Sinead O’Connor was betrokken met het lot van de Koerden

De Ierse singer-songwriter Sinead O’Connor, die deze week op 56-jarige leeftijd overleed, liet een levenslange nalatenschap achter van uitgesproken betrokkenheid bij progressieve kwesties – waaronder een standpunt in de jaren 1990 ter ondersteuning van het Koerdische volk.

De glansrijke muzikale carrière van O’Connor, die de artieste in de jaren 90 internationale hitparades opleverde, werd gekenmerkt door een regelmatig en uitgesproken activisme over zaken als kindermisbruik in de katholieke kerk, reproductieve rechten en racisme. In 1991 leidde dit ertoe dat O’Connor haar steun verleende aan Koerden die het slachtoffer werden van genocide door de Iraakse dictator Saddam Hoessein. De zangeres speelde een prominente rol in een ‘Concert voor Koerdische vluchtelingen’ in het Londense Wembley Stadium en doneerde royalty’s aan de Koerdische zaak, zoals te zien is op archiefbeelden die aanvankelijk werden gedeeld door de Koerdische creatieveling Raz Xaldan, oprichter van de Jiyan Archives.

Het benefietevenement zamelde geld in voor het Internationale Rode Kruis, dat zich inzette voor Koerdische vluchtelingen die uit Noord-Irak waren gevlucht na de neergeslagen Koerdische opstanden in de nasleep van de oorlog tussen Iran en Irak en de Golfoorlog. Tienduizenden mensen werden gedood en bijna 1,5 miljoen Koerden raakten ontheemd. Deze gebeurtenissen brachten ongekende wereldwijde aandacht voor de benarde situatie van de Koerden, wat uiteindelijk resulteerde in de door de VS gesteunde oprichting van de autonome Koerdische regio van Irak, beschermd door een no-fly zone.

Onder de mensen die ontroerd waren door de beelden van de stromen Koerdische vluchtelingen was O’Connor, die een hoofdrol speelde in het benefietconcert door een speciaal optreden te verzorgen naast de muzikanten Peter Gabriel en Sting. Het concert vond gelijktijdig plaats in Londen, Amsterdam, Philadelphia en Sydney en bracht miljoenen aan donaties op. Toenmalig premier John Major en prinses Diana woonden het evenement in Londen bij.

Bovendien doneerde O’Connor alle royalty’s van haar plaat ‘My Special Child’ aan de Koerden. In een interview legde O’Connor uit: “Het liedje zelf gaat over mijn ervaring met abortus vorig jaar en hoe ik daarmee omging en hoe ik me daardoor voelde… Toen kwam het Koerdische gebeuren ter sprake en het leek echt dringend, dus ik dacht dat ik dat zou doen.”

Het geweld in Noord-Irak volgde slechts twee jaar na de ‘Anfal’-campagne, een gebeurtenis die onder andere door Human Rights Watch als genocide werd bestempeld. Tussen de 50.000 en 100.000 Koerden werden gedood door regeringstroepen in een campagne die erop gericht was Koerdische rebellengroepen uit te schakelen en de Koerdische aanwezigheid in Noord-Irak uit te roeien, waaronder de beruchte aanval met chemische wapens in Halabja die ongeveer 5000 levens eiste.

Naast haar inspanningen voor de Koerden steunde O’Connor ook een aantal andere zaken. Zo verscheurde ze een foto van paus Johannes Paulus II tijdens een op televisie uitgezonden protest tegen het in de doofpot stoppen van seksueel misbruik in de katholieke kerk, wat tot wereldwijde controverse leidde. Later in haar leven bekeerde O’Connor zich tot de Islam en veranderde haar naam om die beslissing te weerspiegelen. In 2022 pleegde haar zoon Shane zelfmoord nadat hij het ziekenhuis had verlaten waar hij op ‘zelfmoord wacht’ stond. De dood van de artiest op 26 juli werd door de lokale politie niet als verdacht beschouwd, terwijl haar familie een verklaring uitgaf waarin ze het nieuws bevestigde.

Bron: Medyanews