Opnieuw een burger ontvoerd in het door Turkije bezette Afrin

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

Volgens ANHA hebben bendes van de Turkse bezettingsmacht gisteren een burger genaamd Ebdurehman Keirik (50) ontvoerd uit het dorp Bilîlka in het district Rajo. De man werd ontvoerd toen hij op bezoek was bij het huis van zijn zoon, die ook was ontvoerd door Turkse agenten van de inlichtingendienst en de militaire politie.

Op 21 februari ontvoerden de bendes van de Turkse inlichtingendienst en de militaire politie Hemîd Keirik (25), de zoon van Ebdurehman Keirik. Zijn vrouw, Îlham Ebdurehman Silêman, werd ook ontvoerd op 20 maart 2022 en opnieuw op 15 mei van hetzelfde jaar en vrijgelaten voor een losgeld van 400 dollar.

Het kanton Afrin was het meest westelijke kanton van Rojava en Noord- en Oost-Syrië, waar 200.000 etnische Koerden woonden. Hoewel de bevolking overwegend Koerdisch was, woonden er naast soennitische moslims ook verschillende religieuze groepen zoals yazidi’s, alawieten en christenen.

Op 20 januari 2018 lanceerde Turkije luchtaanvallen op 100 locaties in Afrin, als het begin van een invasie die ze ‘Operatie Olijftak’ noemden.

De Turkse luchtmacht beschoot lukraak zowel burgers als YPG/YPJ-posities, terwijl een grondaanval werd uitgevoerd door facties en milities georganiseerd onder de paraplu van het door Turkije gesteunde Nationale Leger.

Op 15 maart hadden door Turkije gesteunde milities de stad Afrin omsingeld en onder artilleriebeschietingen geplaatst. Een Turkse luchtaanval trof het enige functionerende ziekenhuis van de stad, waarbij 16 burgers omkwamen.

Burgers vluchtten en de Syrische Democratische Krachten (SDF) trokken zich terug, en op 18 maart had Turkije Afrin de facto bezet. Tussen de 400 en 500 burgers stierven tijdens de invasie, voornamelijk als gevolg van Turkse bombardementen. Andere burgers werden ter plekke geëxecuteerd.

Voorafgaand aan de Turkse invasie was Afrin een van de meest vredige en veilige delen van Syrië, waar tijdens de burgeroorlog vrijwel nooit gevechten plaatsvonden, afgezien van incidentele schermutselingen tussen YPG/YPJ en jihadistische strijdkrachten aan de grenzen. Als gevolg daarvan bood Afrin een vreedzaam toevluchtsoord aan meer dan 300.000 ontheemden van elders in Syrië.