Nieuw verbod op advocaten en familiebezoek opgelegd aan Abdullah Öcalan

  • Turkije

Sinds 1999 wordt de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan in isolatie vastgehouden op het Imrali-eiland. Er is al twee jaar geen nieuws van hem en bezoekaanvragen van familie en advocaten blijven lang onbeantwoord. De rechterlijke macht voelt geen noodzaak om een rechtvaardiging te geven. Hoewel willekeurige en systematische obstakels soms worden gerechtvaardigd door disciplinaire sancties, wordt dit alleen aan zijn advocaten gemeld, soms weken, soms maanden later.

Volgens het Mezopotamya Agency (MA) hebben de advocaten op 23 december 2022 voor het laatst een verzoek ingediend bij de 2de Uitvoeringsrechter in Bursa om de afwijzing van familiebezoeken tegen te gaan. Dit verzoek werd echter op 3 januari 2023 afgewezen met als reden een verbod op familiebezoeken van drie maanden. Er werd geen rechtvaardiging gegeven voor het verbod, behalve dat het een “disciplinaire straf” was.

Advocaten tekenden op 10 januari beroep aan bij de 1ste Hoge Strafrechtbank van Bursa om deze beslissing te laten opheffen. De rechtbank wees het bezwaar op dezelfde dag af zonder enige reden te geven.

Bezoeken verboden na aardbeving

Naast de herhaalde verzoeken om bezoek die elke week worden ingediend, hebben advocaten en familieleden direct na de aardbeving die op 6 februari in Maraş plaatsvond en veel provincies trof, om bezoeken gevraagd.

Na dit verzoek werd gemeld dat Abdullah Öcalan, Ömer Hayri Konar, Hamili Yıldırım en Veysi Aktaş, allen geïsoleerd op Imralı, op 21 december 2022 een bezoekverbod van 3 maanden hadden gekregen. Het verbod zou op 10 januari 2023 eindigen.

Nieuwe verboden op bezoek

Desondanks bleven de advocaten tweemaal per week een verzoek indienen voor een advocaatbezoek en eenmaal per week voor een familiebezoek.

De advocaten dienden in april nog steeds aanvragen in, maar alle werden afgewezen. Ondertussen werd bekend dat op 15 maart een nieuw bezoekverbod was besloten. Dit nieuwe verbod eindigde op 30 maart.

Het besluit om bezoeken te verbieden werd op 14 april voorgelegd aan de 1ste Hoge Strafrechtbank van Bursa. Dit bezwaar werd op 30 april afgewezen. Zo werd er een nieuw verbod opgelegd aan Abdullah Öcalan.

Nieuw verbod van zes maanden op 26 april

Toen de advocaten op 27 april 2023 bij de executierechter van Bursa  een verzoek indienden, kregen ze geen reactie.

In plaats daarvan werden de advocaten op de hoogte gesteld door de Bursa 1ste Hoge Strafrechtbank via een communique waarin een beslissing werd genomen door de Bursa 3de Strafrechtbank op 26 april dat er een nieuw verbod van zes maanden op bezoek werd opgelegd aan Abdullah Öcalan.

Advocaten dienden individuele verzoeken in bij het Constitutioneel Hof (AYM) tegen het nieuwe verbod.