KCK: “Geen enkele eis is legitiemer dan de eis voor onderwijs in de moedertaal”

  • Zuid-Koerdistan

Het Education Committee van de KCK (Unie van Koerdische Gemeenschappen) heeft ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Moedertaal een verklaring vrijgegeven waarin de Koerden worden opgeroepen om de strijd voor hun taal, hun bestaan en hun identiteit op alle relevante en wettelijke gebieden voort te zetten.

De verklaring van de KCK die woensdag werd gepubkliceerd door ANF Nieuwsagentschap, omvat het volgende:

“Wij willen op het 25-jarig jubileum van de Internationale Dag van de Moedertaal onze felicitaties overbrengen aan Rêber Apo (leider Abdullah Öcalan), die de hoop op bevrijding vertegenwoordigt voor ons volk wiens identiteiten en talen werden verboden. We betuigen ook onze dankbaarheid aan de martelaren die hun leven gaven om de vrijheid, de taal en het bestaan van ons volk te verdedigen. En aan ons volk dat, ondanks alle verboden, martelingen, lynchpartijen en moordpartijen, nooit opgaf om hun ‘xwebûn’ (zichzelf) te leven.

Elke taal dient als archief voor de geschiedenis, cultuur, literatuur, kunst en politiek van de gemeenschap die de taal spreekt. We hebben taal nooit beschouwd als slechts een communicatiemiddel; als volk en georganiseerde beweging die vecht voor onafhankelijkheid en bestaan, hebben we altijd geloofd dat als we onze taal kunnen leven, we die kunnen gebruiken om onze sociale structuur te behouden en te bevorderen. Op deze manier hebben we taal gezien als de fundamentele component die het sociale bewustzijn, de strijd om de cultuur te behouden, de strijd om de identiteit te beschermen en het bestaan te behouden, verenigt.

Terwijl de taalrevolutie, die tienduizenden jaren geleden door Koerdische vrouwen ontketend werd, een belangrijke mijlpaal was in de geschiedenis van de mensheid, hebben de huidige natiestaten het gebruik van de taal die ons volk, de scheppers van de revolutie, kenden om te leven, te lezen, te schrijven en politiek te bedrijven, verboden. Deze staten hebben ook misdaden begaan tegen taal en cultuur door wetten en beleid in te voeren met betrekking tot eentalig onderwijs.

Onze taal- en cultuurinstituten, die met veel moeite waren opgericht, zijn gesloten; de verdediging van onze gevangenen in hun moedertaal is verhinderd met het fascistische argument dat Koerdisch een ‘niet-erkende’ taal is; er zijn processen voorbereid tegen onze mensen omdat ze halay (traditionele Koerdische dans) dansten op Koerdische muziek; ze zijn gevangen gezet omdat ze les gaven in het Koerdisch; ze zijn gedood omdat ze Koerdische liederen zongen.

Met zijn op de fundamenten van de kapitalistische moderniteit gegroeide opvatting over de natiestaat heeft artikel 42 van de grondwet van de fascistische Turkse staat, gebaseerd op de “monistische” opvatting, de volkeren en hun talen genegeerd. Het verbiedt Koerdisch onderwijs en stelt dat “geen andere taal dan Turks als moedertaal aan Turkse burgers kan worden onderwezen in onderwijs- en opleidingsinstituten”. Dezelfde Turkse regering heeft honderdduizenden Koerdische en Arabische jongeren die in de bezette gebieden Afrin, Serêkani en Girêspi wonen, blootgesteld aan een beleid van taalkundige en culturele genocide in het volle zicht. Zo werd enkele dagen geleden een oudere Koerdische vrouw aangehouden op het vliegveld van Istanbul omdat ze geen Turks sprak. Daarvoor werd een Koerdische theatervoorstelling in de stad verboden.

Opnieuw heeft het theocratische Iraanse regime zijn vijandigheid tegenover het Koerdische volk getoond door het opleggen van eentalig onderwijs. In Rojhilat werden talrijke leerkrachten, waaronder Seywan Ibrahimi en Zara Muhammadi, veroordeeld tot brutale gevangenisstraffen nadat ze door het Iraanse staatsregime waren berecht voor het bedreigen van de “nationale veiligheid”. De vrijheid om onderwijs te volgen in hun moedertaal is een van de belangrijkste en blijvende verworvenheden van de bevolking van Zuid-Koerdistan (Noord-Irak), maar vandaag de dag is het onderwijsveld bijna veranderd in een slagveld voor politieke geschillen. De jarenlange protesten van leraren en studenten in Zuid-Koerdistan zijn een teken van het inadequate onderwijsbeleid van de regering en de geringe aandacht voor onderwijs. Het is ongetwijfeld onrealistisch om van vertegenwoordigers van de KDP, die de 100ste verjaardag van de oprichting van de Turkse Republiek vierden met het aansnijden van een taart in het hart van Hewlêr [Erbil], te verwachten dat ze investeren in de vooruitgang van het onderwijs in de moedertaal. Er moeten radicale inspanningen geleverd worden tegen het huidige onderwijssysteem totdat er resultaten bereikt worden, aangezien de problemen met het onderwijs in Zuid-Koerdistan niet opgelost kunnen worden door zich enkel te concentreren op onbetaalde salarissen.

Het verzet in Noord-Koerdistan (Zuidoost-Turkije) heeft verklaard dat de “moedertaal een universeel recht is en op alle onderwijsniveaus moet worden beoefend”. In antwoord hierop heeft de fascistische, racistische Turkse staat de status van de Koerdische taal gereduceerd tot een “keuzevak” in het middelbaar onderwijs, in plaats van het te beschermen en te erkennen door de grondwet. Het is belangrijk om te onthouden dat dit regime eerder TRT 6 lanceerde om Koerden in het Koerdisch te vernederen, om propaganda van de fascistische staat in het Koerdisch uit te zenden.

De omroeporganisatie Rudaw van de KDP, die Zuid-Koerdistan heeft verpand aan de Turkse staat, en Hüdapar, die vandaag in het parlement is gekomen uit de quota van de Hizbulkontra – ooit bekend als ‘slagers’ in Noord-Koerdistan – zijn degenen die schreeuwen om dit beleid dat het recht op onderwijs in de moedertaal reduceert tot de status van een keuzevak.Deze groepen hebben Koerdische intellectuelen, leraren, studenten, schrijvers en journalisten op straat vermoord; ze hebben Koerden gemarteld in zuurputten.Iedereen moet zich ervan bewust zijn dat de KDP de Turkse regering van Zuid-Koerdistan is en Hüdapar de Turkse regering van Noord-Koerdistan. Beiden zijn officieel aangesteld als werknemers van de Turkse staat. De Hüdapar-leden van vandaag lopen door dezelfde straten waar ze ooit Koerden in de rug schoten. Koerden, vergeet niet; de betrokkenen moeten dit weten. Noch de Koerden, noch de geschiedenis zelf vergeeft of vergeet iets – goed of slecht – dat gedaan is.

Een keuzevak omvat een andere tweede taal dan de moedertaal. Onderwijs in de moedertaal zou een recht moeten zijn, geen gunst, op alle onderwijsniveaus. Men kan het universele recht op onderwijs in de moedertaal niet reduceren tot het niveau van een keuzevak. Het lijdt geen twijfel dat onze mensen een weloverwogen standpunt zullen innemen als reactie op een dergelijke politiek die individuen uit de strijd haalt door facultatieve cursussen geleidelijk om te vormen tot vrijwillige assimilatie.

Op dit moment is het onderwijsmodel in Noordoost-Syrië een uitstekende weergave van de kracht en vastberadenheid van een volk dat vecht voor zijn bestaan, identiteit en taal, zowel lokaal als wereldwijd. Het dient als bewijs dat een leven, voorbij het leven dat ons eeuwenlang is opgedrongen, mogelijk is en dat we als volk in harmonie kunnen leven met onze verschillen, terwijl we ook waarde hechten aan gelijkheid, vrijheid, democratie, mensenrechten en de bevordering van kinderrechten. Het is ook de verantwoordelijkheid van het Autonoom Bestuur van Noord- en Oost-Syrië om het meertalige onderwijssysteem te ondersteunen en alle belemmeringen voor de vooruitgang ervan weg te nemen.

Ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Moedertaal wil het Onderwijscomité van de KCK herhalen dat, gezien de oneerlijke omstandigheden waarin ons volk tot uitroeiing wordt gedwongen en waarin alle internationale wetten het geboorterecht van Koerden op onderwijs in hun moedertaal negeren, we de strijd voor onze taal, ons bestaan en onze identiteit op alle relevante en wettelijke domeinen moeten voortzetten. Er is geen geldiger eis dan die voor onderwijs in de moedertaal. Spreken en schrijven in het Koerdisch moet door onze mensen gezien worden als de meest essentiële manier om hun moedertaal te behouden, zowel binnenlands als internationaal. Ze zouden ook onophoudelijk moeten strijden voor onderwijs in hun moedertaal, voor het wegnemen van belemmeringen voor het spreken van hun moedertaal in openbare omgevingen, en voor het weerstaan van assimilatiepolitiek die taalhomogenisering afdwingt. Opnieuw vieren we de Internationale Dag van de Moedertaal en vieren we al diegenen die strijden voor hun moedertaal.”

Bron: SDF