Verzet van bewoners Maxmur-kamp gaat door

  • Zuid-Koerdistan

Sinds 20 mei probeert het Iraakse leger Maxmur te omsingelen met prikkeldraadhekken en uitkijktorens.

De mensen in het kamp hebben vanaf het begin verzet getoond en de Iraakse troepen met gepantserde voertuigen gestopt. Al vier dagen lang houden de mensen een wake om het kamp te beschermen.

Tegenover de punten waar de Iraakse troepen zijn gestationeerd, hebben de mensen een barrière opgesteld met hun eigen lichamen.

Iedereen van 7 tot 70 jaar neemt deel aan het verzet. ‘s Avonds stijgen er klaagzangen van moeders op vanaf de verzetspunten.

Vertegenwoordigers van de VN kwamen na 9 jaar

Onderhandelingen tussen de mensen van Maxmur en de betrokken partijen gaan door. Voor het eerst sinds de ISIS-aanval in 2014 ontmoetten vertegenwoordigers van de VN een delegatie van het kamp. Tijdens de vergadering presenteerden de mensen van Maxmur een dossier met hun eisen.

Het Iraakse leger blijft aandringen op de belegering, maar het verzet gaat door.

Tevgera Azadi, die op 23 mei voor het Iraakse Bureau in Sulaymaniyah een verklaring aflegde, eiste de uitvoering van vluchtelingenwetgeving volgens internationaal recht.

Tevgera Azadî zei dat de Turkse staat druk uitoefende op Bagdad om het kamp te ontmantelen en het land bedreigde met een “wateroorlog”.

4 jaar embargo

De sluiting van het kamp, waar ongeveer 12 duizend vluchtelingen wonen, vormt een ernstig gevaar voor de levens van mensen, omdat er onder hen veel ernstig zieke vluchtelingen zijn.

Het Maxmur-kamp staat sinds 17 juli 2019 al onder zware embargo door de regerende KDP partij van de Barzani-clan. De mensen in het kamp mogen niet de steden van Zuid-Koerdistan betreden en mogen voor basisbehoeften niet van buitenaf het kamp betreden. Veel mensen zijn gestorven als gevolg van dit embargo.

Tevgera Azadi zei: “In plaats van de vluchtelingen te dienen, heeft de KDP het kamp vier jaar lang onder embargo geplaatst.”