Vrouwenconferentie in Bagdad eist erkenning van Yazidi-genocide

  • Irak

In Irak en Zuid-Koerdistan (Noord-Irak) worden verschillende activiteiten georganiseerd ter gelegenheid van de herdenking van de genocide van 3 augustus 2014 door ISIS tegen Yazidi Koerden in de stad Shengal (Sinjar).

In dit kader werd vandaag in de hoofdstad Bagdad een belangrijke conferentie gehouden met het partnerschap van Iraakse vrouwen en de Yazidi Vrijheidsbeweging van Vrouwen (TAJÊ).

De conferentie over de Yazidi-genocide in Shengal werd gehouden in Hotel Bagdad onder het motto “Met de wil van vrije vrouwen zullen we de genocide bestrijden”. Meer dan honderd vrouwen uit Irak, het Midden-Oosten en de rest van de wereld nemen deel aan de conferentie.

De eerste toespraken op de conferentie eisten de erkenning van de massaslachting van Yazidi’s in Shengal als genocide op nationaal en internationaal niveau.

Büşra Ebu Eys, lid van de voorbereidende commissie  herinnerde eraan dat drieduizend Yazidi’s werden afgeslacht, vijfduizend ontvoerd, 400 duizend gedwongen werden verdreven naar Hewlêr (Erbil), Duhok en Zakho en dat meer dan 1500 vrouwen werden verkracht en als slaven werden verkocht op de markten van Syrië.

“Dit is een misdaad tegen de menselijkheid en de misdaden van alle vormen van misbruik en geweld tegen Yazidi-vrouwen zijn goed gedocumenteerd door internationale instellingen. De conclusies gepresenteerd door de relevante autoriteiten, instellingen, artsen en verschillende andere partijen bewijzen alle vormen van aanvallen die de Yazidi’s hebben ondergaan. Ons doel met de conferentie is om de situatie in Irak en Syrië met betrekking tot Yazidi’s te behandelen en om de vervolging en veroordeling van ISIS-criminelen en alle betrokkenen bij de genocide te eisen”, zei Ebu Eys.

Zinda Êzidxan, lid van de Shengal Vrouwenunie, verklaarde na afloop dat het bloedbad van Yazidi’s tot op de dag van vandaag voortduurt: “De zich verzettende Yazidi-bevolking wordt geconfronteerd met vijandelijkheden. Onze leider heeft ons de weg gewezen en we zullen onze strijd op deze weg voortzetten.”

Zinda Êzidxan wees op de verantwoordelijkheid van de Iraakse en KDP-troepen in de genocide, voegde eraan toe: “We vertrouwden de strijdkrachten van de KDP (Koerdische Democratische Partij in Zuid-Koerdistan) en Irak, maar ze lieten ons achter tijdens de aanval en lieten met hun terugtrekking het Yazidi-volk een massaslachting te ondergaan. We hebben ons tot het einde met onze wil en kracht verdedigd.”

Hiba Hedadin van de Democratische Unie van Noord-Afrikaanse en Midden-Oosterse vrouwen stuurde een videoboodschap naar de conferentie en sprak haar solidariteit uit met de vrouwenstrijd.

Een bericht van de Koerdische Vrouwenbeweging in Rusland luidde: “De vijand wilde onze mensen wegvagen maar ze werden echter beschermd en gered door de HPG, YPG/YPJ-guerrilla’s. We zijn opnieuw getuige geweest van het verraad aan ons volk. Het was een zeer zware ervaring om te zien hoe Yazidi-vrouwen op markten werden verkocht en tot slaaf werden gemaakt. We hebben opmerkelijke vooruitgang geboekt in onze nationale strijd en we weten dat we onze doelen kunnen bereiken door eenheid, organisatie en zelfbewustzijn.”