Rojava: Vrouwen spelen een leidersrol in de economie

  • Rojava/Noord-en Oost-Syrië

De Rojava-revolutie is een radicale democratische revolutie die zichzelf ziet als een tegenmodel voor de kapitalistische moderniteit. Dat blijkt ook in de praktijk. Stap voor stap ontstaat er een solidaire economie in de regio. De vrouwencoöperaties spelen hierbij een dubbele rol, enerzijds in de economische empowerment van vrouwen en anderzijds in de democratisering van de economie. Gûlê Murad, woordvoerder economisch beleid van de vrouwenvereniging van Noord- en Oost-Syrië Kongra Star, benadrukt dat het economische model van Rojava geen noviteit is, maar dat de oprichting en organisatie van een vrouweneconomie iets compleet nieuws is. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat de ontwikkeling van de vrouweneconomie plaatsvindt onder oorlogsomstandigheden. “We proberen onze coöperaties aan te passen aan de oorlogsomstandigheden en ze verder te ontwikkelen om de verworvenheden van vrouwen te verdedigen en steeds verdere stappen voorwaarts te zetten”, zegt Murad.

Met de Rojava-revolutie begonnen vrouwen deel te nemen aan het politieke, sociale, militaire en economische leven. Onder leiding van Kongra Star werd in 2015 officieel een georganiseerde vrouweneconomie opgericht. Deze vrouweneconomie bleef zich ontwikkelen en groeien ondanks tegenslagen veroorzaakt door oorlog en denkstructuren gebaseerd op het oude systeem. In Dêrik, Tirbêspiyê, Girke Legê, Amûdê, Qamişlo, Hesekê, Dirbêsiyê, Şedadê, Til Temir, Kobanê, Şehba, Tebqa en Raqqa werken ongeveer 500 vrouwen in landbouwcoöperaties op ongeveer 63.000 hectare land. Dat lijkt een klein aantal, maar als je de gezinnen meetelt die van het inkomen van de vrouwen leven, is het getal vele malen hoger. 131 vrouwen werken in verschillende coöperatieve projecten zoals bakkerijen, restaurants, kleermakerijen en winkels. In totaal zijn er 78 vrouwencoöperaties, waarvan 51 in de landbouw, twee in de banketbakkerijproductie en 25 winkel- en bakkerijcoöperaties.

“Het resultaat van een grote strijd”

Murad herinnert zich de tijd voor de revolutie: “Economie werd gezien als een gebied dat alleen voor mannen was weggelegd. Daarom zagen vrouwen economie niet als hun vakgebied. Alleen door grote inspanningen lukte het ons om vrouwen voor economie te winnen.We gingen van huis tot huis, hielden de ene discussie na de andere en bereikten zo de status die we nu hebben.Vrouwen waren aan huis gebonden en handelden binnen de grenzen die voor hen waren vastgesteld.Als we het historisch bekijken, dan is het gebied van de economie een gebied dat vrouwen toebehoorde, maar in de loop van de tijd werd het een gebied waarvan vrouwen het meest gescheiden waren.”

Het opbouwen van de economie verminderde de vluchtbeweging

Murad benadrukte het belang van de officiële organisatie van de vrouweneconomie en wees erop dat dit de enige manier was om de vluchtbeweging te verzachten: “Vrouwen produceren nu hun eigen producten en zetten coöperaties op. Ze nemen nu beslissingen op economisch gebied en zijn echte pioniers. Een van onze doelen was om de migratie uit de regio te stoppen door middel van economische ontwikkeling, en we hebben dit doel kunnen realiseren. De deelname van vrouwen aan de economie en de ontwikkeling van de vrouweneconomie heeft vrouwen aangemoedigd om nieuwe gebieden in hun leven te ontsluiten. We hebben ook het beleid van zelfvoorziening voor vrouwen als basis genomen. Met de deelname van vrouwen aan de economie hebben we ook hun economische vrijheid gewaarborgd. We hebben hun band met het land versterkt door middel van landbouwcoöperaties. We kunnen niet zeggen dat we een perfecte economie hebben gecreëerd waarmee we alle vrouwen hebben bereikt, maar we kunnen niet negeren dat er grote stappen zijn gezet.”

Gemeenschappelijke economie aangepast aan de behoeften van het leven

Gulê Murad doet verslag van de intensieve betrokkenheid van vrouwen bij de economische wederopbouw: “Voor de revolutie waren er wel werkende vrouwen, maar dat ging niet verder dan het ambtenarenapparaat.
Ze deden hun werk een paar uur en werden daarna weer opgesloten in huis. Ze hadden geen economische vrijheid, ze hadden geen inspraak in het huishouden. Ze waren volledig in de greep van het patriarchaat. Vrouwen, die inspraak hadden in de economie zoals op alle gebieden van het leven, deden pionierswerk op economisch gebied, ze namen vrij deel aan het leven en creëerden een sociaal economisch model. Op deze manier kon een gemeenschappelijke economie worden opgebouwd volgens de behoeften van het leven.”

Strategisch perspectief op ecologische energieproductie en zelfvoorziening

Murad benadrukt dat de ontwikkeling van de vrouweneconomie op basis van een strategisch perspectief succesvol is geweest en legt uit: “In het verleden ontwikkelden we de vrouweneconomie alleen via de landbouw, we wachtten op de regen en probeerden op deze manier de economische ontwikkeling te bevorderen. Als vrouweneconomie richten we ons op landbouwcoöperaties, maar we zijn tot de conclusie gekomen dat er een meer strategische focus nodig is. We hebben de noodzaak ingezien om een zonne-energiesysteem op te zetten omdat we waarde hechten aan een geavanceerder, uitgebreider en zelfvoorzienend systeem en we zullen onze organisatie in dit opzicht versterken. Daarnaast zijn er in elke stad waterputten geslagen, want als onze landbouwcoöperaties stagneren, zullen we problemen krijgen met de ontwikkeling van onze andere projecten. Als we ons ontwikkelen in de landbouw, verstevigen we de fundamenten van de economie.”

De coöperaties versterken

Vooral vorig jaar werd de rol van de coöperaties versterkt. Er werden nieuwe waterputten geboord in Şedadê, Til Temir, Hesekê, Dirbêsiyê en Cizîrê. Murad rapporteert: “Er werden ongeveer 8.000 fruitbomen geplant. De bestaande 25 bakkerijen en winkels werden versterkt. Op geschikte locaties werden landbouwcoöperaties georganiseerd om de familie-economie te ondersteunen. Er zijn ook nieuwe onderwijsprogramma’s opgezet.”

De aanvallen houden niet op

De coöperaties lijden ook onder de aanvallen op hun infrastructuur. Deze aanvallen van de Turkse staat waren er vooral op gericht om de economie in de regio te vernietigen. Murad legt dit uit vanuit het perspectief van de vrouweneconomie: “Als vrouweneconomie creëren we een alternatieve vorm van productie. Het geheel ligt onder vuur. Ons economisch model is niet nieuw, maar wel wat betreft de organisatie van de vrouweneconomie. We proberen onze coöperaties aan de oorlogsomstandigheden aan te passen en te ontwikkelen om de verworvenheden van de vrouwen te verdedigen en verdere stappen voorwaarts te zetten. De economische verworvenheden zullen het welvaartsniveau in de samenleving verhogen en de afhankelijkheid van het buitenland wegnemen. Ondanks de verschillende aanvallen zullen we blijven werken aan de ontwikkeling van de economie en de ontwikkeling van de door vrouwen geleide economie in het belang van de samenleving.”

Foto omslag: Werkende vrouw in het ecologische vrouwendorp Jinwar