KOMAW veroordeelt het isolement van Abdullah Öcalan

  • Duitsland

De Vereniging van Koerdische Martelaren en Verdwenen Families (KOMAW) heeft een schriftelijke verklaring afgelegd over de voortdurende verergerde isolatie van de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan.

De verklaring luidt als volgt: “Alsof isolatie nog niet genoeg was, wordt Öcalan al meer dan twee jaar elk contact met zowel zijn advocaten als zijn familie ontzegd. Abdullah Öcalan, die op 15 februari 1999 vanuit Kenia naar Turkije werd gebracht als gevolg van een internationale samenzwering, wordt tot op de dag van vandaag in een isoleercel vastgehouden. Hamili Yıldırım, Ömer Hayri Konar en Veysi Aktaş, die later naar Imrali zijn gebracht, zitten ook in isoleercellen. Wat er wordt gedaan met de heer Öcalan en de gevangenen in Imrali is in strijd met alle internationale wetten. De Turkse regering gaat echter door met alle onwettige praktijken door voortdurend de wet te overtreden.”

De verklaring voegde eraan toe: “Ten eerste zijn we bezorgd over het leven van de Koerdische Volksleider Abdullah Öcalan en de andere gevangenen in Imrali. Als KOMAW, de instelling voor families van oorlogsslachtoffers, beschouwen we hun leven en ons eigen leven als hetzelfde en gelijkwaardig. Omdat we Abdullah Öcalan zien als de meest fundamentele en grootste kracht die oorlog en conflict kan stoppen en voor vrede kan zorgen. Hij had al tegen de Turkse regering gezegd: “Geef me een kans, ik zal deze oorlog binnen een week stoppen. Als KOMAW veroordelen wij deze agressieve en onmenselijke praktijken die worden uitgevoerd door de Turkse regering en degenen die hen steunen door te zwijgen.”

De verklaring vervolgt: “We doen een beroep op internationale organisaties en instellingen die directe of indirecte relaties hebben met de Republiek Turkije, in het bijzonder de VN, het EHRM, het Europees Parlement, om zo snel mogelijk hun verantwoordelijkheden te vervullen in overeenstemming met de humanitaire doeleinden die in uw statuten staan. Als zij hun verantwoordelijkheden nakomen, zal de mensheid van de wereld, samen met het Koerdische volk, in staat zijn om te ademen in een vreedzame omgeving, een comfortabel en vrij leven.”