PYD herdenkt de martelaren van de 12 maart Opstand

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië 

De Partij voor een Democratische Unie (PYD) heeft een schriftelijke verklaring uitgegeven op de 20e herdenking van de opstand in Qamishlo.

De verklaring vestigde de aandacht op de ontwikkelingen in Syrië, Gaza, Jemen, Soedan en Oekraïne, evenals de toenemende spanning in het Midden-Oosten en Oost-Azië. Het benadrukte dat de basis van de spanning het opdringen van soevereiniteit door de centrale staten in het Midden-Oosten is en het negeren van de hoop, geschiedenis, politieke en geografische realiteiten van de volkeren in de regio, in het bijzonder het Koerdische volk.

De PYD merkte op dat de opstand van 12 maart 2004 geen staat van beroering was, zoals de regering in Damascus beweert, en voegde eraan toe: “Tijdens de opstand van 12 maart die begon in Qamishlo, werden bijna 40 mensen gedood, tientallen mensen gewond en honderden Koerden die door Syrische veiligheidsdiensten gevangen waren genomen, gemarteld. De volksopstand, die zich verspreidde over Rojavayê (West-)Koerdistan en Noordoost-Syrië, maar ook over Damascus en Aleppo, had grote gevolgen. De opstand was een van de belangrijkste factoren van de Syrische revolutie die half maart 2011 begon, en is ook de basis van de revolutie van 19 juli 2012. Het doel van de revolutie is om de aandacht te vestigen op de behoefte aan verandering en democratie in Syrië, om het probleem van de Koerden in Syrië op te lossen als een nationale kwestie en om de problemen in de regio op te lossen.”

De verklaring benadrukte dat het centrale machtssysteem gefaald heeft in het bereiken van zijn doelen om conflicten te creëren tussen Syrische instellingen en te spelen met de waarden van de opstand.

De PYD riep de volkeren van het noorden en oosten van Syrië op om hun territoriale verworvenheden te beschermen, terwijl ze de politieke partijen en andere krachten opriep om zich te verenigen en een politiek standpunt in te nemen tegen de vijand en politieke belangen op te geven.

De verklaring sloot af met de stelling dat resolutie 2254 de oplossing is voor het conflict in Syrië en onderstreepte dat het Democratisch Autonoom Bestuur van Noord- en Oost-Syrië een belangrijk voorbeeld is voor stabiliteit en vrede in de regio.