Medische zorgcrisis in Maxmur als gevolg van embargo en belegering

  • Zuid-Koerdistan

Het Maxmur vluchtelingenkamp staat in de krantenkoppen vanwege de voortdurende weerstand tegen de pogingen van het Iraakse leger om het kamp te omringen met prikkeldraad en wachttorens. Hoewel de huidige aanvallen door het Iraakse leger begonnen op 20 mei, is er al jarenlang een zware embargo van kracht tegen het radicale democratische modelproject.

Dit embargo heeft met name invloed op de medische zorg voor de bewoners van het kamp. Dr. Mihemed Ünver werkt als arts in het kamp. In een gesprek met ANF Nieuwsagentschap over de gevaarlijke medische leveringscrisis zei hij: “Er waren al moeilijkheden toen het kamp de laatste keer was omsingeld, maar nu is het nog gevaarlijker. Irak heeft geweigerd om dit jaar medicijnen en medische benodigdheden het kamp in te laten. Daarvoor heeft de regerende KDP partij (van de Barzani-clan) onze spoedpatiënten ongeveer drie jaar lang belet om voorraden te ontvangen. De Iraakse belegering, die al meer dan een week aan de gang is, heeft de gezondheidscrisis verder verdiept.”

Dr. Ünver verklaarde dat ze mobiele gezondheidsteams hebben opgezet om gezondheidszorg te bieden, maar het gebrek aan medicijnen wordt ernstig gevoeld. “De teams proberen voor de bevolking van het kamp te zorgen ondanks de beperkte mogelijkheden. Voor één persoon die gewond raakte bij de Iraakse militaire aanvallen kon zelfs geen ambulance worden geregeld om hem naar het ziekenhuis te vervoeren,” aldus Ünver. Hij waarschuwde dat de situatie in het kamp nog verder dreigt te verslechteren en dat er tot dusver geen medicijnen zijn verstrekt.

Hij riep iedereen op om hun stem te laten horen om het beleg en embargo te beëindigen en verklaarde: “Mensen moeten hun morele, humanitaire en nationale plicht vervullen. De gemeenschap in het kamp leeft hier vanwege onderdrukking en vervolging. Mensen leven hier ter wille van alle Koerden. Daarom kunnen ze niet zwijgen. De Koerden moeten het Maxmur-kamp beschermen.”

Tot slot riep Dr. Ünver de VN en aan de VN gelieerde gezondheidsorganisaties, het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen op om onderzoeken uit te voeren in het kamp.