- Irak
Het presidentschap van de Republiek Irak heeft een verklaring uitgegeven naar aanleiding van de 37e herdenking van het bloedbad van Anfal, dat door het vorige regime werd aangericht tegen het Koerdische volk.
De verklaring van maandag luidt als volgt:
“Op de plechtige herdenking van de afschuwelijke Anfal-misdaad van het voormalige regime tegen het Koerdische volk – een campagne die het leven kostte aan meer dan 180.000 onschuldige burgers, waaronder kinderen, jongeren en ouderen – bevestigt het presidentschap van de Republiek zijn ondubbelzinnige veroordeling van deze gruweldaad en herhaalt het zijn erkenning van de Anfal-campagne als een misdaad van genocide.
Terwijl we deze pijnlijke gebeurtenis herdenken, eren we de nagedachtenis van de martelaren, wier offers deel uitmaken van het fundament van het democratische systeem van Irak. Het voorzitterschap roept de Raad van Vertegenwoordigers op om wetgeving aan te nemen die zowel materiële als morele compensatie voor de families van de Anfal-slachtoffers verzekert. Wij benadrukken ook dat de Anfal-campagne formeel moet worden erkend als een internationale genocide-misdaad. In dit verband dringen we er bij de Permanente Missie van Irak bij de Verenigde Naties op aan om haar diplomatieke inspanningen te intensiveren om ervoor te zorgen dat deze misdaad officieel wordt erkend als een van de ernstigste schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht en om ervoor te zorgen dat deze misdaad officieel wordt erkend door de Verenigde Naties.
Het federale, parlementaire, democratische systeem van Irak staat model voor bestuur in de regio en is een bron van trots voor al zijn burgers. Het Iraakse volk – in het bijzonder onze medeburgers in de Koerdische regio – heeft zwaar geleden onder de tirannie van de voormalige dictatuur, een regime dat niet alleen de interne stabiliteit van Irak bedreigde, maar ook de regionale vrede en de veiligheid in de wereld.
Op dit kritieke moment roepen we alle componenten van de Iraakse natie – Arabieren en Koerden, sjiieten en soennieten, christenen, Turkmenen en anderen – op om zich te verenigen in het handhaven van ons democratische systeem, dat vrede, rechtvaardigheid en coëxistentie voor iedereen garandeert.”