baseren het niveau van overeenstemming op wederzijdse acceptatie van elkaar. Met andere woorden, in de mate dat de staat onze democratie (democratische samenleving of democratisch confederalisme) aanvaardt, gaan wij ervan uit dat wij de staat zullen aanvaarden. Op deze basis willen we ervoor zorgen dat de staat en de democratie met elkaar verweven zijn, zij aan zij en in een relatie en strijd. Dit alles vereist veel duidelijkheid en veel inspanning. Met andere woorden, het vereist een overtuigende verlichting. Want over het algemeen staat het bestaande staatsbestel hier niet voor open, het is te gesloten. Ze willen het beheer van de samenleving met niemand delen. Ze zijn erg monistisch en absolute heersers. Vandaag de dag is het hele systeem van de natiestaat zo. De genocidale Turkse natiestaat lijkt hier sterk op.

Daarom is het niet gemakkelijk om te onderhandelen en tot een politieke oplossing te komen. Een van de twee belangrijke zaken hier is om als basis te nemen het creëren van een eigen samenleving en het ontstaan van een eigen regering door onderwijs en organisatie, en om zulke onderhandelingen te gebruiken als een middel en gelegenheid voor dit doel. Met andere woorden, je zult altijd de ontwikkeling van je eigen zelfmacht als basis nemen en dit nooit vergeten. Ten tweede is het alleen mogelijk om staten naar deze evenwichtige staat te brengen door een veelzijdige en serieuze strijd. Hiervoor is het nodig om een langetermijnplan uit te voeren en voortdurend binnen en tegen het systeem te strijden. Verwachten dat betrekkingen en onderhandelingen met staten in korte tijd, gemakkelijk en zonder strijd resultaten zullen opleveren, is een zeer ernstige vergissing en een droom. Onze praktijk heeft ons dit geleerd en we worstelen om onze eigen misvattingen over deze kwestie te overwinnen.

Voor Zuid-Amerika is de rol van guerrillastrijders en zelfverdediging in de bevrijdingsstrijd belangrijk. Daarom zijn de ervaringen die zijn opgedaan in Koerdistan interessant. Wat is het belang van het verzet van de HPG (Volksverdedigingskrachten) tegen het Turkse leger? Welke vernieuwingen biedt het voor het begrip van guerrillastrijders? Wat betekent het om gedefinieerd te worden als een zelfverdedigingsmacht?

Het belang van het PKK-verzet komt op twee manieren naar voren. Ten eerste brachten de PKK guerrilla’s moderne militaire wetenschap naar de Koerdische samenleving. Alle vorige weerstanden, met inbegrip van de KDP [Regerende partij in Iraaks Koerdistan van de Barzani-clan, -red]en PUK peshmerga [Gevechtstroepen van Iraaks-Koerdistan, -red], vertegenwoordigen traditionele volks- of boerenopstanden. De meest recente pogingen tot militarisering gaan in wezen niet verder dan deze situatie. De guerrilla daarentegen baseert zijn training, organisatie, strategie en tactieken op de eisen van de moderne militaire wetenschap.

Het tweede punt betreft de sterkte en structuur van het Turkse leger. Het is het op één na grootste leger in de NAVO. Het ligt in het verlengde van het Ottomaanse Rijk, dat een militair systeem was. Het is de belangrijkste stichter en onderhouder van de Turkse staat. De basisstructuur is gebaseerd op het onderdrukken van sociale opstanden en verzet. Met de toetreding tot de NAVO werd een zeer krachtig contraguerrillasysteem gecreëerd. Het is niet democratisch, maar volledig dominant. Het wil met niemand soevereiniteit delen. Het is gebaseerd op het onderdrukken van alle soorten bezwaren met het zwaarste gebruik van geweld, brute kracht. Daarom is het niet gemakkelijk om weerstand te bieden tegen het Turkse leger. Alle opstanden en opposities vóór de PKK guerrilla’s werden verslagen en verpletterd in de kortste tijd. De enige kracht die deze geschiedenis heeft veranderd zijn de PKK guerrillastrijders. Hier komt de betekenis en het belang van het guerrillaverzet vandaan, dat eerder georganiseerd was onder de namen HRK (Bevrijdingskrachten van Koerdistan) en ARGK (Volksbevrijdingsleger van Koerdistan) en zich na de paradigmaverschuiving herstructureerde onder de naam HPG. Voor het eerst ontstaat er een onoverwinnelijke militaire macht tegen het Turkse leger. Op deze manier is de onoverwinnelijke kracht en wil van het Koerdische volk gevormd.

De guerrillaorganisaties ontwikkeld onder de namen HRK en ARGK waren guerrillabewegingen gebaseerd op het statistische paradigma en het doel om een regulier leger op te richten. Ze waren gebaseerd op de klassieke guerrillatheorie en -praktijk en beoogden de ontwikkeling ervan als plattelandsguerrilla in Koerdistan. Het was echter niet mogelijk om guerrillaverzet te ontwikkelen in Koerdistan zoals in andere landen. Deze situatie was niet te wijten aan de geografie of de mensen; de geografie van Koerdistan, vooral de bergen, waren meer dan geschikt voor het ontwikkelen van het klassieke guerrilla systeem. Nogmaals, het Koerdische volk en de jeugd hadden meer dan genoeg moed en opoffering om guerrillaoorlogvoering te ontwikkelen. Wat het onmogelijk maakte om de klassieke guerrilla theorie en praktijk toe te passen zoals het was in Koerdistan, waren de kenmerken van de Turkse genocide opgelegd aan Koerdistan. Het was gewoonweg niet mogelijk om tegen deze genocidale opvatting en aanval, die geen andere analogie had in de wereld, in te gaan met normaal patriottisme, democratie en zelfs revolutionisme. Koerdische vrijheidsstrijders moesten volledig partizaan zijn. Tegelijkertijd moest dit partizaan volledig gevormd worden langs de lijnen van opoffering. Pogingen zoals in andere landen leverden geen resultaat op en de aanhoudende guerrilla leidde leider Apo en de PKK tot een dergelijk opofferend partizaan en guerrilla. Het HRK en ARGK guerrillaisme werden gevormd in de vorm van dergelijk opofferend guerrillaverzet. Het HPG guerrillaisme, dat werd gevormd met de paradigmawisseling, was gebaseerd op het verdiepen van deze opofferingslijn. Kortom, de Koerdische guerrilla’s hebben de maatregelen van vrijheidsstrijders verheven tot het niveau van opofferingsgezindheid. Dit is hoe het guerrillaisme ontstond in Koerdistan, dat niet verslagen werd door het Turkse leger en de wil tot vrijheid van het Koerdische volk ontwikkelde. Daarom werd het gedefinieerd als de wil van het Koerdische volk voor vrijheid en zelfverdediging.

Ongetwijfeld is de HPG guerrilla met zijn huidige structuur een zelfverdedigingsmacht van het Koerdische volk. Het vertegenwoordigt de wil van het Koerdische volk voor vrijheid, is gevormd met eigen kracht en weerstaat externe en interne reactionaire aanvallen tegen het volk en beschermt het bestaan en het vrije leven van het Koerdische volk. De huidige structuur van de HPG is echter nog steeds onvolledig als zelfverdedigingsmacht van het Koerdische volk. Met zijn huidige structuur is de HPG in wezen een professionele guerrillamacht en in dit opzicht is het een pionier. Voor een adequate zelfverdediging van het Koerdische volk is enkel een professionele guerrilla niet voldoende. Deze strijdmacht is baanbrekend en zeer noodzakelijk. Het bestaan van deze professionele opofferingsmacht is noodzakelijk en beslissend voor de zelfverdediging van het volk.

Het is echter ook noodzakelijk om een lokale guerrillamacht te creëren die gebaseerd is op de massa’s van het volk. In zelfverdediging vormen de professionele guerrilla’s de voorhoede en de lokale guerrilla’s de basismacht. De lokale guerrilla, zoals de naam al aangeeft, is een vrijheidsstrijder in zijn eigen lokale gebied en bestaat voornamelijk uit mensen die hun dagelijks leven organiseren. Dat wil zeggen dat het verwijst naar de algemene staat van “‘s nachts gewapend zijn en overdag een pet dragen”. Het omvat zowel de organisatie en het onderhoud van het burgerleven als militaire zelfverdedigingsgevechten. De zelfverdedigingsmacht van het paradigma van de democratische moderniteit bestaat uit twee van deze krachten, de bewapening van het volk. Het reguliere leger van de staten wordt vervangen door de zelfverdediging van het democratische confederalisme bestaande uit professionele en lokale guerrillastrijders. Met andere woorden, K. Marx’ definitie van “het vervangen van het reguliere leger door een gewapend volk” komt op deze manier tot leven.