Tien jaar gevangenisstraf voor applaudisseren tijdens bijeenkomst

  • Noord-Koerdistan

De Koerd Ilhan Kaynak heeft al acht jaar in de gevangenis doorgebracht vanwege een bijeenkomst in 2015 in Colemêrg (Hakkari). Hoewel het Constitutioneel Hof op 6 juni 2023 het vonnis heeft geannuleerd als een “schending van de wet” en de uitvoering heeft stopgezet, is de zaak heropend en is Kaynak veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf voor “het plegen van een misdrijf namens een illegale organisatie, zonder lid te zijn van de organisatie”, en “openbare aanzetting tot een misdrijf”. De basis voor dit proces is enkel het feit dat hij applaudisseerde tijdens de bijeenkomst ter bevordering van de zelfbestuur van Koerdische steden. Nu is hij opnieuw veroordeeld voor dezelfde “misdaad”.

Kaynaks advocaat Servet Özkan heeft gereageerd op het proces tegen Kaynak: “In 2019, toen de uitspraak van het gerechtshof door het Hof van Cassatie werd bevestigd en rechtsgeldig werd, hebben we een individueel verzoek ingediend bij het Constitutioneel Hof. Het recht op een eerlijk proces voor onze cliënt werd tijdens het proces geschonden door de lokale rechtbanken, omdat het proces uitsluitend via video plaatsvond, zonder dat onze cliënt ooit persoonlijk voor de rechtbank verscheen. Sinds 5 november 2015 hebben we gevraagd om de vrijlating van onze cliënt. De rechtbank heeft ons verzoek ingewilligd en besloten om onze cliënt op 6 juni 2023 vrij te laten. Helaas heeft het 2e Hooggerechtshof van Hakkari de wet overtreden en dezelfde beslissing genomen als de lokale rechtbank.”

“Er is geen onafhankelijke rechterlijke macht in Turkije”

De advocaat legt uit: “Er is sowieso geen onafhankelijke rechterlijke macht meer in Turkije. Dit hebben we opnieuw hier gezien. De lokale rechtbanken hebben zich tot taak gesteld om de grondwet permanent te schenden en zich niets aan te trekken van de uitspraken van het Constitutioneel Hof. Hier is sprake van een bijzonderheid. Mijn cliënt werd veroordeeld voor twee verschillende misdrijven, alleen omdat hij deelnam aan een persverklaring en applaudisseerde. Hoewel het Constitutioneel Hof spreekt van schendingen van de wet, heeft de lokale rechtbank helaas deze beslissing genegeerd.”