Medevoorzitters HDP zullen zich niet kandidaa stellen op het volgende congres van de partij

  • Turkije

Pervin Buldan en Mithat Sancar, de mededvoorzitters van de Democratische Volksaprtij,  hebben aangekondigd dat ze zich niet zullen kandideren als kandidaten op het volgende congres van de partij. De medevoorzitters waren te gast in een live programma op Medya Haber TV.

Buldan zei in het programma over de verkiezingsuitslag het volgende: “We hebben ons doel niet bereikt. Ik wil dit heel eerlijk zeggen. Dit is natuurlijk iets om zelfkritiek op te hebben. We vonden dat we het campagneproces niet goed konden beheren. We konden geen contact maken met mensen buiten onze eigen kringen, we konden niet groeien. Niet alle verschillende groepen werden vertegenwoordigd. Bijvoorbeeld, het ontbreken van vertegenwoordiging van Armeniërs, Yezidi’s en gehandicapten waren belangrijke tekortkomingen.”

Buldan zei: “Onze partij zal na de vergaderingen met onze commissies naar het congres gaan, omdat onze doelen niet zijn bereikt. Ik ben bereid om op elk moment mijn plicht te vervullen tijdens deze strijd en rekening te houden met alle kritiek. Ik zou vereerd zijn om de functie van medevoorzitter over te dragen aan een andere vriend van mij op dit congres. Ik zal tijdens het congresproces niet deelnemen aan enig beslissingsmechanisme. Op dit moment hebben we de verantwoordelijkheid om te reageren. We gaan er niet voor weglopen. We zullen verantwoording afleggen aan ons volk, onze basis, aan vrouwen. Ik denk dat dat het belangrijkste is.”

Sancar benadrukte dat de Groen Linkse Partij niet het aantal stemmen heeft behaald dat ze wilden: “We beschouwen onszelf als onsuccesvol op dit punt, maar er was geen nederlaag. De regering heeft alles gedaan om de democratische politiek te liquideren. Het feit dat we zelfs gekozen konden worden, is op zichzelf een belangrijke situatie. We hebben dat doorbroken, we namen deel aan de verkiezing.”

Met betrekking tot de verklaringen van voormalig HDP medevoorzitter Selahattin Demirtaş zei Sancar: “Demirtaş is een zeer waardevolle vriend en kameraad. We vinden het niet juist om zijn bedoelingen in twijfel te trekken. We vertrouwden op geen enkele factor anders dan de bezorgdheid over hoe we onze partij in harmonie met al onze vrienden konden versterken. We bezochten Demirtaş in de gevangenis. Hij zei dat hij een wettelijke belemmering had, en legde het toen uit aan de pers. Toen gingen we naar Kandıra om ideeën te krijgen van Figen Yüksekdağ en Gültan Kışanak. Ze stelden voor dat als er een kandidaat zou worden gepresenteerd, het een vrouw moest zijn. We bespraken deze voorstellen in onze commissies. Er was een sterke voorkeur voor vrouwelijke kandidaten. Dit werd ook aan Demirtaş overgebracht, en hij zei dat hij dit idee steunde.”