- Zuid-Koerdistan
Mazlum Dağ en Abdurrahman Er werden beschuldigd van de moord op Osman Köse, een lid van de Turkse inlichtingendienst (MİT) die werkte op het consulaat van Hewler in de regio Koerdistan, en werden op 17 juli 2019 ter dood veroordeeld. De hongerstaking die op 18 mei werd gelanceerd door Dağ en Er om te protesteren tegen voortdurende schendingen, met name de verplichte uniforme kleding, duurt nu al 41 dagen.
Dağ en Er begonnen op 28 september 2022 een hongerstaking om te protesteren tegen marteling en mishandeling in de gevangenis, en beëindigden de hongerstaking op de 14e dag nadat aan hun eisen was voldaan. Beide gevangenen begonnen op 13 februari 2022 met een hongerstaking tot de dood om te protesteren tegen schendingen van hun rechten. De hongerstaking tot de dood eindigde op de negende dag nadat de gevangenisadministratie beloofde de schendingen te beëindigen.
Dağ en Er zijn op 18 mei begonnen met een onbepaalde, niet-afwisselende hongerstaking omdat de schendingen bleven doorgaan.
Achtergrond
Op 17 juli werden in Hewler, Zuid-Koerdistan, de Turkse consulair medewerker Osman Köse en twee anderen neergeschoten en gedood bij een aanval op een restaurant genaamd Huqqabaz.
Tweee mannen uit Noord-Koerdistan, Mazlum Dağ, Muhammed Besiksiz en nog één andere ongeïdentificeerde persoon werden als verdachten in de zaak vastgehouden. De drie mannen zijn herhaaldelijk gemarteld om hen te dwingen een voorbereide verklaring te ondertekenen.
Een lid van de Asayish-politie die anoniem wil blijven, zei dat Turkije probeert het te laten lijken alsof Köse gewoon een reguliere medewerker was, maar dat hij de MIT-officier is voor het bureau van Zuid-Koerdistan.
Het Asayish-lid zei dat Dağ, Besiksiz en de derde man die samen met hen waren vastgehouden, zwaar werden gemarteld en “ondervraagd” door de MIT en de Parastin.
Geen beelden van dağ of Besiksiz op 17 juli
Er zijn verschillende beveiligingscamera’s in en rond het restaurant Huqqabaz, maar geen van hen heeft beelden vastgelegd van Dağ of Besiksiz. Tot op heden is slechts één vaag beeld van Dağ vrijgegeven en daarin kon de locatie niet bevestigd worden.
Abdurrahman Er en Mazlum Dağ ontkenden tot op de dag van vandaag elke verantwoordelijkheid voor de moord.