Protest voor het gebouw van het Franse ministerie van Justitie

  • Frankrijk

Bij de gewapende aanval op 23 december op het Ahmet Kaya Cultureel Centrum, een Koerdisch restaurant en een door Koerden geleide kapperszaak aan de Rue d’Enghien in het tiende arrondissement van Parijs werden drie Koerden van het leven beroofd en drie anderen raakten gewond  De slachtoffers van de aanval zijn Evîn Goyî (Emine Kara), een lid van de Uitvoerende Raad van de KCK (Unie der Koerdische Gemeenschappen), YPJ (Vrouwelijke Volksbeschermingseenheden) veteraan in de strijd tegen ISIS en leidende vertegenwoordiger van de Koerdische vrouwenbeweging, muzikant Mîr Perwer (M. Şirin Aydın) en oud-activist Abdurrahman Kızıl.

De huurmoordenaar, William Mallet, is gearresteerd voor moord met racistische motieven. De Koerdische gemeenschap, evenals vele politici en vertegenwoordigers van verschillende organisaties, verzetten zich tegen de theorie van een verwarde eenzame dader en eisen dat het openbaar ministerie, dat verantwoordelijk is voor terroristische misdrijven, het onderzoek uitvoert.

Om deze eis te herhalen, gingen vandaag in Parijs opnieuw demonstranten de straat op. Een spandoek met de tekst “Tien jaar na 9 januari heeft de Turkse staat opnieuw drie van onze vrienden in Parijs vermoord” werd ontrold op de Place de l’Opéra nabij het Franse ministerie van Justitie. Op 9 januari 2013 werden de Koerdische vrouwelijke activisten Sakine Cansız, Fidan Doğan en Leyla Şaylemez doodgeschoten door een Turkse huurmoordenaar in hartje Parijs. Tot op de dag van vandaag is niemand verantwoordelijk gehouden voor dit bloedbad.

Berivan Firat sprak tijdens het protest namens de Koerdische Democratische Raad in Frankrijk (CDK-F), en zei : “Onze vrienden zijn vermoord in het midden van Parijs. Het ministerie van Justitie staat pal naast ons. Sara, Rojbîn en Ronahî zijn tien jaar geleden vermoord. We hebben het verschillende keren herhaald; zolang dit bloedbad niet wordt opgelost, zijn de Koerden niet veilig. En nu zijn er opnieuw Koerden vermoord. Ons is verteld dat het een racistische aanval was. Maar we geloven dat niet. Het is eerder een terroristische aanslag op de Koerdische gemeenschap.”

Vooral het feit dat de dader voor de deur bij het Koerdisch Cultureel Centrum werd afgezet, en in twee andere Koerdische zaken slachtoffers maakte na honderd meter door de straat gerend te hebben in een straat waar vele nationaliteiten hun shops uitbaten, blijft de gemoederen bezighouden.

Veel Koerdische muzikanten namen met hun instrumenten deel aan de actie en na de toespraken werden liedjes gezongen. Donderdag zijn Koerdische artiesten van plan te protesteren voor het Franse Ministerie van Cultuur.