Koerdische cultuurdagen in Neurenberg: Jin, Jiyan, Azadî – het verzet leeft

  • Duitsland

De 12e Koerdische Cultuurdagen in Nürnberg zijn voorbij en waren opnieuw een groot succes – ondanks de aardbevingsramp, het Turkse verkiezingsdebacle en alle pogingen om een beweging te intimideren en te criminaliseren die consequent opkomt voor vrijheid, ecologische transformatie en vrouwenrechten. Toch blijft de hoop bestaan, want iedereen weet: na duisternis komt licht. De traditie van verzet gaat door.

De inmiddels twaalfde editie van de Koerdische Cultuurdagen waren gewijd aan de “Jin, Jiyan, Azadî” (Vrouw, Leven, Vrijheid) beweging. Het organisatieteam van het Democratisch Koerdisch Centrum Medya Volkshaus groette hiermee de vrouwenrevolutie in Iran en benadrukte dat “Jin, Jiyan, Azadî” vele jaren geleden in de bergen van Koerdistan is geboren. Het was de Koerdische vrijheidsbeweging die de strijd tegen het patriarchaat aanging en vrouwen in staat stelde om een vrij leven te leiden.

Dag één: folklore en concert met Ayfer Düzdaş

De eerste dag van het festival begon met een vrolijke optreden van de folkloregroep van het Medya Volkshaus voor de Konê Reş, het “zwarte tent” van de nomaden. Daarna volgde het optreden van zangeres Ayfer Düzdaş met haar ensemble onder leiding van Erdem Pancarcı.

Ayfer Düzdaş is een opmerkelijke kunstenaar die met een zachte stem traditionele volksliederen in verschillende Koerdische dialecten zingt. Om deze oude muziekcultuur levend te houden, reisde ze van dorp naar dorp in de Koerdisch-Alevitische regio Meletî (in Turkije) en “verzamelde” liedjes. In een korte clip die voor haar concert werd getoond, kon men deze reis naar de wortels van de Koerdisch-Alevitische muziektraditie volgen. De liederen die Ayfer Düzdaş die avond zong, ontroerden veel luisteraars. Vaak zongen ze spontaan mee en herinnerden ze zich het oude liedrepertoire dat in hun gezinnen nog steeds springlevend is. Met haar werk trotseert Ayfer Düzdaş de assimilatie, en ze verdient veel respect door de Koerdische cultuur levendig te houden met muziek en teksten.

Dag twee: film “Kobanê”

Op de tweede dag van het festival staat traditioneel een film over het Koerdisch verzet op het programma. Dit jaar werd de film “Kobanê” van regisseur Özlem Yaşar vertoond. Het is het vorig jaar uitgebrachte werk van de Rojava Filmcommune, dat de belegering van Kobanê in 2014 door de zogenaamde Islamitische Staat documenteert. De vrouwelijke verdedigingseenheden speelden een centrale rol bij de bevrijding, en daarom draait de film ook om de YPJ-strijdster Zehra, die er met haar kameraden in slaagde om de stad te verdedigen tegen de militaire overmacht van de jihadisten en uiteindelijk te bevrijden. De film is ook een herinnering aan de vele martelaren die zijn gevallen en wier inzet heeft bijgedragen aan de overwinning op IS en van Kobanê wereldwijd een symbool van hoop heeft gemaakt.

Dag drie: podiumdiscussie

De volgende dag stond er een paneldiscussie op het programma. Azad Yusuf Bingöl, lid van de Migratieraad München, leidde als moderator de discussie in door de gasten op het podium te vragen naar de gevolgen van het Verdrag van Lausanne, dat 100 jaar geleden de deling van Koerdistan bezegelde.

Als eerste antwoordde Dastan Jasim, politicoloog bij het German Institute for Global & Area Studies. Ze schetste een somber beeld van het heden: “Alle vier delen van Koerdistan staan in brand.” En toch is het verzet ongebroken, zoals ze benadrukte. Ze ging in op de opstand tegen het mullah-regime in Iran en legde uit hoe het krachtsverloop veranderde na de moord op de Koerdische Jina Amini. Voor Zuid-Koerdistan (Noord-Irak) schetste ze de machtsstrijd tussen de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) en de regerende Democratische Partij van Koerdistan (KDP) van de Barzanî-clan, die zich onderwerpt aan het Turkse regime en collaboreert met islamistische netwerken. De autonome regio Noord- en Oost-Syrië staat na het verlies van belangrijke gebieden als gevolg van de internationaalrechtelijk illegale aanvallen van Turkije en jihadisten voor massieve economische problemen, die worden verergerd door de “wateroorlog”, waarmee de Turkse staat de regio wil uitdrogen. Voor het door Turkije bezette deel van Koerdistan kan men ten slotte zien hoe Turkije na de verkiezingen nog verder naar rechts opschuift. Het gezicht van het fascisme wordt steeds opener getoond. Maar ondanks honderd jaar onderdrukking is de samenleving in alle delen van Koerdistan nog steeds de motor van het verzet, aldus Dastan Jasim’s conclusie.

De voormalige afgevaardigde van de HDP, Lezgin Botan, die momenteel in ballingschap leeft, sprak als volgende spreker over de situatie van zijn partij. Hij beschreef hoe de immuniteit van parlementsleden systematisch werd opgeheven, hoe verkozen burgemeesters werden afgezet en gemeenten onder dwangbeheer werden geplaatst, en noemde dit een politieke staatsgreep. Met het oog op de EU constateerde Botan dat Europese instellingen de schending van de mensenrechten en het verlies van democratie in Turkije negeren. Hij ziet de reden hiervoor in economische belangen en de “vluchtelingendeal”, waarmee Europa chantabel is geworden. Wat betreft de strategie tijdens de verkiezingscampagne, noemde Botan als belangrijkste doel om Erdogan kwijt te raken, zodat de samenleving “op adem kan komen” en nog beter georganiseerd kan worden. Hierbij spelen de Koerdische provincies een bijzondere rol.

De voormalige afgevaardigde van de Hamburgse burgerschap en lid van de partij Die Linke, Martin Dolzer, onderzocht in eerste instantie waarom de Koerdische beweging het recht op zelfbeschikking wordt ontzegd, dat eigenlijk gegarandeerd zou moeten zijn door het Verdrag inzake de rechten van de mens. Hij citeerde een EU-strategiedocument waarin economische en geostrategische belangen werden genoemd en waaraan het buitenlands beleid van de EU zich richt, en concludeert dat alleen maatschappelijke weerstand hiertegen helpt. In Turkije wordt deze weerstand gecriminaliseerd door de KCK-procedures en in Duitsland door paragraaf 129. Echter is niet de beweging die strijdt voor zelfbeschikking, democratie en vrede “terroristisch”, maar juist de staten die hen vervolgen. Tot slot ging Dolzer in op het zogenaamde “feministische buitenlands beleid” van de Ampelcoalitie en riep op tot een einde aan de militarisering en stopzetting van wapenexporten.

Hierna vroeg Bingöl de sprekers om korte beoordelingen van een oplossingsperspectief voor Koerdistan. Jasim raadde een emotioneel en cognitief begrip aan van alle Koerden voor elkaar en pleitte voor pan-Koerdisch verzet om de honderd jaar oude deling te overwinnen. Botan drong erop aan om de strijd van het Koerdische volk tegen het kolonialisme en voor het recht op zelfbeschikking wereldwijd op de agenda te zetten. In hun strijd tegen de zogenaamde IS hebben de Koerden bewezen dat ze staan voor vrijheid en democratie. Dolzer vat zijn eis kort samen door eerst op te roepen tot opheffing van het PKK-verbod en vrijlating van politieke gevangenen. De principes van het internationaal recht moeten worden gehandhaafd, maar realistisch gezien staat momenteel geen model zoals het Democratisch Confederalisme op de agenda van het Westen gezien de zwakte van links. Het is nu tijd om “de wonden die het kolonialisme heeft achtergelaten te genezen”.

Dag vier: Openluchtconcert met Şivan Perwer

De Nurembergse Koerdische Cultuurdagen eindigden met een openluchtconcert van de Dengbêj-zanger Şivan Perwer. Voordat hij optrad, riep Lezgin Botan het voornamelijk Koerdische publiek op om deel te nemen aan de verkiezingen van de volgende president om een einde te maken aan de dictatuur van Erdogan. Ook Şivan Perwer zwoer de ongeveer 800 luisteraars in het Koerdisch samen te blijven als Koerden. Daarbij eiste hij de vrijlating van alle politieke gevangenen, inclusief die op Imrali. Hij vond de juiste woorden om moed te geven en moedigde aan om trots te zijn op de Koerdische identiteit.

Na de toespraken begon het concert van de inmiddels 65-jarige Perwer, die sinds de jaren ’70 op het podium staat en bekend is bij jong en oud. Al snel na de eerste nummers gingen veel mensen naar de dansvloer. Bij de gezamenlijke Govend (Traditionele koerdische dans) voelde iedereen zich veilig en genoot van de samenhorigheid.

De festivalorganisatie was tevreden over het verloop van het festival en bedankte de velen die eraan hebben bijgedragen. Vooral dank aan de vrouwen die gedurende de vier dagen het publiek voorzagen van Koerdische gerechten en aan de jongeren die zorgden voor de opbouw en bescherming van het terrein.