Ongemakkelijke vragen over mijnongeluk: Turkije onderneemt actie tegen kritische journalist

  • Turkije

De Turkse justitie stelt een onderzoek in naar journaliste Şükran Ekinci. De presentatrice van de kritische zender Artı TV wordt beschuldigd van het verspreiden van “desinformatie” in verband met de aardverschuiving in een goudmijn. De regering wil hiermee blijkbaar onafhankelijke berichtgeving verhinderen over het werkelijke aantal slachtoffers en de onverschilligheid, incompetentie en winstbejag van de staat op het gebied van natuurexploitatie.

De Çöpler goudmijn in het stadje Licik (Tr. Iliç) in het westen van de bergachtige provincie Ezirgan is dinsdag door een aarverschuiving bedolven onder puin en aarde. Op beelden die blijkbaar door een arbeider in de mijn zijn gemaakt, is te zien hoe een enorme massa aarde door een ravijn naar beneden glijdt en alles op zijn weg bedelft. Volgens deskundigen ging het om cyanidehoudend afval van de mijn, dat het water in de hele regio dreigde te besmetten. Volgens officiële rapporten werden negen mijnwerkers bedolven, maar volgens experts wel 50. Bergingswerkzaamheden zijn tot nu toe niet succesvol geweest.

Ekinci vestigde de aandacht op de verschillende cijfers in een bericht op het platform X (voorheen Twitter). De journaliste verwees naar informatie van Irfan Türkoğlu, voorzitter van de Kamer van Ingenieurs voor Metallurgie en Materialen, die het aantal vermiste mijnwerkers op vijf keer het door de regering opgegeven aantal schatte. Ekinci werd donderdag gedagvaard door het Openbaar Ministerie in Istanbul en moest vragen beantwoorden. Ze werd ervan verdacht schuldig te zijn aan het “publiekelijk verspreiden van misleidende informatie” met haar bericht op X, verklaarde haar advocaat Fatih Aydın van de Media and Law Association (MLSA).

Ekinci verklaarde tijdens het verhoor dat het artikel in kwestie was geschreven in het kader van de vrijheid van meningsuiting en tot doel had het publiek te informeren. Dit was haar plicht als journaliste. Ekinci wees de beschuldigingen tegen haar van de hand. Advocaat Fatih Aydın riep op om de onderzoeksprocedure te staken. Het was gebaseerd op de praktijk van “virtuele politiepatrouilles”, die door het Turkse Constitutionele Hof als illegaal werd bestempeld. Het dossier zou gesloten moeten worden alleen al vanwege het gebrek aan formaliteit.

De Çöpler goudmijn wordt geëxploiteerd door het bedrijf “Anagold Madencilik”, dat voor 80 procent in handen is van het Canadese SSR Mining en voor 20 procent van de Turkse Çalık Holding, een conglomeraat dat nauwe banden heeft met de AKP-regering en de familie Erdoğan. De exploitanten kwamen al eens eerder in het nieuws in 2022 nadat een gebarsten pijp in de goudmijn van Çöpler ervoor zorgde dat grote hoeveelheden van een ciyanidemengsel in de Eufraat stroomden. Hoewel dit een enorme ecologische ramp was, werd de vergunning niet ingetrokken en na een korte onderbreking kon Anagold Madencilik de mijnpoorten weer openen. Ondanks fel verzet van de klimaatrechtvaardigheidsbeweging in Turkije gaf de toenmalige minister van Milieu Murat Kurum, de huidige AKP-kandidaat voor het burgemeesterschap van Istanbul, toestemming voor een drievoudige uitbreiding van de mijn na het ongeluk in 2022. Onder andere het milieuplatform van İliç had een rechtszaak aangespannen tegen dit besluit. De zaak is nog in behandeling bij de rechtbank.