Strijdkrachten in Shengal herdenken de slachtoffers van de Yazidi-genocide

  • Zuid-Koerdistan

Negen jaar na het begin van de genocide van ISIS op de Yazidi bevolking, komen de Shengal Verzets Eenheden (YBŞ), Shengal Vrouwen Eenheden (YJŞ) en de veiligheidsdiensten Asayîşa Êzidxanê vandaag bijeen voor een ontroerende herdenkingsceremonie op de Şehîd Dilgeş û Şehîd Berxwedan Begraafplaats van Martelaren om de slachtoffers te herdenken. Tegelijkertijd werd er gewezen op het huidige gevaar voor de regio Shengal vanuit Turkije, de KDP (Koerdistan Democratische Partij van de Barzani-clan)) en de Irakese regering, waarbij de noodzaak van organisatie als middel hiertegen werd benadrukt.

Kurtay Shengalî hield een toespraak namens de YBŞ en YJŞ en zei: “Augustus is een donkere maand voor ons, voor het hele Yazidi volk. De vijanden en bezetters hebben deze maand bloedbaden aangericht en ons volk heeft onuitsprekelijk geleden. Duizenden mensen, mannen, vrouwen, oud en jong, werden wreed vermoord. Niemand vroeg naar ons, behalve degenen die een geweten hadden en tranen voor ons vergoten.”

Shengalî ging verder: “Degenen die zich voor ons in de vlammen wierpen nadat de massamoord begon, waren de Apoïstische strijders [Apo = Abdullah Öcalan, -red] die bereid waren offers te brengen. Zij verdedigden ons volk. Commandanten zoals Şehîd Berxwedan, Şehîd Said, Şehîd Hamit en Şehîd Zerdeşt hebben ons volk gered van massamoord. Hoe groot de vervolging ook is die de vijand ons wil aandoen, er zullen altijd heldinnen en helden zijn die het tegen hen opnemen. Degenen die ons deze massamoord oplegden, waren degenen die hun eigen volk verraden hebben voor hun eigen belangen. Deze verraders hebben ons volk verraden. Daarom moeten we onze vrienden en vijanden goed kennen.”

Shengalî sloot zijn toespraak af met de woorden: “We zijn trots op onze martelaren die ons gered hebben van genocide. Ons volk moet geloven in hun eigen kracht en wil. De YBŞ, de YJŞ en de Asayîşa Êzidxanê zijn gebouwd met het bloed van onze martelaren en de kracht van leider Öcalan.”