Karasu: Strijden tegen Koerdische genocide en isolatie betekent strijden voor de democratisering van Turkije

Mustafa Karasu, lid van de Uitvoerende Raad van de Unie van Koerdische Gemeenschappen (KCK), sprak over de laatste ontwikkelingen in Koerdistan, het Midden-Oosten en de wereld, inclusief de huidige situatie van Abdullah Öcalan’s fysieke isolatie, de voortdurende genocide tegen het Koerdische volk, de bezettingsoorlog van de Turkse staat in Zuid-Koerdistan/Noord-Irak met de hulp van de KDP (regerende partij van de Barzani-clan in Iraaks-Koerdistan). Het intervieuw werd gepubliceerd door ANF Nieuwsagentschap en luidt als volgt:

De Koerdische Vrijheidsbeweging wordt geconfronteerd met allerlei aanvallen. Een van de belangrijkste is het isolement van de leider van het Koerdische volk, Abdullah Öcalan. Wat kun je ons vertellen over zijn huidige situatie?

Een aanval op de strijd van een volk is altijd in de eerste plaats gericht tegen zijn leiderschap en politieke organisatie. Want zonder hen te vernietigen, kan de strijd van een volk voor vrijheid en democratie niet verhinderd worden en kan een volk niet onderworpen worden aan genocide. Sinds het verzet van Şêx Said en het volk van Dersim, waren het altijd de leiders die werden afgeslacht. Rêber Apo [Abdullah Öcalan] heeft de executie van Şêx Saîd altijd beschouwd als het begin van de Koerdische genocide. In dit opzicht zijn de strijd tegen de Koerdische genocide en de strijd tegen het isolement van leider Apo met elkaar verweven. Daarom maakt de politiek van isolatie die gevoerd werd tegen Rêber Apo in de gevangenis van Imrali deel uit van de politiek van de Koerdische genocide. Een realiteit die goed erkend moet worden door de Koerden is, dat zonder een effectieve strijd tegen het isolement, er geen effectieve strijd kan zijn tegen de Koerdische genocide. Een volk strijde altijd samen met zijn leiders, zijn politieke beweging en zijn organisatie, en wint zo zijn eigen macht. Nu er een genocidale aanval is op Rêber Apo, moet daar natuurlijk tegen gestreden worden. Deze strijd duurt nu al bijna 25 jaar. Vandaag hebben vakbonden, gemeenten en intellectuelen over de hele wereld zich aangesloten bij de strijd voor de vrijheid van Rêber Apo, omdat zijn vrijheid niet alleen in het belang is van de Koerden of de democratische krachten in Turkije, maar het belang is geworden van de mensheid als geheel.

Toch blijft de Turkse staat hardnekkig doorgaan met zijn beleid van isolatie en genocide. Merdan Yanardağ [hoofdredacteur van de Turkse televisiezender ‘Tele 1’] gaf bijvoorbeeld onlangs commentaar op de houding van Rêber Apo in Imrali. Hij zei dat geen enkele gevangene in de geschiedenis van Turkije ooit zo’n systeem had meegemaakt. Hij is een politiek leider die al langer gevangen zit dan wie dan ook [in Turkije]. Merdan Yanardağ zei dit zelf. Hij verklaarde ook dat hier geen wettelijke basis voor was in Turkije. Waarom mag Rêber Apo zijn advocaten niet ontmoeten? Waarom wordt de weg om hem uit de gevangenis te krijgen geblokkeerd, terwijl hij al zo lang gevangen zit? Yanardağ bekritiseerde dit en maakte zelfs een inschatting waarom Turkije zich niet aan zijn eigen wetten houdt. Als reactie hierop werd hij onmiddellijk gearresteerd. In het verleden zijn er soortgelijke gevallen geweest, bijvoorbeeld Şebnem Korur Fincancı die werd gearresteerd vanwege een uitspraak over het gebruik van chemische wapens [door het Turkse leger].

Omdat de link tussen democratie in Turkije en de Koerdische kwestie nog steeds niet gelegd is, boekt de democratisering geen vooruitgang in Turkije. Zonder het verband te leggen, zou er geen ontwikkeling zijn. Wie zich links, democratisch of liberaal noemt, maar zich niet verzet tegen het isolement van Rêber Apo, houdt zichzelf voor de gek. Ongetwijfeld is de strijd tegen de Koerdische genocide en isolatie de strijd voor de democratisering van Turkije. Daarom mag dit onderwerp niet van de agenda worden gehaald. Deze strijd moet constant gevoerd worden. Het moet gezien worden als deel van de strijd voor democratie en vrijheid. Het is belangrijk dat het stoppen van de Koerdische genocide en het fascisme de hoogste prioriteit van onze strijd wordt.

Al enkele jaren voert de Turkse staat een intensieve oorlog in de Zuid-Koerdische Medya verdedigingszones. Enkele dagen geleden werd een nieuw offensief gelanceerd. Wat kunt u ons vertellen over de laatste situatie in het gebied?

Net als in 2015 lanceerden ze [het Turkse leger] onlangs een uitgebreide aanval op de dag van het 100-jarig bestaan van het Verdrag van Lausanne met de bedoeling om de [Zuid-Koerdische/Noord-Iraakse] gebieden Zap, Metîna en Avaşîn te bezetten. Symbolische dagen als deze zijn erg belangrijk voor de Turkse staat.

Door deze aanval te lanceren, tonen ze openlijk dat het hun essentiële belang is om de Koerdische genocide te voltooien en het echte doel van het Verdrag van Lausanne te bereiken. Dit geldt voor alle Koerdische krachten, inclusief de KDP en PUK, voor alle vier delen van het land, d.w.z. ook Rojava en Oost Koerdistan [West Iran], en in het algemeen voor iedereen. De aanval tijdens het 100-jarig jubileum van het Verdrag van Lausanne is een aanval op alle Koerden. Het is niet alleen een aanval tegen de Koerden van Noord-Koerdistan. Omdat het Verdrag van Lausanne een overeenkomst is om de Koerdische genocide uit te voeren. Zo moet het begrepen worden. Daarom zeggen we dat de aanval zeer veelomvattend is.

Natuurlijk is er ook een groot en historisch verzet tegen dit beleid. Ondanks het feit dat het Turkse leger deze oorlog al sinds 2021 voert en ondanks het feit dat ze allerlei militaire apparatuur, strategieën en technieken gebruiken, hebben ze geen enkel resultaat kunnen bereiken.

Natuurlijk werd deze oorlog besproken tijdens de recente NAVO-top. De NAVO-vertegenwoordigers blijven zeggen: “We begrijpen de gevoeligheden van de Turkse staat”, waarmee ze voorbijgaan aan het feit dat ze daarmee de genocide op een volk, namelijk het Koerdische volk, legitimeren.

De Turkse staat probeert zijn oorlog te legitimeren door het volgende te herhalen: ‘We zijn niet tegen de Koerden. We vechten tegen terrorisme’ en ‘We zijn niet tegen de Koerden. Kijk, we hebben betrekkingen met de KDP’. Dus ze gebruiken hun relatie met de KDP om hun genocidale beleid te verhullen. De NAVO doet hetzelfde. Ze beweert ook dat ze niet tegen de Koerden is en verwijst naar haar relaties met de KDP als bewijs. We moeten dus erkennen dat de NAVO een actieve partner is aan Turkse zijde in deze oorlog. Natuurlijk steunt de KDP hen omdat de oorlog plaatsvindt in de gebieden die formeel onder de militaire controle van de KDP staan. De KDP beperkt de bewegingen van de guerrillatroepen en probeert de gebieden te verdelen om elke steun voor hen te voorkomen. Dit moet ook worden opgevat als steun van de KDP voor deze aanvallen.

Het is duidelijk niet genoeg om deze aanvallen alleen maar te observeren. Het is ook niet genoeg om alleen maar te wijzen op het heldhaftige en opofferende verzet van de guerrillastrijders. Het hele volk, vooral de jongeren en vrouwen, hebben een essentiële rol te spelen in dit verzet. De fascistische Turkse staat voert een beleid van genocide, waarvan de eliminatie van de guerrillastrijders een essentieel onderdeel is. Daarom is een brede antifascistische strijd noodzakelijk. Daarom roep ik alle mensen, intellectuelen, politieke partijen en iedereen die zichzelf Koerdisch noemt op om op te staan en het ware gezicht van de Turkse staat te onthullen.

Op wat voor andere methodes vertrouwt de Turkse staat in zijn oorlog tegen het Koerdische volk?

Eén van de meest gebruikte methodes die de Turkse staat momenteel gebruikt om de vrijheidsstrijd van het Koerdische volk te onderdrukken, is het bespioneren van mensen. De staat probeert mensen om te kopen en als ze weigeren te spioneren, beginnen ze hen te onderdrukken, bedreigen ze hun families, dreigen ze hun zaken te ruïneren of vertellen ze hen dat ze in de gevangenis gegooid zullen worden en er nooit meer uit zullen komen. De meest elementaire methode van speciale oorlogsvoering die de Turkse staat momenteel tegen de Koerden voert, is spionage. Het is de grootste vijandschap om mensen onder druk te zetten om spion te worden.

Het publiek moet zien dat deze staat een vijand is van het Koerdische volk, dat de Koerden niet eens als mensen erkent. De enige goede Koerd is in hun ogen een schurk, spion en verrader. Dit is zeer wijdverspreid en moet veroordeeld worden door de samenleving. Verraad en spionage zijn ‘s werelds grootste kwaden. Dit is immoreel, gewetenloos en verdient elke naam. Daarom roepen we iedereen op om heel gevoelig te zijn voor dit onderwerp. Ja, er is veel druk van de staat, maar het is geen optie om je over te geven. Zelfs de dood is beter dan dit. En voor de mensen die zich hebben overgegeven en in het verleden verraad hebben gepleegd, is de enige manier om hun menselijkheid terug te krijgen hun schuld toe te geven en spijt te tonen.

U heeft al verschillende keren gezegd dat de Turkse staat een genocide op de Koerden aan het uitvoeren is en dat het een essentieel doel van de Turkse regering is om dit tot een einde te brengen. Wat bedoelt u hier precies mee? Waar wordt de Koerdische samenleving momenteel mee geconfronteerd?

Als we het hebben over een genocide op het Koerdische volk, bedoelen we eigenlijk een culturele genocide. Het gaat niet over fysieke uitroeiing, wat betekent dat alle Koerden gewoon afgeslacht worden. Culturele genocide is nog erger omdat het een sociale massamoord is, een massamoord. Met een fysiek bloedbad kun je 50.000 of 100.000 mensen doden. Met culturele genocide kun je een genocide op miljoenen uitvoeren.

Koerden die Koerdische volksliederen en traditionele muziek omzetten in Turkse liederen en die zichzelf Turkse artiesten noemen, maken deel uit van deze genocide. Zij zijn schuldiger dan zij die honderden mensen hebben vermoord. Als Koerdische samenleving moeten we gevoelig zijn voor culturele genocide, vooral voor de Koerdische jeugd. Op dit moment zijn de Koerden het slachtoffer van genocide, voornamelijk op cultureel niveau. Ze willen dat de Koerdische identiteit ophoudt te bestaan. In dit opzicht moeten niet alleen Koerden, maar alle mensen een standpunt innemen. Vooral kunstenaars, auteurs en intellectuelen moeten een essentiële rol spelen.

Het is noodzakelijk om degenen die naar festivals gaan [die de culturele genocide dienen] als actieve aanhangers van de Koerdische genocide te verklaren. Of het nu Turkse artiesten zijn of Koerdische, linkse of wat dan ook, als ze er deel van uitmaken, dan worden ze daders van de Koerdische genocide. Deze festivals worden niet georganiseerd om Koerden en de Koerdische jeugd cultureel en sociaal te maken. Ze maken deel uit van een speciale oorlogsstrategie. Of het nu een aanval is op het Koerdische volk met atoombommen of een culturele aanval op zulke festivals, dit is hetzelfde en verre van iets onschuldigs. Dit is gevaarlijker dan wapens omdat wapens die doden gemakkelijk herkenbaar zijn. Iedereen zou gevoelig moeten zijn voor deze kwestie en stelling moeten nemen tegen dergelijke festivals. Degenen die deze festivals bijwonen moeten worden veroordeeld, geïsoleerd en ontmaskerd.

Bron: ANF