Man voor de tweede keer ontvoerd in het door Turkije bezette Afrin

  • Rojava/Noord-en Oost-Syrië

Volgens lokale bronnen heeft de Turkse inlichtingendienst (MIT) een burger ontvoerd uit het district Rajo van Afrin.

Dit is de tweede keer dat de man, genaamd Esmet Mihemed, op 5 september werd ontvoerd door de bezettingsmachten.

Van januari tot juli zijn ten minste 208 mensen ontvoerd.

Volgens de Organisatie voor Mensenrechten in Afrin-Syrië heeft de Turkse staat en zijn huurlingen in augustus 62 burgers ontvoerd, waarvan 6 vrouwen, en één van die vrouwen verkracht.

Tussen januari en juli zijn 208 burgers, waaronder 24 vrouwen en een kind, ontvoerd.

Gedurende dezelfde periode zijn ten minste 13 mensen, waaronder 3 vrouwen, gedood. Er zijn meer dan 16.000 bomen gekapt, meer dan duizend bomen ontworteld en meer dan 70 hectare land verbrand.

Het veranderen van de demografische structuur en de bouw van koloniale huizen in bezet Afrin houden aan met financiële steun van Turkse, Golf- en Palestijnse organisaties. De binnenvallende Turkse staat heeft bijna 30 koloniale huizen gebouwd met de steun en financiering van organisaties als Eyadî El Beyda, Kuwêt El Rehme en Binyan El Qatari van de Moslimbroederschap (Ikhwan).

Tientallen kinderen zijn slachtoffer geworden in 8 maanden.

Aan de andere kant zijn er in de eerste 8 maanden van het jaar 15 kinderen gedood en 16 anderen gewond geraakt bij explosies in de regio’s Afrin en Shehba.

Vier kinderen zijn verkracht, negen zijn gearresteerd, één kind is gedood en zes anderen zijn gewond geraakt als gevolg van marteling en seksueel misbruik. Acht kinderen zijn ontvoerd, waaronder een baby, en zes kinderen zijn gedood bij aanvallen.