Olieovereenkomst tussen Turkije en de regionale regering van Koerdistan onwettig, zegt de rechtbank

  • Zuid-Koerdistan 

Het in Parijs gevestigde Internationale Hof van Arbitrage, dat de olieovereenkomst tussen Turkije en de Federale Regio Koerdistan onwettig achtte, veroordeelde Ankara tot betaling van 1,4 miljard dollar aan schadevergoeding.

De zaak bij het Internationaal Arbitragehof van de Internationale Kamer van Koophandel in Parijs loopt al bijna negen jaar en draait om de bewering van Irak dat Turkije een doorvoerovereenkomst voor pijpleidingen uit 1973 heeft geschonden door ruwe export uit de Koerdische regio van Irak toe te staan zonder toestemming van Bagdad.

Het geschil dateert uit 2014 toen de Regionale Regering van Koerdistan (KRG), onafhankelijk van Bagdad, haar olievelden verbond met de Turkse grensovergang bij Fishkhabor en de bestaande pijpleiding Irak-Turkije aantrok. De pijpleiding leverde voorheen ruwe olie van het Irakese noordelijke Kirkuk-olieveld naar de Turkse havenstad Ceyhan.

De rechtszaak die door de centrale regering was aangespannen, eiste 30 miljard dollar aan schadevergoeding, maar de rechtbank besloot dat Turkije 1,4 miljard dollar moest betalen aan de regering van Bagdad.
De beslissing van de rechtbank heeft betrekking op olietransporten voor de periode 2014-2018.

De zaak voor de periode tussen 2018-23 zal verder worden behandeld.

De totale export via Türkiye bereikte tot 450 duizend vaten per dag.