Noord-Koerdistan
Advocaat Ahmet Atış van de Vereniging van Advocaten voor Vrijheid (ÖHD) is het slachtoffer geworden van racistisch geweld door Turkse soldaten in de provincie Urfa. De advocaat was het slachtoffer van een fysieke en verbale aanval op een politiebureau vanwege een gesprek met zijn cliënten in het Koerdisch. Volgens Atış vond het incident plaats op de militaire politiebasis in het industriële district van Urfa. De commandant van de basis was ook betrokken bij de aanval.
De cliënten van Atış zijn arbeiders uit de textielindustrie die al twaalf dagen staken tegen de onderdrukking, ontslagen en bedreigingen door het bedrijf Özak-Tekstil. Afgelopen woensdag viel de gendarmerie (militaire politie) de stakers aan en hield een aantal van hen met geweld gevangen. Ahmet Atış is de juridische vertegenwoordiger van de stakende arbeiders. Toen hij zijn cliënten na hun verhoor in het Koerdisch aansprak, werd hij in eerste instantie aangesproken door een politieagent die zei dat hij niets begreep en dat ze Turks moesten spreken.
“Toen ik hem herinnerde aan de wettelijke regels voor advocatenverhoren, verscheen er een persoon die beweerde de commandant van de militaire basis te zijn samen met vier andere mensen in camouflagekleding”, zei Atış. Ze vielen de advocaat onmiddellijk fysiek aan en hij werd geslagen met rake klappen. Zijn cliënten en collega’s bevestigden het incident.
Nadat hij samen met zijn collega’s aangifte had gedaan van de aanval, ging Atış naar het staatsziekenhuis Balıklıgöl in Urfa en liet zijn verwondingen documenteren. Hij diende een strafklacht in tegen de daders voor “opzettelijk lichamelijk letsel, belediging en belemmering van de uitoefening van zijn functie”. Hij verzocht ook de camerabeelden op het politiebureau te onderzoeken en de identiteit van de verdachten vast te stellen.