Politieke gevangene na 31 jaar cel zijn vrijlating geweigerd

  • Noord-Koerdistan

De Turkse staat stelt het verraden van de eigen identiteit steeds vaker als voorwaarde voor de vrijlating van politieke gevangenen, zelfs nadat hun straf is verlopen. Politieke gevangene Ali Koç is nu voor de tweede keer zijn vrijlating geweigerd wegens “gebrek aan berouw”. Koç werd, net als talloze andere politieke activisten, in 1992 gearresteerd en tot levenslang veroordeeld door een van de beruchte staatsveiligheidsrechtbanken voor het “verstoren van de eenheid en soevereiniteit van de staat”.

Levenslang betekent officieel 30 jaar in Turkije. Koç had op 15 december 2022 vrijgelaten moeten worden. Nieuwe wetgeving heeft echter gevangeniscommissies ingevoerd die beslissen over een sociale prognose voor de vrijlating van gevangenen. Politieke gevangenen moeten herhaaldelijk berouw tonen of hun vrijlating wordt geweigerd. In het geval van Ali Koç bijvoorbeeld, besloot de gevangeniscommissie in december 2022 dat hij niet mocht worden vrijgelaten vanwege een gebrek aan berouw. Hij had 26 disciplinaire straffen gekregen en was niet gescheiden van andere politieke gevangenen. Zijn vrijlating werd daarom voor 15 maanden opgeschort. In januari werd een nieuwe hoorzitting gehouden. Hij kreeg opnieuw een “slechte sociale prognose” en zijn vrijlating werd nog eens drie maanden uitgesteld. Het is duidelijk dat er pogingen worden ondernomen om politieke gevangenen op deze manier te breken.

Koç is niet het enige geval. Hij meldde dat alleen al in zijn geval 14 van de 24 politieke gevangenen niet zijn vrijgelaten ondanks het einde van hun straf en deed een beroep op het publiek om druk op te bouwen.