- Oost-Koerdistan
De aanvallen van Iraanse troepen tegen Koerdische kolbars gaan door. Sinds begin mei zijn 4 Koerdische kolbars omgekomen door direct vuur van Iraanse troepen in de grensgebieden van Bane en Seqiz (Saqqez) steden in Oost-Koerdistan.
De informatie over de vermoorde kolbars sinds begin mei is als volgt:
Op 1 mei werd een kolbar genaamd Hêmin Ahmedî gedood in het Bestamî grensgebied van de stad Seqiz als gevolg van het vuur geopend door Iraanse troepen.
Op 2 mei werd Jalal Suhrabî, een Koerdische kolbar uit het dorp Tajani in de stad Bane, gedood door troepen van het Iraanse regime in het grensgebied van Surkêwi.
Op 5 mei werd Eta Rustempur, een Koerdische kolbar uit Saqiz, gedood door strijdkrachten van het Iraanse regime in het grensgebied Hengejal in Bane.
Op 7 mei werd een Koerdische kolbar genaamd Muhammed Kadri uit het dorp Shiwe in Bane gedood in het grensgebied Gelesure als gevolg van een aanval door Iraanse troepen.
Bij deze aanvallen raakten ook 2 kolbars gewond.
Oost-Koerdistan is door de jaren heen steeds dieper in armoede gedaald door bewust beleid van het Iraanse regime en is een van de armste regio’s van Iran. Vergeleken met andere regio’s is er in dit gebied aanzienlijk minder geïnvesteerd en is de ontwikkeling bewust afgeremd. Landbouw en industrie mochten zich niet ontwikkelen en als gevolg daarvan steeg de werkloosheid tot de hoogste in Iran.
Geconfronteerd met een beleid van discriminatie, onderdrukking en verarming, is het smokkelen van goederen geen keuze maar een must om te overleven.
Kolbar komt van de Koerdische woorden “kol” (rug) en “bar” (lading). Kolbars verdienen hun brood met het dragen van ladingen langs de gevaarlijke grenslijn. Hun vracht bestaat uit sigaretten, mobiele telefoons, kleding, huishoudelijke artikelen, thee en zelden alcohol. Ze lopen door gevaarlijk terrein om deze handel tussen Zuid- en Oost-Koerdistan voort te zetten. De goederen die ze brengen worden tegen hoge prijzen verkocht in Teheran, maar de kolbars die er hun leven voor riskeren worden zeer bescheiden betaald.
De tussenpersonen die de leveringen aannemen en kopers vinden in de steden worden kasibkars genoemd.
Kolbars en kasibkars variëren van 13 tot 70 jaar oud. Sommigen hebben alleen de lagere school afgemaakt, anderen zijn universitair geschoold. Ze dragen ladingen, omdat ze geen ander werk kunnen vinden. In de afgelopen 5 jaar zijn ongeveer 300 kolbars en kasibkars in koelen bloede vermoord. Er zijn geen absolute statistieken beschikbaar over de sterfgevallen.
Bron: ANF