Koerdische muziek als bewijs in terreurproces

  • Noord-Koerdistan

Het hogere openbaar ministerie van Mersin heeft aanklachten ingediend tegen een tiental HDP-leden. De aanklacht is al formeel aanvaard door een van de grootste strafkamers in de Zuid-Turkse provincie. De rechtbank is echter van plan om op een later tijdstip een datum voor de start van het proces vast te stellen, zo werd zaterdag gezegd.

In de zaak worden elf mensen beschuldigd; Mensen met een Koerdische achtergrond actief in de lokale politiek. Zeven van hen zitten sinds mei vorig jaar in hechtenis op grond van ‘sterke verdenking van lidmaatschap van een terroristische organisatie’. Dit zijn een voormalige covoorzitter van de HDP-districtsvereniging in Yenişehir en zes mannelijke of mannelijke activisten van de jeugdraad van de partij.

De vermeende “terroristische organisatie” waartoe de verdachten zouden behoren is de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Volgens het Openbaar Ministerie zijn er talrijke aanwijzingen voor de vermeende PKK-banden van de verdachten. Deze omvatten uitnodigingen voor een conferentie van de HDP-jongeren die op verschillende online netwerken zijn gedeeld en verklaringen aan de Koerdische pers dat de eenzame opsluiting van PKK-oprichter Abdullah Öcalan, die wordt vastgehouden op het Turkse gevangeniseiland Imrali, in strijd is met het verbod op marteling.

De deelname van de verdachten aan culturele en politieke evenementen die door de HDP worden georganiseerd en aan begrafenissen van politieke gevangenen wordt door het Openbaar Ministerie ook geïnterpreteerd als bewijs van lidmaatschap van de PKK. Een van de jongerenactivisten wordt er ook van beschuldigd “zijn ideologische band met de PKK te hebben aangetoond” door naar Koerdischtalige muziek te luisteren. Op dezelfde manier kondigde hij ook aan dat hij Abdullah Öcalan erkende “als zijn leider”. Hij had de muziek in kwestie – het is onduidelijk welk nummer het was – in de auto gehoord.

Andere delen van de aanklacht verwijzen ook naar Koerdische liederen waarnaar de activisten zowel thuis als in het openbaar, bijvoorbeeld in cafés, zouden hebben geluisterd. Naar verluidt werden ze maandenlang illegaal afgeluisterd door de politie. Een zwaar gehandicapte activist die afhankelijk is van een rolstoel wordt door het Openbaar Ministerie beschuldigd van het aanbrengen van “illegale belettering” op gevels van gebouwen in 2016.

Op de belettering stond onder andere “Taxa Roj” (Ku. zonnedistrict), zoals de wijk Güneş (Turkse term voor zon) in het district Akdeniz in het Koerdisch wordt genoemd, en “YPS”. Dit is de afkorting voor de Civiele Beschermingseenheden (Yekîneyên Parastina Sivîl), die zich verzetten tegen de Turkse militaire belegering van Koerdische steden in 2015 en 2016. Als de verdachten worden veroordeeld, kunnen ze lange gevangenisstraffen tegemoet zien.