Turkije’s vermeende terugkeer naar deep-state tactieken echo’s jaren ’90 vuile oorlogspolitiek

Een recente YouTube-uitzending heeft vermeende banden blootgelegd tussen sleutelfiguren in de Turkse militaire inlichtingendienst en voormalige leden van JİTEM. Dit wijst op een complex web van invloed dat het veiligheidsbeleid van het land en het Koerdische conflict beïnvloedt, meldt Medyanews.

Een complex netwerk van vermeende banden binnen Turkse staatsinstellingen is blootgelegd in een recente uitzending op YouTube van de Turkse journalist Cevheri Güven, die banden heeft met de Fethullah Gülen-beweging, een religieuze groepering die door Turkije wordt beschuldigd van het orkestreren van een mislukte couppoging in 2016. De uitzending richt zich met name op vermeende banden binnen de inlichtingendienst van het leger en de historische structuur van de voormalige JİTEM (Gendarmerie Inlichtingen en Terrorismebestrijding Organisatie).

Güvens analyse richt de schijnwerpers op verschillende sleutelfiguren – Veli Küçük, Hasan Atilla Uğur, Cem Ersever en Mahmut Yıldırım (alias “Yeşil” [Groen]) – wiens clandestiene invloed door de jaren heen het onderwerp van controverse is geweest. Bekend om zijn duistere rol in de recente geschiedenis van Turkije als huurmoordenaar voor JİTEM, verdween Mahmut Yıldırım in 1998, een erfenis van angst en mysterie achterlatend.

In de uitzending werd bezorgdheid geuit over de acties van deze personen in het verleden, waarbij werd gesuggereerd dat ze het Koerdische conflict in Turkije hadden verergerd door een reeks buitengerechtelijke executies en manipulatie van staatsmechanismen. Gökhan Çiloğlu, geïdentificeerd als een opkomende figuur in dit zogenaamde diepe staatsnetwerk, staat nu aan het hoofd van de militaire inlichtingendienst en is beschuldigd van betrokkenheid bij geheime operaties die teruggaan tot de jaren ’90, waaronder het omgaan met informanten van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) en betrokkenheid bij buitengerechtelijke executies.

Çiloğlu’s recente opkomst in deze cruciale rol, vooral na een gevangenisstraf van drie jaar na de couppoging van 2016, heeft het debat aangewakkerd over de onopgeloste kwesties van de afgelopen decennia, zoals gedwongen verdwijningen en de aanhoudende Koerdische kwestie. Zijn controversiële carrière is vergelijkbaar met die van eerdere figuren die betrokken waren bij de veiligheidsstrijd van de staat en systematisch geweld tegen de Koerdische bevolking.

Deze heropleving van de bezorgdheid komt op een moment dat de Turkse militaire inlichtingendienst, voorheen geassocieerd met de beruchte JİTEM, onder de loep wordt genomen vanwege zijn historische en huidige rol in de Turkse politiek en veiligheid. Het duistere verleden van de instelling, met name tijdens de door conflicten geteisterde jaren 1990 in het zuidoosten van Turkije, lijkt te worden weerspiegeld in de huidige politiek en militaire campagnes tegen Koerdische krachten.

Güven beweert dat Çiloğlu banden heeft met de criminele onderwereld, waaronder de drugshandel, wat zijn profiel nog ingewikkelder maakt. Deze onthullingen benadrukken de voortdurende uitdaging om het Turkse veiligheidsbeleid te verzoenen met de roep om verantwoording en mensenrechten, vooral nu Turkije zich voorbereidt op operaties tegen PKK-stellingen in Noord-Irak.

De situatie wordt nog verergerd door bedreigingen aan het adres van Koerdisch georiënteerde persbureaus, wat wijst op de aanwezigheid van clandestiene netwerken die de acties van de regering beïnvloeden. Een dreigbericht aan het nieuwsaccount van de sociale media ‘Operasyonsuggereerde een samenspanning tussen de Turkse strijdkrachten (TSK) en maffiastructuren bij acties tegen Koerden, wat de complexe, vaak schimmige interacties binnen het Turkse veiligheids- en politieke landschap onderstreept.

“Alle bendes zijn aan dezelfde tafel gaan zitten. Van nu af aan vecht je niet alleen met de TSK maar ook met de maffia,” luidde het dreigbericht.

Terwijl Turkije door deze onrustige wateren navigeert, wordt de roep van mensenrechtenorganisaties en voorvechters van Koerdische rechten om transparantie, verantwoording en een menselijke aanpak van de langdurige problemen van het land steeds luider. De complexe mix van wreedheden uit het verleden, vermeende activiteiten van de “diepe staat” en het huidige veiligheidsbeleid vormt een cruciale uitdaging voor de toekomst van Turkije.

Diepe staat en Koerdisch conflict

De term ‘diepe staat’ verwijst naar een vermeend geheim netwerk of structuur van invloedrijke personen binnen de regering, het leger, de inlichtingendiensten en andere instellingen. Aangenomen wordt dat dit netwerk aanzienlijke macht en invloed heeft op politieke beslissingen en beleid, en vaak buiten formele democratische processen opereert.

Het concept van de diepe staat in Turkije kreeg voor het eerst veel aandacht in de context van de oorlog van de staat tegen de Koerdische opstand in de jaren negentig. De vermeende betrokkenheid van de diepe staat bij geheime operaties werd duidelijker in regio’s met een Koerdische meerderheid. De vermeende rol van de diepe staat in de aanpak van de Koerdische kwestie door de staat heeft centraal gestaan in de discussies over zijn invloed en impact op de Turkse politiek en samenleving.

De vermeende activiteiten van JİTEM hebben bijgedragen aan een bredere perceptie van een diepe staatsapparaat dat opereert buiten de grenzen van het democratisch toezicht in Turkije. Hoewel het bestaan van JİTEM lange tijd door overheidsinstellingen werd ontkend, resulteerde een auto-ongeluk in 1996 in het Susurluk schandaal, dat banden tussen de staat, de politie en de maffia in Turkije blootlegde en onthulde dat verschillende Koerdische activisten en politici waren vermoord door een aan de staat gelieerde criminele organisatie.

Later was de opening van een onderzoek naar JİTEM door de hoofdofficier van justitie in Ankara de officiële erkenning van de staat van het bestaan van de organisatie.