‘Revolutie van 19 juli werd een verlichting voor de mensheid en een hoop op vrijheid voor de onderdrukten’

  • Rojava/Noord-en Oost-Syrië

Kongra Star, de overkoepelende vrouwenorganisatie in Noordoost-Syrië, heeft een verklaring uitgegeven ter gelegenheid van de 11e jaar van de revolutie van 19 juli in Rojava (West-Koerdistan).

Kongra Star herdacht duizenden martelaren van de revolutie die sneuvelden in de strijd voor een vrij leven voor alle vrouwen en de onderdrukte volkeren en feliciteerde de Koerdische leider Abdullah Öcalan, het patriottische volk, alle politieke gevangenen, de guerrillastrijders van Democratic Modernity en alle revolutionaire en democratische volkeren met deze gelegenheid. Kongra Star beloofde in de voetsporen van de martelaren te treden en hun nalatenschap tot het einde toe op te eisen.

“Na de revolutie van maart 2012 hebben de Koerden in Rojava het beleid van de derde weg aangenomen. Aan de ene kant ontwikkelden ze grote volksopstanden op straat tegen het Baath-regime, terwijl ze aan de andere kant geleidelijk de infrastructuur van het autonome bestuur opbouwden. De mensen van Kobanê, wier identiteit in de eerste dagen van de revolutie door de staat werd toegeëigend, bevrijdden later hun land. Daarna vormden ze volksvergaderingen en zaaiden ze de kiem van autonoom bestuur. Er werden grote stappen gezet op het gebied van gezondheidszorg, gemeentelijke diensten en openbare veiligheid. Het vuur van de revolutie, aangestoken in Kobanê, breidde zich uit naar Derik, Afrin en Qamishlo. Tegen die tijd bestuurden de Koerden zichzelf en zorgden ze voor de veiligheid van hun regio’s”, aldus de verklaring van Kongra Star op maandag.

De verklaring vervolgde: “De revolutie van Rojava werd een verlichting voor de mensheid en een hoop op vrijheid voor de onderdrukte volkeren. Het werd de weerspiegeling van de vrije vrouwenwil en bewees het feit dat vrouwen en volkeren niet zonder alternatief zijn. In die zin organiseerden vrouwen zich op alle gebieden van het leven en gaven ze vorm aan de onthullende democratische wil.”