Het embargo van de Damascusregering op Sheikh Maqsoud en Ashrafiyah duurt voort

Twee Koerdische wijken van Aleppo, Sheikh Maqsoud en Ashrafiyah, zijn sinds de bezetting van Afrin onderworpen aan een voortdurend embargo van de regering in Damascus. Werkplaatsen en fabrieken, waar 15 duizend mensen werken, zijn door het embargo onbruikbaar geworden.

De wijken Sheikh Maqsoud en Ashrafiyah tellen meer dan 200 duizend inwoners. Ze zijn georganiseerd in 7 assemblees en 89 gemeenten, waaronder 3 vrouwenassemblees en 46 vrouwengemeenten, 4 algemene assemblees en 43 algemene gemeenten. Sjeik Maqsoud en Ashrafiyah afgevaardigde in de Algemene Vergadering Arîn Henan en lid van de Algemene Vergadering van de Democratische Unie (PYD) Emîn Elîko spraken met ANF over het embargo.

‘Het doel is om het vertrouwen in het autonome bestuur te schokken’

Emîn Elîko merkte op dat er een embargo was opgelegd aan Sheikh Maqsoud en Ashrafiyah na de bezetting van Afrin en zei: “Het enige dat veranderd is, is de manier waarop het embargo wordt toegepast. Sommige van de kleine groepen die gelieerd zijn aan de regering in Damascus versoepelen het embargo, terwijl anderen het verscherpen. Ze wisselen elkaar uit. Uiteindelijk vertegenwoordigen ze allemaal dezelfde mentaliteit. Hun acties zijn erop gericht om de wil van de buurtbewoners te breken. Deze mentaliteit, die ook het moreel en de motivatie van de bevolking probeert te breken, is erop gericht om het vertrouwen in het autonome bestuur te schokken.”

Het embargo is erop gericht de mensen zonder voedsel en water te laten zitten’

Emîn Elîko wees op de politieke, sociale en economische dimensies van het embargo en vervolgde: “Ze doen er alles aan om de economie in de buurt met meer dan 200 duizend inwoners te laten instorten. Deze mensen leven van hun eigen arbeid. Deze arbeid wordt geleverd door de werkplaatsen in de buurt. Er zijn duizend werkplaatsen en fabrieken in de buurt. De stoffen die de werkplaatsen nodig hebben, mogen er niet doorheen. Er werken ongeveer 15 duizend mensen in deze werkplaatsen en fabrieken. Als elke persoon minstens vier kinderen heeft, wordt er met het brood van 60 duizend mensen gespeeld. Het embargo is erop gericht om de mensen zonder voedsel en water te laten zitten. Ze beroven een kind van melk en een patiënt van medicijnen.

We hebben een ziekenhuis dat de mensen in de buurt bedient. Er kan echter niet worden voldaan aan de behoeften van het ziekenhuis, er kunnen geen medicijnen worden verstrekt en er is geen zuurstof beschikbaar. Naar welke apotheek in de buurt je ook gaat, je kunt de medicijnen die je wilt niet krijgen, maar deze medicijnen zijn wel verkrijgbaar in de stad Aleppo, die vlak bij ons ligt. De reden waarom ze niet beschikbaar zijn in de buurt is dat de controleposten van de regering in Damascus deze medicijnen in beslag nemen of niet doorlaten.”

‘De regering in Damascus helpt de vijand met haar beleid’

Emîn Elîko benadrukte dat: “We worden onderworpen aan deze obstakels, ook al weten ze dat de mensen die in de buurt wonen Syriërs zijn. Helaas noemen de mensen naast ons zichzelf ook Syriërs. Dit betekent dat het beleid dat wordt uitgevoerd een beleid van fragmentatie en migratie is. Alsof de bezetting van ons land door de vijand nog niet genoeg is, helpt de regering in Damascus de vijand met haar beleid. De vijand heeft ons verdreven door middel van bezetting, terwijl de regering in Damascus ons probeert te verdrijven door middel van een embargo. Of er is een onderhandeling, een overeenkomst tussen hen, of er wordt uitgegaan van een benadering om een evenwicht tot stand te brengen.”

Elîko zei dat de regering in Damascus de voorkeur zou moeten geven aan democratie in plaats van aan een embargo: “In plaats van te kiezen voor onderdrukking van het Syrische volk, zou het moeten kiezen voor de opbouw van een gedecentraliseerd Syrië gebaseerd op democratie, rechtvaardigheid en gelijkheid.”

‘De regering voert een smerig beleid ten aanzien van haar bevolking’

Arîn Henan verklaarde dat de doorgang van diesel en medische voorraden ook werd verhinderd tijdens de winter en zei: “Er zijn veel jonge kinderen en ouderen. Melk vinden is een groot probleem. Mensen met chronische ziekten gebruiken regelmatig medicijnen. Ze hebben al een paar maanden geen toegang tot deze medicijnen. We hebben te maken met een regering die een vuil beleid voert tegenover haar mensen. Als er een regering was die om haar mensen gaf, zou de situatie in Syrië niet zo zijn. De productie- en projectmogelijkheden zijn zeer beperkt onder het embargo. Het is ook erg moeilijk om werkomstandigheden te creëren. Doorgaan met wat er al is, leidt na een tijdje tot een blokkade.”

Bron: ANF